De Zeeuwse kernploeg
s
i jy>e ft/likke
N
Het geld van de
PZC-actie gaat naar
de ziekenboeg voor
kleine vogels
PZC zaterdag 8 november 2008
SC
O
ui
u
s
fNl
Een kunstijsbaan heeft Zeeland
nooit gehad, maar dat weerhield
een groep jongens er begin jaren
zeventig niet van fanatiek te
gaan schaatsen. Dan maar drie
keer in de week naar Eindhoven.
door David Duijnmayer
Gemiddeld kan de Elfsteden
tocht eens in de achttien jaar
gereden worden, berekende
een stel onderzoekers van
het Planbureau voor de Leefomgeving
laatst. Zo bezien heeft Frans van den
Berge veel geluk gehad dat hij er drie
heeft mogen rijden; twee keer zelfs als
wedstrijdrijder. Als B-rijder eindigde hij
tot twee keer toe tussen de A-rijders: in
1985 werd hij 32e, in 1986 behaalde hij
een 25e plaats.
Het begon allemaal begin jaren zeven
tig, herinnert Van den Berge, (57) zich.
Met Wim Hirdes, die zich als trainer op
wierp van een groepje talentvolle jonge
schaatsers. Jongens als Co Goeree, Ar-
jaan van de Kreeke en Mari Stevensen.
Van den Berge sloot zich ook aan. Drie
keer in de week gingen de mannen van
ijsclub De Poel richting Eindhoven,
toen nog de dichtstbijzijnde ijsbaan.
„Toen ik begon, had De Poel misschien
een stuk of vijftien leden", denkt Van
den Berge. „Wij werden wel de harde
kern genoemd, omdat we altijd samen
op pad gingen met een man of vijf, zes.
En omdat we fanatiek waren. Heel fana
tiek, mag je wel zeggen."
Na Eindhoven trainde 'de harde kern'
op de ijsbaan in Den Haag. „We koch
ten dan met dat groepje een oude auto,
die we aan het eind van het seizoen
weer verkochten. Het was altijd heel ge
zellig, maar ook wel een zware tijd. We
waren soms pas om één uur 's nachts
thuis, en om kwart over vijf ging de
wekker weer. Want ik werkte ook vaak
twaalf tot veertien uur per dag. Nu ik
wat ouder ben, begrijp ik niet hoe ik
dat volhield, maar ik kijk terug op een
mooie tijd."
Aanvankelijk leidden alle inspanningen
niet meteen tot resultaten. De Zeeuw
en hebben niks te zoeken op nationale
wedstrijden, schreef de PZC over het
clubje. Alleen sprinter Arjaan van de
Kreeke boekte in die eerste jaren wel
eens successen. „Maar vanaf 1977 kwam
het in een stroomversnelling", zegt Van
den Berge. Aan de hand van kranten
knipsels laat hij zien hoe de kritiek ver
stomde en de harde kern van ijsclub De
Poel overwinningen begon te behalen.
Voor Van den Berge zelf was het sei
zoen '79/'8o zijn beste periode. Hij won
marathons en haalde goede resultaten
op natuurijswedstrijden. „Achteraf ge
zien was ik veel beter in de lange afstan
den", zegt hij. „Misschien had ik me
daar wel eerder op moeten concentre
ren. En als ik niet zo'n drukke baan had
gehad, had er misschien nog wel meer
ingezeten."
En toen was daar, eigenlijk al in de na
dagen van zijn schaatscarrière, de Elfste
dentocht van 1985. „Het was heel twij
felachtig of die zou doorgaan", vertelt
hij. „Ik had er dus niet speciaal voor ge
traind. Het was steeds wel, niet, wel,
niet. En in die paar weken dat er na
tuurijs lag, waren er natuurlijk heel veel
wedstrijden die ik wilde rijden. Ten op
zichte van al die toppers die naast me
aan de start stonden, was ik niet zo
goed voorbereid." Toch wist Van den
Berge heel lang voorin mee te rijden.
„Dat was zwaar hoor. In zo'n kopgroep
is het echt ieder voor zich. Ik heb de he
le wedstrijd eigenlijk op mijn top gere
den. Als er dan gedemarreerd wordt, zit
je echt op je tandvlees te rijden."
Maar het is niet alleen de 199 kilometer
hard schaatsen die de Elfstedentocht
zwaar en speciaal maakt. „De kou en de
wind maken het natuurlijk extra moei
lijk", zegt Van den Berge. „En drinken
en eten is ook lastig. Ik had van dat
0?$/.^
f&Pt t
vloeibare voedsel meegenomen, maar
dat was keihard bevroren. Dat heb ik
toen maar in brokjes geslagen en zo op
gegeten. Op de heenweg van het stuk
Barthlehiem-Dokkum, dat je twee keer
rijdt, riep ik naar toeschouwers of ze
wat drinken konden regelen. Toen ik
daar weer langskwam, kreeg ik inder
daad water van ze. Maar dat zat in een
shafnpooflesje dat ze in de haast niet
goed hadden omgespoeld. Die smaak
zal ik niet snel vergeten."
„Het publiek is daar wel fantastisch
hoor", zegt Van den Berge. „Zeker als je
voorin zit. Je rijdt dan echt op een zee
van mensen af, die op het laatste mo
ment uit elkaar splijt. En dat gejuich,
dat is schitterend."
Uiteindelijk eindigt Van den Berge in
1985 als 32e, en een jaar later gaat het
nog beter. „In 1986 heb ik 120 kilometer
lang in de voorste groep gezeten, naast
Evert van Benthem. Toen begon ik echt
vermoeid te raken. Ik was al een keer
gevallen en was toen met moeite terug
gekomen. Op t20 kilometer viel ik
weer, en toen riepen ze naar elkaar: 'rij
den, rijden, die moet eraf!'." Hij kwam
niet meer terug en werd 25e, op 17 mi
nuten van winnaar Van Benthem.
Zijn vrouw Helma, die het op tv volg
de, weet nog goed dat Van den Berge
vooral in 1986 veel in beeld was. „Hij
zat natuurlijk de hele tijd vooraan. Op
een gegeven moment begonnen ze op
televisie toch maar uit te leggen wie die
kerel nou was. Die B-rijder hoorde daar
natuurlijk helemaal niet."
door Carla van de Merbel
Behalve dat ze bij De Mikke, naast
het verzorgen van de dieren, nog
steeds aan het bladeren vegen
zijn, hebben ze het er ook druk met de
kopij voor de nieuwe donateurskrant.
De krant verschijnt half december en
de teksten en foto's moeten komende
week naar de drukker. In de laatste
week van december wordt de krant
naar alle 750 donateurs, vrijwilligers en
relaties gestuurd. In de donateurskrant
is een terugblik te vinden op het afgelo
pen jaar. Bij de krant zit een briefje met
de vraag of de betreffende donateur het
geld alstublieft weer wil overmaken.
De PZC-actie voor De Mikke heeft vol
gens beheerder Coby Louwerse niet al
leen gezorgd voor bijna 15.000 euro op
de teller (tot nu toe), maar ook voor
nieuwe donateurs. „Ik krijg ook nog
steeds reacties. Zo van: 'Wat leuk, die
actie. Ik lees de stukjes. Hoe is het nu
met dat dier.' of'Ik heb nog geld overge
maakt' Die reacties komen uit heel Zee-
VOG^ EN ZQDGD1ERQPVAI
Frans van den Berge tijdens de Elfstedentocht.
foto Ruben Oreel
land, van mensen die ik niet ken. Vaak
I hoor ik het van mensen die een dier ko-
s men brengen."
i Zo'n 15.000 euro is mooi, maar lang
niet genoeg om alle plannen die er bij
i De Mikke zijn uit te kunnen voeren,
j Louwerse: „Maar dat geeft niet. We zijn
j inmiddels ook al plannen aan het reali-
seren en zoeken daar steeds sponsors
voor. Zo is over een een paar weken de
j serre klaar en gaan we aan de slag met
1 de roofvogelvolière." Voor beide projec-
i ten zijn sponsors gevonden.
Het is de bedoeling met het geld van de
I PZC-actie de ziekenafdeling voor kleine
t vogels op te knappen. Louwerse: „Dat
j is hard nodig. Nu is het aan alle kanten
i behelpen in een klein hokje met een
klein stortbakje. Het wordt een ruimte
met een echt aanrecht, een behandelta-
fel en nieuwe kooien." Geld voor De
i Mikke blijft meer dan welkom. De
PZC-hulpactie duurt nog tot half de
cember.
Dan nog wat vogelleed/vogelvreugd: de
vorige week beschreven gewonde
velduil heeft het niet gehaald. „Helaas
toch overleden", meldt Louwerse. Ze
heeft wel een mooi verhaal over een
stormvogeltje dat vorig weekend bij De
Mikke is gebracht. Het was vanwege de
mist met zo'n vijftig andere stormvo
gels neergestreken op een schip voor de
Engelse kust. Toen de mist was opge
trokken, vlogen de vogels door op hun
trektocht, maar eentje bleef achter. Het
vogeltje is door een bemanningslid uit
Breskens meegenomen en bij De Mikke
gebracht. Deze week heeft het diertje
kunnen aansterken bij De Mikke Mor
gen gaat het terug naar de man uit Bres
kens. Die neemt het vogeltje weer mee
de Noordzee op!
Stichting 'PZC Middelburg helpt'
Rekeningnummer: 40.26.67.794