spectrum IO PZC Zaterdag 15 november 2008 'Wees blij dat je nog te eten hebt' Ruim 300.000 kinderen in Nederland groeien op in armoede. Het inkomen van hun ouders is niet voldoende om naast voedsel en kleding ook een sportactiviteit of vakantie te bekostigen. De schaamte is groot. door Mayke Calis en Jacqueline Steenwijk In het huis van de 44-jarige Cath Geurtsen in Arnhem wordt ge woond: overal zwerven schoenen, sloffen, kleren en papieren. Twee jonge katjes trekken bolletjes wol en propjes papier door de kamer. In de ven sterbank liggen twee oudere katten te sla pen. Een hond met drie poten en één oog jengelt om aandacht. Het lijkt wel een opvanghuis, verontschul digt zij zich. „Alles wat thuisloos is, komt hier terecht. Als je toch al weinig te beste den hebt, dan maakt zo'n huisdier ook niet meer uit." Al ruim tien jaar zit Cath Geurtsen in de bijstand en vijf kinderen heeft ze erin grootgebracht. Drie wonen er nog thuis. Altijd was er geldgebrek. Zometeen komt de jongste weer uit school en dan wil ze eten, verzucht ze. Gezien het beschikbare geld krijgen de kinderen ieder slechts vier boterhammen per dag. Vandaag heeft de jongste geluk, er zijn waterijsjes in huis. Gekregen omdat ze over de datum waren. De 8-jarige Laura peuzelt ze met genoegen op. Brood op rantsoen valt de kinderen zwaar. Om te voorkomen dat ze stiekem brood pikten, legde Geurtsen vroeger ket tingen om de koelkast. „Nog wisten ze die open te breken. Met als gevolg dat er voor de rest minder over was." Meer dan 300.000 kinderen leven in ar moede, blijkt uit de meest recente cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Velen langer dan drie jaar. Voor hun ouders is het een dagelijkse strijd om hen de meest basale zorg als voedsel, kleding en onderdak te geven. Sportactiviteiten, schoolreisjes en cadeautjes zijn al lang weg- bezuinigd. Armoede, blijkt uit onderzoek, gaat van ge neratie op generatie. Zo ook bij Geurtsen. „Mijn vader sloeg mijn moeder verrot. Mijn stiefvader maakte de klus af En ik, ik vond het blijkbaar nodig om ook weer zo'n dweil te trouwen." Haar eerste man sloeg haar, haar tweede man liet haar met schulden achter. Net als met haar moeder gebeurde. Momenteel heeft ze een leefgeld van nog geen 50 euro in de maand. Armoede, Geurtsen weet niet beter. Als kind liep ze al langs de deuren om brood, zogenaamd voor de eendjes, op te halen. „Een buurvrouw vroeg steevast of de eend jes er ook jam op lusten. Natuurlijk, zei ik dan. Ik vond haar een beetje dom. Achter af besef ik dat ze mij gewoon doorhad." Vaak is er meer in een gezin aan de hand dan alleen armoede, zegt Mirjam Pool, oud-medewerkster van de sociale dienst en schrijfster van het vorig jaar verschenen boek Alle dagen schuld, waarin zij arme ge zinnen in Almelo beschrijft. Door schul den, verslavingsproblemen of mishande ling hebben veel gezinnen moeite ook de andere zaken goed te regelen. Zo bezocht Pool een gezin dat geen zorg en huurtoeslag ontving vanwege een fout bij de Belastingdienst. „Voor 'gewone' mensen is het al een klus om dat te herstel len, laat staan als je minder doortastend bent of niet eens beseft dat je er tóch recht op hebt." Daarnaast is de schaamte groot. Wie arm is, trekt niet snel aan de bel voor hulp, weet Robert Hanrath, directeur van Stich-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 100