spectrum 4
PZC
Zaterdag 15 november 2008
Een beetje extra tijd
Verlangen, dankbaarheid, angst
en nood: door omstandigheden
gaan mensen in gebed. Zoals
Gert Jan Smit, die in de eerste
aflevering van de serie Het
Gebed vertelt hoe zijn vrouw
ongeneeslijk ziek werd. Ze baden
samen om 'een beetje extra tijd'.
„Het werden de mooiste
maanden van mijn leven."
door Jan Vriend foto Marcel Rob
ij bidden? Nee, eigen
lijk nooit. Hooguit een
schietgebedje, als er
op straat een auto wat
al te dichtbij kwam.
Tot die ene dag in
2005. Zijn vrouw Mi
riam was doodziek. De strijd tegen leuke
mie bleek niet te winnen.
Gert Jan Smit uit Zwaag vouwde de han
den. „We vroegen niet om genezing, maar
om wat extra tijd samen. Alle wanhoop en
verdriet kwamen eruit." Of het hielp? „Het
gebed bracht rust en ze leefde een halfjaar
langer dan iedereen dacht."
Gert Jan Smit was lang vrijgezel, een bank
employé met een passie voor sport. Liever
was hij aan het wielrennen dan dat hij de
kroeg indook. Tijdens een fietsvakantie in
Istrië ontmoette hij Miriam. Ze leken te
genpolen. Hij als rekenaar altijd bezig met
cijfers, zij als bezigheidstherapeute met
emoties. Hij was 32, zij nog maar 20. „Door
het leeftijdsverschil leek het kansloos,
maar we konden meteen goed met elkaar
overweg. We raakten nooit uitgepraat."
Ze trouwden en kregen een dochter en
twee zoontjes. Miriam stopte met werken
om zich op de kinderen te richten. Tijde
lijk, zo nam ze zich voor. Al snel begon ze
aan een hbo-opleiding maatschappelijk
werk, die ze in drie jaar afrondde. Miriam
was 38 toen ze te horen kreeg dat ze leuke
mie had. „De eerste berichten waren hoop
vol. Ze was jong, sterk en er was net een
nieuw medicijn waarmee de ziekte lang
stabiel gehouden zou kunnen wórden. Als
het écht acuut werd, zou een beenmerg
transplantatie uitkomst kunnen bieden.
Haar broer had identiek beenmerg en
bood aan donor te zijn."
Toch bleek na een jaar dat het fout zat. Ze
moest met spoed naar het VU-ziekenhuis.
Daar volgden chemokuren, zes bestralin
gen en een beenmergtransplantatie. De
aanpak leek geslaagd: de artsen spraken al
van 'een wedergeboorte' en Miriam begon
zelfs weer met werken. De terugslag
kwam een paar maanden later: bij een con
trole in maart 2005 bleek dat de leukemie
terug was. Nu niet in het beenmerg, maar
in het hersenvocht. Nieuwe chemokuren
sloegen niet aan en de artsen moesten de
handdoek in de ring gooien.
„Ze zeiden dat ze hooguit nog een paar
maanden te leven had. Ik kon het niet gelo
ven, want ze zag er nog zo vreselijk goed
uit. Toch zeiden de artsen dat ze met lege
handen stonden. Miriam zou de zomerva
kantie niet halen. Zelf accepteerde zé het
meteen. Niet kwaad, niet boos. Alleen ver
drietig om wie ze moest achterlaten. Nadat
ik die boodschap overbracht op de kinde
ren en de familie, besefte ik pas dat we on
ze hoop al die tijd hadden gericht op de
kunde van de artsen en de eigen kracht
van Miriam. Nu stonden we opeens met
Gert Jan Smit„Ik had nog nooit hardop gebeden, maar deed het toch. Terwijl ze met haar hand door mijn haar streek, kwamen alle
emoties eruit. Alsof er een kurk van een fles ging." foto
evangelist uit
hun vrienden
kring kwam
langs om te
troosten. „Hij
bad voor ons
en vroeg of ik
zelf ook wilde bidden." Gert Jan twijfelde.
„Ik had nog nooit hardop gebeden, maar
deed het toch. Terwijl ze met haar hand
door mijn haar streek, kwamen alle emo
ties emit. Alsof er een kurk van een fles
ging. De wanhoop, de boosheid, de angst
en het verdriet kwamen allemaal tegelijk
naar boven.
„Het waren echt geen mooie woorden die
ik emit gooide, maar het hielp wel. Ik
smeekte God niet eens om genezing, maar
om wat extra tijd samen. Het was een sig-
lege handen." naai naar Miriam, om haar te zeggen hoe
Kerkelijk wa- graag ik haar bij ons wilde houden. Tege-
ren ze niet, ver- lijk was het een ontlading, om mijn gevoel
telt hij. Wél ge- een weg te geven. Na afloop voelde ik me
lovig. „Daar- moe en opgelucht."
door heb ik In de maanden daarna leefden ze intenser
me altijd be- dan ooit. Samen uren praten, samen op va-
schermd ge- kantie. Met de rolstoel door Venetië. Met
voeld. Alsof er de caravan door Nederland. De artsen wa-
over me is ge- ren stomverbaasd. De verlenging leek een
waakt." Een wondertje. Een tijdelijk wondertje, want
in november ging ze snel achteruit. Ze was
aan bed gekluisterd. Met het gezin hebben
ze haar thuis verpleegd. „We wilden haar
tot het laatste moment dicht bij ons heb
ben. Het hielp naar het afscheid toe te le
ven. Omdat de kinderen hun moeder ach
teruit zagen gaan, hebben ze het einde le
ren aanvaarden."
iriam overleed op 6 januari
2006. „Mijn hand lag op haar
zwoegende hart toen het
L V Jte- stopte." Hij bleef achter met
een dochter van 15 en zonen van 13 en
10 jaar. Nu hij temgkijkt, vindt hij die laat
ste maanden met zijn vrouw de mooiste
periode van zijn leven.
„Het was zwaar, maar ik zou het zó weer
doen. In die extra tijd die ons was gegund,
kregen onze gesprekken een diepere laag.
Meer dan ooit besefte ik hoe goed we het
samen hadden gehad.
„Natuurlijk krijg ik ook wel eens te horen
dat mijn gebed pas écht verhoord zou zijn
geweest als ze nog geleefd zou hebben,
maar ik zie dat anders. Ik kijk naar een gro
ter geheel. Ik ben dankbaar dat we elkaar
hebben leren kennen, dat we leuke kinde
ren kregen en dat we samen mochten ge
nieten van die verlenging. Dat is een blij
vende verrijking van ons leven geweest.
„Voor mijn gevoel is ze nog steeds dicht
bij ons. Ik praat ook nog steeds met haar.
Bij belangrijke beslissingen over de kinde
ren laat ik haar oordeel meewegen. Ik
weet precies wat ze ervan vindt. Ik geloof
dat ik haar na mijn dood zal terugzien."
Thuis gaat het naar omstandigheden goed,
vertelt hij. De kinderen hadden vorig jaar
een terugslag op school, maar die hobbel is
overwonnen. Ze koken om beurten en ver
delen de andere huishoudelijke taken.
Gert Jan is nu 56. Hij staat open voor een
nieuwe relatie en ontmoette al enkele
vrouwen. Hartstikke aardig, maar verder
niks. „Want onwillekeurig ga je toch verge
lijken. Dan halen ze het niet bij Miriam."
Reageren? spectrum@wegener.nl