Buitengebied Nieuwe raadkaart gdparadijs was jeu Gracht Schaap snoept van nature verstandig PZC Zaterdag 15 november 2008 1 9 Opnieuw een nostalgisch beeld uit vervlogen tijden uit de collectie van Hans Lindenbergh. De gebruikelijke vraag is: in welke plaats is deze foto genomen. Nadere bijzonderheden over de situatie toen en nu zijn van harte welkom. Oplossingen kunnen tot donderdag 13 november gestuurd worden naar: Redactie PZC Buitengebied, Postbus 91, 4330 AB Middelburg; fax: 0118 - 434019; e-mail: redactie@pzc.nl. Onder de inzenders van een goede oplossing worden drie waardebon nen verloot. lukkige jaren." Ook L. Geluk heeft goede herinneringen aan zijn jeugdjaren bij de poort. „In het huisje links van de Noordhaven poort woonden mijn grootouders vanaf 1929 tot 1983. Vanaf hun tuin kon je zo de gracht op schaat sen. Aan de straatzijde had mijn oma een klompenwinkeltje. Als kleinkinderen kwam je altijd door de winkeldeur naar binnen, waar bij de winkelbel afging. Tegelijker tijd riepen we dan 'blijf maar', zo dat mijn oma wist dat het geen klanten waren. Rechts aan de gracht zie je het begin van het slin- gerbos waar mijn grootouders een eendenkooi hadden". D. Tollenaar uit Terneuzen vertelt dat de Noordhavenpoort voor een deel is opgetrokken uit ledesteen, ook wel balegemsteen of Vlaams arduin genoemd. „Veel monumen tale gebouwen en kerken in het Zeeuwse en Vlaamse gebied zijn opgetrokken uit deze steen". M. Hoste-De Vries uit Middelburg schrijft: „De twee Zierikzeese stadspoorten dateren uit de 14de en 15e eeuw en vormden een on derdeel van de vestingwerken uit 1200 rond het stadscentrum. Een deel van de oude stadsvesting- muur ligt nog buiten de Noordha venpoort aan de Zoete Gracht. De Noordhavenpoort stamt uit de 14e eeuw. Binnen de poort werden la ter huisjes gebouwd. Het binnen plein kreeg een hoefijzervorm. De kolossale poortdeuren en andere ingangspartijen zijn geschilderd in v de oude stadskleuren van Zierik- zee, rood en zwart". Het poorthuisje heeft Schouwse gemoederen enige tijd verhit, toen het gemeentebestuur van Schou- j- wen-Duiveland in 2007 een plan presenteerde voor sloop van het witte pandje. Woedende reacties vanuit politiek en de gemeen schap noopte het college de plan nen in te trekken. Het huisje is on langs verkocht aan een particulier. K. Stevense weet zich nog een be kende poortwachter te herinne ren; Willem Juijn. „Hij woonde in de poort en is 101 jaar geworden." De waardebonnen gaan naar: J. Rotte, Vlissingen; L. Quist, Zierik- zee; D. de Best, Oostkapelle. door Annemarie Zevenbergen De raadkaart van afgelopen week met de Noordhaven poort in Zierikzee riep veel jeugdherinneringen op. „Als je aan de Zoete Gracht bij de Noordhavenpoort van Zierik zee je halve jeugd gespeeld hebt, is het geen raden maar weten," schrijft C. Boot uit Baarland. „Links achter de bomen stond de gasfabriek, daar zijn nu huizen ge bouwd. Rechts achter de bomen staat een groot herenhuis waar des tijds notaris Hering woonde. Ik zat met zijn kinderen op school en we speelden veel samen. Met mijn sleetje roetsjte ik 's winters menig keer van het flauwe talud naar de gracht, over het ijs en tegen de wal- lenkant aan de overzijde." Marinus Stoutjesdijk uit Zierikzee werd in 1921 geboren op de Scheepstimmerdijk. „Mijn jeugd was heerlijk, je kon daar vrijge vochten spelen. Als het vroor kon lekker schaatsen op de gracht. Toen ik de foto zag, voelde ik mijn jeugd weer, dat waren voor mij ge door René Hoonhorst Op de wallen rondom Sluis staan nog behoorlijk wat brandnetels. Die moe ten er nog wel even af voor de win ter. De Schaapskudde Zeeuws-Vlaanderen draagt daar zorg voor, verzekert herder Jan Klomp. Klomp is blij met de brandnetels. In het nat te gras dat er dit jaargetijde nog staat, zit wei nig voedingswaarde. De brandnetels bevatten in elk geval nog wat mineralen en vitaminen. Ze hebben bovendien wat meer 'structuur' dan het slappe gras en dat is weer goed voor de spijsvertering van de schapen. Klomp: „Het is net als bij mensen. Alleen slap wit brood is op den duur niet goed, een stevige volkoren boterham zet de spijsvertering aan het werk. Zo heeft een schaap behoefte aan wat steviger vegetatie dan waterig gras om niet aan de diarree te raken. De vezels van brandnetels dragen daar aan bij." In Nederland rondlopende schapen zijn be hoorlijk gedomesticeerd, weet Klomp. De oer- schapen leefden vooral in bergen en heuvels: hoog en droog. Nat, waterig voedsel paste niet in het menu van die dieren. Hoewel de evolutie en fokprogramma's schapen aan an dere omstandigheden hebben laten wennen, moet ook een schaap van nu niet teveel slap pe kost binnenkrijgen. Het schaap snoept van nature verstandig. Het beest zorgt, als het de kans krijgt, zelf dat het gevarieerd en gezond eet. Het beperkt zich niet tot mals, makkelijk naar binnen te schrokken gras, maar pikt in het voorbijgaan ook distels, brandnetels, struiken en bladeren mee. Dat graasgedrag is gezond voor het dier én geeft zwakkere vegetatie in natuurgebie den de kans de kop op te steken. Ook die. op schietende plantjes, van Vlaamse peterselie tot groot streepzaad, vallen een volgende keer ten prooi aan de 'maaiende' schapenbek. Een herder moet nogal wat plantenkennis hebben om te weten wat zijn dieren zoal die nen te vreten om zich lekker te blijven voe len. Klomp (her)kent de meeste planten die zijn kudde naar binnenwerkt. De ervaring heeft hem geleerd dat de schapen bijna alle vegetatie die ze tegenkomen op de diverse hoedplaatsen goed verteert. In het verleden schrok de schaapherder nog wel eens als hij opeens wat sint jacobskruiskruid ontwaarde. Het uiterst giftige plantje kostte nogal wat paarden het leven. De edele dieren mijden het plantje in een weiland, maar herkennen het niet meer als het, bijvoorbeeld in hooi, ge droogd is. „Schapen gaan het plantje niet uit de weg. Sterker: ze lijken het een lekkernij te vinden", constateerde Klomp. Een paar jaar terug maakte de herder zich nog zorgen over de effecten van die snoeperij en probeerde hij de plantjes te wieden voor de kudde zich er op stortte. Maar Klomp heeft geen aanwijzingen dat schapen ziek of zwak Kverden van het eten van het jacobskruiskruid. De bloemblaadjes van het plantje zijn het giftigst. De herder gaat er, na er met collega-herders over te heb ben gesproken, vanuit dat de hoeveelheid gif die ze binnenkrijgen, meevalt als de schapen de planten opvreten vóór ze tot bloei komen. „Ik lig er dus niet meer van wakker, maar houd wel in de gaten dat de dieren niet echt veel gif kunnen binnenkrijgen."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 19