'Ingrijpen paste niet in die tijd' 'Juliana en Bernhard waren slachtoffer van hun omgeving. Degenen onder de top probeerden zich onmisbaar te makenvochten voor hun eigen positie en stookten in het huwelijk' Cees Fasseur, historicus PZC Woensdag 12 november 2008 11 w was. De prins stond vanaf 1 Een door hem ondertekend ïkt. Bernhard betaalde in elk 935 contributie, daarna liep p. Twee dagen voor zijn hu- I hij als lid geschrapt. /veringen dat Bernhard ver- ar op 24 april 1942, samen stadhoudersbrief te sturen ze hun diensten aanboden, sseur stelt dat de nazi's de om de Oranjes zwart te ma- reeds het bewijs dat zij nooit en beschikt'. De 'affaire-Juliana' Koningin Juliana is, zo wordt duidelijk in het boek van Cees Fasseur, een aantal jaren het zicht op de werkelijk heid kwijt geweest. Ze vertrouwde op 'doorgevingen' van de 'helder- horende' Greet Hofmans, haar 'contactsleutel met Boven'. 'De onzekerheid van Juliana ver grootte haar behoefte aan goddelij ke leiding', schrijft Fasseur in 'Julia na Bernhard, het verhaal van een huwelijk 1936-1956'. Misschien dat in 2054, als vijftig jaar na Julia na's overlijden haar dagboeken openbaar worden, meer bekend wordt. Uit haar correspondentie, aanteke ningen van de hofhouding en brie ven van Hofmans ontstaat volgens Fasseur een beeld dat niet spoort met de 'zelfstandige, zelfbewuste' vrouw die Juliana in haar brieven aan Bernhard en Wilhelmina in de oorlogsjaren leek te zijn. Hij kon ze allemaal lezen. Greet Hofmans is door Bernhard op het paleis verwelkomd, on danks 'ellendige twijfel' bij Juliana. Hofmans kan de bijna blinde prin ses Marijke echter niet helpen en Bernhard stuurt haar in 1950 weg.. De kiem voor de 'crisis op Soest- dijk' is dan al gelegd. Ook de halve hofhouding is in de ban van 'me juffrouw Hofmans', die zich steeds meer met het privéleven van het koninklijk gezin bemoeit. Omdat de prins haar niet meer vertrouwt, stoken haar aanhangers Juliana te gen hem op. Zo geeft Hofmans 'Wil jij onze familie de naam van een derderangs Balkanmonarchie geven?' 'door' dat 'de prins een aanslag op de koningin beraamde terwijl hij en zijn moeder het neonazisme zouden willen bevorderen'. Bernhard zou uit zijn op de rege ringsmacht en haar af willen zet ten. Ook zou hij geld van haar heb ben verduisterd. Dat de prins uitge rekend in die tijd (1952) vader wordt van een buitenechtelijke dochter, Alicia de Bielefeld, komt de familiale verhoudingen ook niet ten goede. Fasseur weet de naam van Alicia's moeder ('een onenightstand') niet te achterha len. Er ontstaan kampen op het paleis. Beatrix en Irene kiezen de kant van hun vader, Wilhelmina keert zich tegen de prins. Juliana vertelt de commissie-Beel dat Bernhard haar leven tot 'een hel' wil maken door doelbewust treiteren. Hofmans' invloed op staatszaken is niet zo groot. Toch meldt pre mier Drees al in mei 1951 in de mi nisterraad dat er een Raspoetinfi- guur aan het hof is, die ongewens te invloed heeft op de koningin. Hij verzuimt echter in te grijpen. Kwalijker dan zijzelf zijn de men sen om Hofmans heen, maakt Fas seur helder. Juliana's particulier se cretaris en vertrouweling, Walra ven baron van Heeckeren van Mo- lecaten en diens vrouw Rita, het vroegere kindermeisje van de prin sesjes, bijvoorbeeld. Van Heecke ren haat Bernhard. Hij moedigt Juliana aan afstand te nemen van Bernhard. In augustus 1955 stuurt ze Bernhard een brief, waarin ze een echtscheiding aankondigt. „Wil jij onze familie de naam van een derderangs Balkanmonarchie geven? Ik zal er, uit plichtsgevoel voor onze kinderen en onze posi tie, zeer positief tegen vechten", antwoordt Bernhard. 'Der Spiegel heeft Nederland en het koningshuis een grote dienst bewezen door met zijn sensatione le onthullingen te komen. Het valt moeilijk in te zien hoe anders, dus achter de schermen, een bevredi gende oplossing had kunnen wor den gevonden voor een probleem dat onoplosbaar leek', schrijft Fas seur. De prins, die Der Spiegel zelf tipte, zette zijn huwelijk en de mo narchie op het spel, oordeelt hij. Juliana verlangt onderzoek naar het 'lek'. Bernhard houdt zich van de domme, maar gaat akkoord met een onderzoek door ex-pre mier Louis Beel, vertrouwd door beide partners. Het kabinet wist niets van het in stellen van de commissie-Beel. Vol gens premier Drees ging de oplos sing van de huiselijke problemen van het koningspaar de regering niet aan', schrijft Fasseur. De commissie adviseert Juliana al le banden met Hofmans door te snijden. De prins moet voortaan zijn mond houden tegenover de pers, een opdracht die hij meteen al schendt en tot na zijn dood aan zijn laars lapt. Juliana stribbelt nog drie maanden hevig tegen, maar capituleert. Haar 'engel' Hofmans heeft ze nooit meer gezien. De crisis op Soestdijk draaide vooral om de koningin. „Het was niet de 'Hof- mans-affaire', maar de 'kwestie-Juliana'", zegt Cees Fas seur. Hij keek voor zijn boek Julia na's brieven en aantekeningen in. In de oorlogsjaren werd ze een zelf standige en verstandige vrouw. Toch was ze daarna bijna acht jaar in de ban van een eenvoudige 'ge bedsgenezeres en doorgeefster', Greet Hofmans. „Hoe is het mogelijk dat Juliana zo de koers kon kwijtraken?", vraagt Fasseur zich af „Hoe kon het dan dat ze een willoos werktuig werd in de handen van Hofmans? Dat ze steeds vroeg: 'wat vindt Boven ervan?"' Fasseur zegt dat de impact op Julia na van de ooghandicap van de in 1947 geboren jongste dochter Marij ke 'niet onderschat' moet worden. „Ze is een moeder die zichzelf ver wijten maakt. Ze dacht dat ze im muun was voor rode hond, dat de prinsesjes dat in Canada al hadden gehad. Daarover schreef ze in 1942, maar het bleek niet te kloppen. Ze liep de ziekte op bij een bezoek aan een repatriantenschip. Ik denk dat het erg aan haar heeft ge knaagd. Dat ze zich de vraag stel de: 'waarom moet mij dit overko men?"' Fasseur is mild over Hofmans. „Het was een mooie prestatie van haar. Dat een weinig algemeen ont wikkelde vrouw zich wist te ont wikkelen tot gesprekspartner van Juliana en anderen. Ze had toch wat in haar mars, afgezien van haar bovennatuurlijke gaven. Ze vroeg ook geen geld, was niet uit op winstbejag, ze werd zelf opge zocht door mensen." Fasseur, die in het archief'pakken met doorgevingen' van Hofmans 'Drees heeft toen als staatsman gefaald. Hij had moeten ingrijpen' vond, verbaast zich er wel over 'dat hoogopgeleide mensen haar zo ver eerden'. De kracht van Hofmans was haar psychologisch inzicht. „Ze wist al wat haar gesprekspart ners wilden horen." Op die manier bevestigde ze konin gin Juliana meer dan eens in haar eigen mening. 'Hofmans bleef wie zij was, een ondoorgrondelijke fi guur, niet helemaal of helemaal niet van deze wereld', schrijft hij. Fasseur richt de meeste kritiek op Walraven van Heeckeren van Mole- caten, destijds particulier secretaris van koningin Juliana. „Wat een ij- dele, domme man", aldus Fasseur, die van de familie het persoonlijk archief met de dagboeken van Van Heeckeren als eerste mocht door snuffelen. „Ik ben verbaasd dat zo'n man naaste adviseur werd van de koningin." Van Heeckeren belandde er op voordracht van Hofmans. „Van Heeckeren probeerde zijn invloed op haar te vergroten", zegt Fasseur. De secretaris had daarbij hulp van zijn vrouw Rita, een vriendin van Juliana en van zijn moeder, groot meesteres aan het hof „Juliana en BernhaTd waren slachtoffer van hun omgeving. Degenen onder de top probeerden zich onmisbaar te maken, vochten voor hun eigen po sitie en stookten in het huwelijk." Hij ziet de hand van Van Heecke ren in de verzoeken van Juliana aan Drees om Bernhard te verbie den deel te nemen aan de Bilder- berg-conferenties. Het archief van Van Heeckeren en het rapport-Beel waren niet de eni ge archieven die Fasseur als eerste mocht zien. Hij vond ook archief stukken van het kabinet in de zoge noemde 'zuurkast'. Daar worden de aantekeningen van de minister raad bewaard die niet voor derden zijn bestemd. Het leidde tot de ontdekking dat premier Drees al op 2 mei 1951 meldde 'dat mej. Hofmans aan het Hof invloed probeert uit te oefe nen en als een Raspoetinfiguur wordt aangeduid'. Daar past bij na der inzien een harde conclusie. „Ik foto David van Dam/C PD had het scherper moeten formule ren", bekent Fasseur. „Drees heeft toen als staatsman ge faald. Hij had moeten ingrijpen en tegen Juliana moeten zeggen: die juffrouw moet weg. Ze had te veel invloed. Ik ben ervan overtuigd dat Juliana zich had geschikt, ze hechtte aan haar ambt. Hij had veel ellende kunnen voorkomen." Maar Fasseur begrijpt Drees ook wel. „Zo'n ingrijpen paste niet in die tijd. Juliana was een emotione le persoonlijkheid, voor wie Drees groot respect had. En als gewezen republikein en sociaaldemocraat had hij geen chemie met het hof Louis Beel had dat wel, die heeft een grotere rol gespeeld dan Drees. Die was meer van pappen en nat houden." Vanwege de betere relatie van Louis Beel met het koninklijk paar was hij geschikt om op hun eigen verzoek te bemiddelen toen Julia na en Bernhard er in 1956 echt niet meer uitkwamen. Het rapport zelf noemt hij een 'an ti-climax'. 'Geen wapengekletter, slechts een enkele traan', schrijft hij. „De conclusie was al bekend", zegt Fasseur. De commissie bleek weinig verslagen te hebben ge maakt, veel aantekeningen zijn ver nietigd. Maar in het boek komen voor het eerst de hoofdrolspelers zelf aan het woord, door brieven en dagboeken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 11