Keano kijkt't liefst naar links SPECIALIST: FYSIOTHERAPEUT Als kinderfysiotherapeut is Marianne Dagevos specialist in het bewegend functioneren van kinderen tussen 0 en 18 jaar. Elke dag ontvangt zij rond de veertien patiënten in haar ruime, kleurrijke behandelkamer. Een aantal van hen heeft extra oefening nodig om zich zintuiglijk of motorisch goed te kunnen ontwikkelen. Anderen leren te leven met hun fysieke beperking. Marianne Dagevos, werkzaam bij fysiotherapieprak- tijk De Clavers in Goes, heeft heel bewust gekozen voor kinderfysiotherapie. „Met de juiste therapie kan ik mijn patiëntjes een heel eind op weg helpen. Kinde ren met een aangeboren afwijking begeleid ik gedu rende langere tijd om tot een goed functioneren te komen. Anderen zie ik soms maar een paar keer. Toch kan ik ook dan veel voor ze betekenen. In princi pe leert iedereen in zijn kinderjaren bewegen. De zin tuiglijke en motorische ontwikkeling voltrekt zich meestal spelenderwijs. Bij sommige kinderen duurt die ontwikkeling langer, of verloopt hij anders. Bij voorbeeld door een aandoening aan de zintuigen, or ganen, het zenuwstelsel of het bewegingsapparaat. Deze kinderen hebben meer oefening nodig. Soms hebben kinderen een beperking die blijvend is, maar waarmee ze wel zo goed mogelijk kunnen leren om gaan. De kinderfysiotherapeut kan daarbij helpen." UFO Mariannes behandelkamer hangt en staat vol met al lerlei kleurige speeltoestellen, matten, een minitram- poline, klimrekken, ballen van klein tot groot, even- wichtstoestellen en zo verder. Een aantrekkelijk plek, en zo hoort dat ook, zegt Marianne. „Interessante en fleurige materialen maken het oefenen leuker en dat is voor kinderen heel belangrijk, anders haken ze af." Ze haalt een intrigerende houten schijf tevoorschijn, een soort UFO met aan de onderkant een bolling. Op de schijf staat links en rechts een voetje getekend. Daartussenin bevindt zich een uitgefreesd labyrint. Marianne legt een balletje in het midden van de schijf. Door op de schijf te gaan staan en die alle kan ten op te bewegen gaat het balletje aan de rol. Het is de kunst het balletje door de paden van het labyrint te laten rollen, tot aan de finish. Van binnen naar bui ten valt nog mee, andersom vergt heel wat meer voe tenwerk. „En dat is precies de bedoeling", legt Ma rianne uit. „Met dit spel zetje de spieren in de voeten en onderbenen flink aan het werk, zodat ze sterker worden. Met alle materialen in deze ruimte kan ik voor een hele waaier van klachten oefenmogelijkhe den creëren die leuk én effectief zijn." Op de grond ligt een dikke mat, met daarop baby Keano, dertien weken oud. Zijn moeder en Marianne zitten op hun knieën bij hem. Keano kijkt het liefst naar links en dat is te zien; de linkerkant van zijn hoofdje is aanmerkelijk platter dan de rechter. Marian ne onderzoekt zijn nekje, schoudertjes en heupjes en stimuleert hem zijn lijfje naar links en naar rechts te draaien. Met een blije lach om zijn tandeloze mondje volgt hij het clowntje-met-muziek dat Marianne bo- Foto Paula Koster ven zijn gezicht heen en weer beweegt. Het is duide lijk dat Keano's linker nek- en schouderspieren sterker zijn dan zijn rechter. De therapie zal er daarom op ge richt zijn de rechterkant sterker te maken. Daarbij spe len zijn ouders een belangrijke rol; door middel van hanterings- en speladviezen kunnen zij het beweging spatroon van hun kindje helpen verbeteren. Buiten de boot De kinderfysiotherapeut is er voor kinderen tot 18 jaar. Jonge kinderen die een verkeerde houding of motoriek aanleren kunnen daar veel last van hebben - lichamelijk, maar ook sociaal. Wie niet goed mee kan komen met spelen wil nog wel eens buiten de boot vallen. Marianne: „Bij het aanleren van motorische vaardigheden of het optimaal leren omgaan met een beperking is een steuntje in de rug van de kinderfysio therapeut heel handig. Het spreekwoord 'Jong ge leerd is oud gedaan' gaat zeker op." Marianne geeft ook voorbeelden van oudere patiënt jes. „Ze kunnen motorisch onhandig zijn, bang zijn om te bewegen, grote moeite hebben met stilzitten of ze kunnen het tempo van de klas niet bijbenen. Door middel van een intakegesprek, onderzoek en tests krijg ik een volledig beeld van de motoriek van een kind. Ook de informatie van ouders en leerkrach ten, de huisarts en anderen is van belang. Zij maken het kind immers onder allerlei verschillende omstan digheden mee. Het algehele motorische plaatje vormt de basis voor het behandelplan. Hoelang een behandeling bij de kinderfysiotherapeut duurt hangt af van de klacht of de hulpvraag." Paula Koster

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 83