spectrum 8
is geen kereltje meer
'Heerlijk om soms anoniem te zijn', dan
zet ik een zonnebril en baseballpet op'
PZC
Zaterdag 8 november 2008
Alexander Pechtold
Geboren op 16 december
1965 in Delft.
1992-1997: veilingmeester
in Den Haag.
1994: gemeenteraadslid in
Leiden voor D66.
t-1996: doctoraal kunstge
schiedenis en archeologie,
Universiteit Leiden.
1997: wethouder in Leiden.
»- 2002: voorzitter van D66.
2003: burgemeester van
Wageningen.
2005: minister voor Bestuur
lijke Vernieuwing en Konink
rijksrelaties in kabinet
Balkenende-ll.
2006: Tweede Kamerlid en
fractievoorzitter voor D66.
Pechtold is gehuwd en heeft
twee kinderen.
foto ANP
Hij is al bijna 19 jaar oud, de
Volvo 740 van D66-voor-
man Alexander Pechtold.
Hij is er aan gehecht. Zijn va
der had er net zo een. Bijna
dagelijks rijdt hij er mee van zijn-woon
plaats Wageningen naar Den Haag.
Eerst de kinderen naar school en dan op
naar de Tweede Kamer. Er zit net weer
een jaar apk op, maar daarna is het afgelo
pen. „Grote vakanties doe ik er al niet
meer mee. Dat durf ik niet meer aan."
Het afscheid zal hem zwaar vallen. Hij had
de auto al toen hij en zijn vrouw Froukje
nog geen kinderen hadden. Pechtold stond
aan het begin van zijn politieke carrière en
was wethouder in Leiden geworden. Zes
jaar later verkaste hij naar Wageningen
om er burgemeester te worden. De Volvo
ging mee. Ook toen hij later als minister
een auto met chauffeur kreeg, deed hij het
voertuig niet van de hand. Te veel herinne
ringen. „Deze auto omspant mijn hele poli
tieke carrière. Ik heb er bijna meer tijd in
doorgebracht dan in mijn bed."
De oude Volvo is eigenlijk te sjofel voor
een man die gymnasium deed, kunstge
schiedenis studeerde en bij het studenten
corps zat. Als altijd heeft hij zich gestoken
in een net pak, maar noem hem niet eli
tair. „Al kleed ik me misschien wat conser
vatief en heb ik een voorliefde voor mooie
dingen, dat is toch niet elitair? Ik hecht
aan normale omgangsvormen. Fatsoenlijk
is niet het goede woord, dat is zo'n
CDA-term.
„Het heeft, denk ik, met beschaving te ma
ken. Ja, dat je je bewust bent van je verant
woordelijkheden en daar zo nu en dan bij
Alexander
door Laurens Kok
De 'minister van spek en bonen' schittert in de oppositiebanken.
D66-leider Alexander Pechtold is de 'Comeback Kid' van de
Nederlandse politiek. „Als ik tegenstand krijg, word ik beter."
stilstaat. Ook in de opvoeding van mijn
kinderen ben ik daar mee bezig. Door je
aan bepaalde spelregels te houden, wordt
het leven alleen maar
makkelijker. Ik zal bijvoorbeeld niet snel
iemand tutoyeren."
Pechtold koestert herinneringen aan zijn
jeugd. Er kon thuis in Rhoon veel, een vrij
zinnig milieu. „Mijn ouders waren niet reli
gieus, maar ook niet antireligieus. Uit prak
tische overwegingen zat ik op de School
met den Bijbel. Die was aan het einde van
de straat, de openbare school zat aan de an
dere kant van het dorp. De Bijbelkennis
die ik opdeed, kwam later bij mijn studie
kunstgeschiedenis goed van pas. Als kind
droomde ik er niet van ooit de politiek in
te gaan. Archeoloog wilde ik worden. Op
het Waterlooplein mocht ik een boekje ko
pen over de schatten van Heinrich Schlie-
mann, de man die Troje openlegde. Intrige
rend. Ik zag me later al als Indiana Jones
de deur van een piramide opblazen. Tot
dat ik zag hoe die lui tot vervelens toe met
een tandenborstel de zoveelste potscherf
afstoften. Toen was de romantiek er wel
af."
De jonge Alexander Pechtold was een
enigszins in zichzelf gekeerde jongen. Hij
hoorde niet tot de groepen in de klas,
maar kon zich wel met al die groepen ver
staan. „Pas op mijn 16e ben ik wat meer
naar buiten gekeerd. Een specifieke aanlei
ding was er niet. Het groeide zo, denk ik.
Het kwam bij mij allemaal wat later."
Inmiddels noemt hij zich een 'mensen
mens'. Het liefst zou hij een grote
vriendenkring onderhouden, maar
als politicus valt dat niet mee. Het we-
deropbouwwerk voor D66 neemt bijna al
zijn tijd in beslag. Klagen wil hij niet, ook
al is het soms schipperen in de opvoeding
van zijn dochter (5) en zoon (4). Die
brengt hij zo vaak hij kan zelf naar school,
maar met het eten is hij nooit thuis. Behal
ve in de weekenden. „Eens in de zoveel
tijd is er de papa- braadt-een-kip-dag.
Gaan we samen bij de ecologisch verant
woorde slager een enorme scharrelkip ha
len. Thuis is er de lol van papa die de kip
klaarmaakt. De kinderen vinden het velle
tje en het kraakbeen het lekkerst, terwijl
mijn vrouw van deze hele sessie gruwt. De
kinderen moeten daar telkens weer om
schaterlachen. Ook bij herhaling blijft het
een leuk ritueel."
Zijn kinderen zitten allebei in groep 1 van
de basisschool. Pechtold constateert tot
zijn verbazing dat zijn zoon steeds meer
technisch geïnteresseerd raakt. „Als we in
een museum lopen, kijkt hij aldoor naar
klimaat- en beveiligingsapparatuur. Hij is
in staat alle schilderijen over te slaan! Wat
moet ik daar nu mee? Dat Delfterieke ge
drag heeft hij vast van mijn vader."
Pechtolds vader was ingenieur en werkte
in de bouw. Tien jaar geleden stierf hij. Va
der en zoon hadden een goede band. Veel
wil hij er niet over kwijt. „Met mijn moe
der heb ik ook een goede band, maar mijn
vader is overleden, dus die mis ik."