Kinderen zijn het
T
1 2 Zaterdag 8 november 2008 PZC
5 Rumangabo
Doodseskader
De plegers van de genocide op de Rwandese Tutsi's
bevinden zich als militie al veertien jaar in Congo. Hun
aanwezigheid staat vrede daar nog altijd in de weg.
door Chris Halkes
Angst voor een bloed
bad hing boven de
huisjes bij de zoom
van het Congolese
oerwoud. Het dorpje
diende als opvangpost voor rond
dolende kinderen; maar wat voor
Mike Croft van Save the Children
als routinebezoek gold, werd een
nachtmerrie. Tientallen vluchtelin
gen hadden de nederzetting over
spoeld. Zij waren 's nachts ont
snapt aan hun Interahamwe-bewa-
kers. Nu vreesden allen de wraak
van de meedogenloze militie. Ie
dereen wilde mee in Crofts terrein
wagen; slechts tien kinderen kon
den instappen. Wanhopige men
sen bonkten boos op de motorkap
en rukten aan de portieren van de
vertrekkende auto. „Interahamwe,
Interahamwe", verzuchtte Croft tij
dens de lange terugrit naar Goma.
„Dat wordt de komende tien jaar
de vloek van heel Afrika."
Dat was twaalf jaar geleden. En de
voorspelling is uitgekomen. Ook
nu weer is de moordzuchtige Hu-
tu-militie, die in 1994 het leeuwen
deel van de genocide in Rwanda
voor zijn rekening nam, de bron
van een groot conflict en onnoe
melijk lijden van de bevolking in
Oost-Congo. Al opereert zij nu on
der de sjiekere naam Forces Demo-
cratique de,Liberation du Rwanda
(FDLR), voor de slachtoffers van
plundering, moord en verkrach
ting blijven zij Interahamwe - 'zij
die samenwerken'. Ook raakte een
deel van de strijders tijdens de gro
te Afrikaanse oorlog van
1998-2002 verstrooid over Tanza
nia, Angola, de Centraal-Afrikaan-
se Republiek en Congo-Brazzavil
le. Inmiddels is wat er van de mili
tie over is, geheel terug in het on
toegankelijke Oost-Congo.
Aan de vooravond van de huidige
oorlog in Congo, adviseerde de
denktank International Crisis
Group (ICG) in een rapport om
de FDLR - desnoods met geweld -
te ontwapenen en te repatriëren
naar Rwanda, als enige echte op
lossing voor het 'Congolese pro
bleem'. Zolang deze militie zich in
Oost-Congo bevindt, vormt zij na
melijk altijd een aanleiding voor
buurlanden Rwanda en Uganda
'om in te grijpen' in het econo
misch interessante Oost-Congo.
Dit keer gebruikte generaal Lau-
rant-Nkunda, een Congolese Tutsi,
het argument 'dat hij de Tutsi's in
Kivu tegen Interahamwe moest be
schermen' om in opstand te ko
men tegen de regering in Kinsha
sa. Die laatste had de operatie ge
staakt om samen met de
VN-macht Monuc de FDLR te ont
wapenen. Inmiddels dreigt Nkun-
da - vermoedelijk gesteund door
het Tutsi-bewind in Rwanda - op
te rukken naar Kinshasa en ge
bruikt het regeringsleger de gehar
de Hutu-strijders om de eigen ge
vechtskracht op te krikken.
Je moet je daar echter niet te veel
van voorstellen, zegt luitenant-ko
lonel Jean-Paul Dietrich, woord
voerder van Monuc. „Hoogstens
kunnen de FDLR-strijders met de
regeringstroepen meevechten op
de plekken waar ze zelf wonen,
dus puur op lokaal niveau. Ze vor
men geen bedreiging meer voor
Rwanda, zoals vroeger."
De ongeveer 50.000 bewapende
Hutu's die in 1994 voor de troe
pen van de huidige Rwandese pre
sident Paul Kagame naar Congo
vluchtten en daar honderdduizen
den vluchtelingen als het ware gij
zelden, zijn door jaren van strijd
en ontberingen fors uitgedund.
Volgens diverse schattingen zijn ze
met niet meer dan 7000. ICG gaat
ervan uit dat ze daarnaast ook nog
zo'n 700Ö familieleden bij zich
hebben, maar volgens Mo-
nuc-woordvoerder Dietrich is het
'7000 inclusief vrouwen en kinde
ren'. Ze zijn bewapend met gewe
ren, machinegeweren en mortie
ren, vertelt hij. De leeftijd van de
strijders ligt tussen 20 en 40 jaar.
De oudsten - nog maar enkele
honderden schat hij - zijn dege
nen die deelnamen aan de genoci
de in Rwanda. „Ze hebben echter
fors in Congo gerekruteerd."
Opmerkelijk genoeg, ver
telt Dietrich, gebruikt de
ze militie nauwelijks kind
soldaten. „Ze schenden fors de
mensenrechten, maar dat doen al
le partijen." De Belgische krant De
Morgen maakte onlangs uit verkla
ringen van artsen en hulpverle
ners op dat de FDLR de militie is
met de meeste verkrachtingen in
Congo op het geweten.
Volgens de Belgische professor Fi-
lip Reyntjens, de autoriteit op het
Afrikaanse Grote-Merengebied,
waren veel huidige FDLR-
strijders nog kind toen zij met
hun ouders in 1994 naar Congo
kwamen. „Ook de meeste leiders
van nu worden niet beschouwd
als aanstokers van de genocide,
hoewel de Rwandese regering dat
wel beweert en internationale aan
houdingsmandaten tegen hen
heeft uitgevaardigd."
„Deze mensen zijn deel gaan uit
maken van het Congolese land
schap", verklaart Reyntjens hoe
het mogelijk is dat de Rwandese
Hutu's zich 14 jaar lang in de oer
wouden van Congo staande heb
ben gehouden. „Sommigen zijn ge
trouwd met Congolese vrouwen.
Ze bewerken velden en verkopen
op markten. En net als iedereen
daar, zijn ze actiefin de exploitatie
van delfstoffen."
Reyntjens en Dietrich zien beiden
dat een vertrek van de FDLR zou
helpen rust te brengen. „Dat ver
mindert de spanning tussen de
Congolese Tutsi's en Hutu's", stelt
Dietrich. Volgens hem wil onge
veer de helft van de militie wel te
rug naar Rwanda en een 'normaal'
leven gaan leiden. „Maar de hardli
ners willen geen vrede met Rwan
da. We zullen hun aanwezigheid
voorlopig moeten accepteren."
in het han
Een jonge vrouw met haar zuigeling op de rug huilt als ze op
zoek is naar haar ouders in Kiwanja. foto Jerome Delay/AP
f
jongens moeten het slagveld op, meisjes worden
gedwongen seksuele diensten te verlenen aan de
strijders. „Het is een nachtmerrie voor kinderen."
Kiwanja
.alengera Iffl
VIRUNGA
NATIONAAL
PARK
Masisi
VOLCANOES
NATIONAAL
PARK
Kibumba
DEMOCRATISCHE
REPUBÜEK
CONGO ICiwi im
RWANDA
Coma
Goma
Kigali
congo
democratische
republiek
congo
Kinshasa
Coma
Bukavu#
rwanda
democratische
republiek Bujumbura
congo
jf angola
500 km
zambia
CNDP rebellen
Door rebellen bezette
60 km
FDLR Regeringsgezinde milities
dorpen
Tanganyika
meer
UGANDA
Burera
meer
CISHWATI
FOREST
Kivumeer
infographic: JD, GN
Militaire posities in Kivu (Congo)