Superchique, échte rijmachine Packard ademt luxe van de jaren dertig PZC Vrijdag 14 november 2008 1 5 Bentley Brooklands. Voor wat betreft de interieurmaterialen heeft de klant een vrijwel onbeperkte keuze. foto Robbert Keegel Sinterklaas en kerst naderen met rasse schreden. Wat dacht u van een leuk coupeetje, zoals een Bentley Brooklands? Met een standaardprijs van 493.558 euro. door Robbert Keegel Als importeur Hessing je belt en vraagt of je een dagje in een nagelnieu- we Bentley Brooklands wilt rijden, dan denk je héél even of zoiets wel past in een tijd van kredietcrisis en torenhoge brand stofprijzen. Maar je beroepsnieuws gierigheid krijgt snel de overhand. Want een Bentley Brooklands, dat is weliswaar niet het allerduurste dat er te koop is op vier wielen, maar zeker het meest chique. Voor een Maybach mag je nog meer euro's neertellen, maar dat mislukte prestigeobject is, hoe schitterend afgewerkt en hoe com fortabel ook, toch maar een vulgai re nieuwkomer, waar zelfs olie sjeiks en Japanse yakuza's niet aan willen. Qua wagentype komt May- bachs concerngenoot Merce des-Benz CL wél in aanmerking als concurrent. Ook dat is-een vol waardige vierzits coupé met maar twee portieren. Qua prestige - en zeker qua prijs - komt die echter niet in de buurt van de Bentley. De enige werkelijke concurrent is sinds kort de Rolls Royce Phan tom Coupé, een in alle opzichten vergelijkbare slee, die ook qua ma ten (de Brooklands is 5,41 m lang en heeft een wielbasis van 3,12 m) enigszins vergelijkbaar is. Die heeft een nog steviger prijskaartje. Prijskaart, zeg maar. Trouwens ook een coryfee van Hessing, die verwacht dat de klan dizie ook door de het heersende fi nanciële klimaat nauwelijks aange tast zal worden. Mensen die zulke automobielen aanschaffen, heb ben lak aan economische klimaat veranderingen. Aan globale waarschijnlijk ook, want de machtige 6,7-liter V8 (nee, niet eens een V12 zoals de Roller) staat niet bekend om zijn zuinigheid. Volgens de officiële meetmethode lust hij wel 19,5 liter per 100 km, maar als je éven gas geeft hoor je de brandstof de tank uit kolken. Ook dit is weer een vol strekt theoretische waarde - maar wél de maatstaf die voor alle au to's in de EU geldt. Aan maatstaven heeft de Brooklands, genoemd naar het al oude Britse circuit waar Bentley in dertijd menige triomf vierde in de handen van de befaamde 'Bentley Boys', verder geen boodschap. Het is allemaal overtreffende trap: de maten weet u al, maar het karretje brengt ook nog eens 2655 kilo op de schaal. Meer dan de door BMW gemoderniseerde Rolls, waar erg veel lichtmetaal in zit, dat is deels voor de angstaanjagen der prijskaart verantwoordelijk. Des te imposanter zijn de presta ties. De V8 heeft een dubbele tur bo en die perst er vrolijk 530 pk uit (en een koppel van 1050 Nm) en dat kan dan weer voor een hon derdsprint in 5,3 tellen zörgen. Als je dat doet werpt de Brooklands al thans akoestisch alle decorum even terzijde en brengt 'ie een machtige, maar wonderschone brul ten gehore. Alsof de betreur de Pavarotti z'n vingers tussen de deur klemt. Die acceleratie hebben we als een sensatie ervaren, niet dat we zoiets niet vaker - en sneller - hebben ge daan, maar nooit met zo'n kathe'- draal op wielen. Ter geruststelling: voor de topsnelheid van 296 km/h geloofden we de fabrieksopgave wel. Die van de C02-uitstoot even eens: 465 gkm. Het is een wonder dat zo'n paleis op wielen zó makkelijk rijdt. Alsof het een veel kleinere auto betreft, al heb je wel een draaicirkel van 12,30 m en zouden meesturende achterwielen een goed idee vor men. Nee, ik bedoel de handling, die is zo licht, speel zelfs. Wat dat betreft, hebben beide mer ken duidelijk geprofiteerd van hun nieuwe Duitse eigenaars. Na veel touwtrekken is Rolls Royce uitein delijk in handen gekomen van BMW, dat er prachtige dingen mee doet. Bentley werd toebe deeld aan Volkswagen, dat déze se rie redelijk ongemoeid heeft gela ten, maar er toch veel aan heeft ge moderniseerd. Een heel ander ver haal is de hypermoderne 'kleine' serie op technische basis van hun éigen mislukte prestigeproject Phaeton: de Bentley Continental. Terug naar de Brooklands. Het on navolgbare interieur is geheel in tact gelaten. Met leer als van oer-Britse clubfauteuils, het mooi ste houtfineer en toch het meest moderne comfort denkbaar. Elek tronische snufjes ontbreken deels, maar cruisecontrole, navsys en een weldadige geluidsinstallatie zijn volop aanwezig. Wat dat betreft - en natuurlijk wat de interieurmate rialen betreft - heeft de klant een vrijwel onbeperkte keuze. Achterin is het ruimer dan in wel ke coupé dan ook, maar ook al zijn de voorstoelen zoevend elektrisch naar voren te klappen, in- en uit stappen is ook hier een crime. Ten minste wat aan te merken. Ook de koffer houdt met 401 liter niet echt over, maar wie zo'n auto heeft laat z'n bagage apart reizen. Kortom: het meest chique wat er te koop is - Bentley is nu eenmaal voornamer dan Rolls Royce - blijkt een rijmachine van jewelste. De Belgische handelaar die de Ca dillac voor Sinke had opgespoord in de Verenigde Staten had echter nog wel een andere interessante oldtimer geïmporteerd: een Packard uit 1933. „Daar was ik ei genlijk niet in geïnteresseerd. Ik wilde juist graag een tweezitter, met zo'n rond kontje." Sinke be sloot de Packard toch te kopen. „Omdat hij werkelijk in een bij zonder goede staat was. Die auto zag er bijna net zo uit als toen hij uit de fabriek kwam."- Slechts aan de lak en de bekle ding van de banken was bij de aanschaf in 1995 te zien dat de au to op dat moment al meer dan zestig jaar achter de rug had. „Er waren mensen die mij adviseer den om de auto niet over te spui ten, omdat hij dan niet meer hon derd procent origineel is. Maar er zat ouderwetse celluloselak op, die was door het poetsen dof ge zeldzaamheid, zéker voor de staat waarin hij verkeert. Vroeger was de auto echter ook niet voor ie dereen weggelegd. „Zoiets kostte 6000 gulden. Daar kocht je in die tijd zo ongeveer een hoeve voor", weet Bram Koster, die vaak met Sinke naar oldtimerbeurzen gaat en met ritten meegaat. Voor dat bedrag kreeg je dan ook waar voor je geld. De auto is voor zien van verschillende technische snufjes. Er zit stuurbekrachtiging op en met een schakelaar op het dashboard kun je aangeven of er één, twee, drie of vier mensen meerijden. „Daarmee regel je de remdruk", legt Sinke uit. Hoewel de Packard in een mu seum niet zou misstaan, gebruikt Sinke hem geregeld. „Mijn klein kinderen rijden graag mee, maar ik gebruik 'm ook wel eens als vervoersmiddel, om bij iemand op visite te gaan." door Joeri Wisse De foto's van de klassieke Cadillac uit de jaren der tig zagen er prima uit. Re den genoeg voor Paul Sinke uit Kruiningen om tot de aankoop van de wagen' over te gaan. „He laas bleek de Amerikaan die de auto verkocht op het laatste mo ment 'm toch niet te verkopen." De Packard van Paul Sinke uit Kruiningen stamt uit 1933. foto Willem Mieras worden, dat vond ik gewoon niet zo mooi." Ook de zittingen wer den van nieuwe stof voorzien. Die laatste ingreep maakt.dat de het interieur van de Packard nog net zoveel luxe uitademt als in de jaren dertig. „Ga maar eens zit ten", nodig Sinke uit. „Dit is nog eens een échte auto." De Packard is vandaag de dag een

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 15