Richtingenstrijd PvdA
'Integratie is geen kwestie van stoer doen'
Minister Vogelaar
van Integratie kon
niet langer gezagvol
en effectief optreden."
Nu de PvdA het gestaag beter doet in de peilir
Zal haar vertrek leiden tot een vermindering ir
Vogelaar in ieder geval zout in een oude wond
het integratiedebat wordt niet door alle leden
Charles van Rooy
1 2 Zaterdag 15 november 2008 PZC
Afsch
aantal zetels PvdA in de peiling van 6 januari tot 9 november 2008 (bron: Maurice de Hond)
Wouter Bos:
door Laurens Kok foto's ANP
GGeen tranen op
de wangen van El-
la Vogelaar. Verbit
terd maakte ze
donderdag haar ge
dwongen vertrek
als minister van Wonen, Wijken
en Integratie wereldkundig. Onge
nadig hard haalde ze uit naar de
positie die haar PvdA kiest in het
integratiedebat. „Er is geen helde
re, door de hele partij gesteunde
koers", klonk het. De frustratie
spatte er van af.
Vogelaar leek zich op te willen wer
pen als boodschapper van gene
geerde PvdA-leden, die de harde
aanpak van migranten niet zien zit
ten. Eindelijk kon ze eens zeggen
waar het op stond. Als lid van het
kabinet was daar geen ruimte
voor. Aan de stevige lijn van partij
leider Wouter Bos en staatssecreta
ris Ahmed Aboutaleb werd niet ge
tornd.
Al probeerde Vogelaar heus wel
haar eigen koers te kiezen, zegt
een anonieme PvdA'er, doelend
op de integratienota die Vogelaar
als minister schreef. „Die nota
moest ze van Bos op veel punten
wijzigen. De eerste concepten lie
ten echt een te zachte lijn zien."
Het is ook maar de vraag hoeveel
steun de 'softe' aanpak die Voge
laar voorstaat nog geniet bij de
PvdA-leden. De jonge generatie
moet in ieder geval niets van haar
multiculti-idealen hebben. „Door
haar vertrek kan de PvdA eindelijk
echt het voortouw nemen in het
integratiedebat", verzucht Sven
Stevenson, voorzitter van de aan
de PvdA gelieerde Jonge Socialis
ten. Hij laakt 'het gebagatelliseer'
van oud-links. „Zo van: integratie
moet van twee kanten komen.
Piff Dat ligt nu wel achter ons."
De koerswijziging van de PvdA in
het integratiedebat begon met een
rapport van een commissie onder
leiding van Schelto Patijn, de in
middels overleden ex-burgemees-
ter van Amsterdam. Die oordeelde
dat de sociaal-democraten jaren
lang naïef waren geweest en hun
'ogen hadden gesloten' voor de ne
gatieve gevolgen van de komst van
grote aantallen immigranten.
Met de opkomst van Fortuyn was
het uit met de vertroeteling van
minderheden, ook bij de PvdA.
Eberhard van der Laan
(53), die Vogelaar op
volgt als minister, stond
al jaren op lijstjes. Als
mogelijke minister, als
staatssecretaris, zelfs als burge
meester van Amsterdam.
En terecht, zegt de Amsterdamse
PvdA-wethouder Lodewijk As-
scher. „Ik heb nog nooit vergeefs
een beroep op hem gedaan. ]e kan
de ingewikkeldste politieke proble
men aan hem toevertrouwen, hij
fikst ze."
Advocaat Van der Laan was van
1990 tot 1998 fractievoorzitter van
de PvdA in de gemeenteraad in de
hoofdstad. Hij is in alles de tegen
pool van Vogelaar, zegt Milly van
Stiphout, die met Van der Laan in
het stichtingsbestuur van dagblad
Het Parool zat. „Waar Vogelaar
hoekig is, is hij soepel. Hij zal
nooit in een conflict raken, terwijl
hij je wel de waarheid zegt. Hij
hoort alle partijen aan en weet
vaak met één opmerking de discus
sie een wending te geven waaraan
nog niemand had gedacht."
Ook PvdA-fractievoorzitter Mariët-
te Hamer ziet de nieuwe minister
als 'een verbinder, geen hardliner'.
Van der Laan was begin jaren tach
tig medewerker van de door hem
bewonderde, flamboyante Amster
damse wethouder (en oud-staats
secretaris) Jan Schaefer. Zijn rech
tenstudie deed hij eind jaren ze
ventig aan de Vrije Universiteit,
waar hij cum laude afstudeerde.
Dit weekeinde worstelt de nieuwe
minister zich door zes dikke tas
sen leesvoer die hij heeft meege
kregen van de ambtenaren van
Vrom. „Ik hoop dat ik maandag
nog leef', zegt hij droogjes na de
eerste kennismaking op het depar
tement, gistermiddag. „Ik had ook
zo mijn twijfels, maar mensen om
mij heen raadden me aan de stap
te zetten," zegt hij over zijn minis
terschap. „Je moet wel een gevoel
voor urgentie hebben om zo'n
klus aan te pakken. Dat heb ik."
Voor Van der Laan is Joop den Uyl
zijn grote voorbeeld. „Een echte so
ciaal-democraat, goed in het uit
denken van strategieën. Ik ben
ook geïnspireerd geraakt door
Schaefer. Die kon geweldig tekeer
gaan, vooral op het gebied van
stadsvernieuwing. Dat was in de
tijd dat mensen als hazen Amster
dam verlieten. Hij heeft dat tij ge
keerd."
Van der Laan wil zich niet soft of
hard noemen op het gebied van in
tegratie.
„Ik ben niet zo van de etiketjes. Ik
hoop wel dat ik een beetje kan hel
pen om het debat op dat terrein
wat zorgvuldiger te maken. Het de
bat is op dit moment soms een
beetje wild. De aandacht voor de
problemen loopt wel eens wat uit
de hand. Integratie is geen kwestie
van stoer doen, maar van conse
quent zijn en dingen benoemen.
Toen ik in de jaren negentig in de
gemeenteraad van Amsterdam zat,
speelde het onderwerp volop. Ik
kwam daar toen de PvdA tijdens
de raadsverkiezingen net een histo
risch pak slaag had gekregen. Dat
was in de tijd dat mensen niet
mochten praten over problemen
die allochtonen met zich mee
brachten. Dan was je meteen een
racist. Wij hebben toen gepro
beerd dat klimaat te veranderen,
het debat open te breken. Dat is
toen aardig gelukt."
Heten de Vogelaarwijken straks de
VanderLaan-wijken?
„Alsjeblieft niet nee, dat blijven ge
woon Vogelaarwijken."
Een partijleider die zijn
eigen minister tot
opstappen dwingt wegens
zwak optreden komt zelden
voor. Het enige enigszins
vergelijkbare geval in de
recente geschiedenis was
KVP-minister Charles van
Rooy in 1961, aldus Anne
Bos van het Centrum voor
Parlementaire Geschiedenis
van de Radboud Universiteit
in Nijmegen.
Van Rooy (Sociale Zaken)
werd gezien als lichtgewicht
en genoot weinig steun
onder zijn collega's. Zijn
fractie wilde hem kwijt.
Uiteindelijk dreigden
KVP-ministers op te stappen
als Van Rooy zou aanblijven.
Die besloot daarop, na twee
jaar ministerschap, af te
treden.