Vleermuizen op Landlust Uit het veld gezien: Ellewoutsdijk .ooi PZC Dinsdag 28 oktober 2008 31 De PZC sponsort stichting Het Zeeuwse Landschap. In Natuur- journaalgaat hoofd ecologie Chiel Jacobusse wekelijks in op wat er aan de orde is in de Zeeuwse natuurgebieden. Landgoed Landlust in Hein- kenszand. Op een niet te koude oktoberavond arrive ren we bij het bos. Doel is het inventariseren van vleer muizen. Daarvoor is een spe ciaal apparaatje nodig ,'een zogenaamde bat-detector. Zo'n detector maakt de so- nar-geluiden die de vleermui zen uitzenden hoorbaar voor het menselijk oor. Ruige dwergvleermuizen. foto Chiel Jacobusse Onder de eeuwenoude eiken en beuken is het aar dedonker. Als we door het hekje aan de Eendvo gelstraat het bos inlopen laat de batdetector even geluidjes horen. Waarschijnlijk een watervleer muis, zegt Lucien, die al vaker met dit bijltje hakte. We lo pen door naar de voorkant van het oude koetshuis waar een lichte plek te zien is. En dan is het meteen prijs. We ho- ren de diertjes eer we ze zien, maar als onze ogen wat aan het donker gewend zijn zien we allemaal vleermuisjes pal boven ons fladderen. Het zijn er zeker een stuk of twaalf Het geluid is echt een sensatie. Een beetje spookachtige rof fel, die het bezoek aan een nachtelijk bos extra cachet geeft. Het blijkt niet al te moeilijk om de geluiden te leren onder scheiden. Boven ons fladderen twee soorten: de dwergvleer muis en de ruige dwergvleermuis. Het geluid van de eerste is wat sneller en wat hoger van toon. De gewone dwerg vleermuis is een honkvaste soort die zomer en winter in de zelfde omgeving verblijft. Heel anders is dat met de ruige dwergvleermuis. De dieren bij ons zijn trekkers, die afkom stig zijn uit Oost-Europa, waar ze 's zomers hun kraamka mers hebben. Veelal blijven ze hier niet hangen, maar ze trekken door naar Noord- en Midden Frankrijk. Onderweg vindt de paring plaats en op deze avond doen we een waar neming die daar verband mee houdt. Op verschillende plaatsen in de bomen horen we zachte, korte geluidjes, die uit één enkele toon bestaan. Eerst hoort alleen mijn erva ren collega ze, maar na wat oefenen lukt het me ze ook te horen. Het zijn de geluidjes van roepende mannetjes van de ruige dwergvleermuis die ondersteboven aan een stam hangend proberen een vrouwtje te lokken. Met een zak lamp langs de stam zoekend ontwaren we hoog in een oude beuk zo'n roepend mannetje. Het zal niet bij twee soorten blijven. Aan de rand van het bos horen we op ver schillende plaatsen het ritmische geroffel van de laatvlieger. Die heeft geen last van het niet al te felle lantaarnlicht, maar profiteert juist van de insecten die erop afkomen. We trekken nog een tweede keer het pikdonkere bos in. De paden zijn glibberig van de modder en we zien geen hand voor onze ogen totdat we bij een plek komen waar we vrij naar het wolkendek kunnen kijken. Ha, de grote vijver... En daar horen we duidelijk een paar exemplaren van de water vleermuis. Uit eerdere onderzoeken weten we dat er een boom is waar een kolonie watervleermuizen zijn vaste ver blijfplaats heeft. Die zijn even later al verdwenen, waar schijnlijk om boven grotere waterpartijen op jacht te gaan. Opvallend trouwens dat al na een uur de meeste activiteit voorbij is. Het wordt te koud voor insecten en daarmee ook voor vleermuizen. Napratend komen we tot een conclusie. Het bosje van Land lust is één van de waardevolste van Zuid-Beveland als het gaat om vleermuizen. Waarschijnlijk is met de genoemde vier soorten het plaatje niet eens compleet. De kans is groot dat ook de grootoorvleermuis hier zijn jachtveld heeft, maar om die te ontdekken moet je veel geluk hebben. De bat-detector spoort de soort pas op op een afstand van min der dan vijf meter. In ieder geval: wat we vonden is genoeg om voortaan met andere ogen naar dit oude bosje te kijken. tekening Adri Karman Tijdens opgravingen in de buurt van het tegenwoordige Elle woutsdijk, voor de bouw van de Westerscheldetunnel, vorm de de vondst van overblijfselen van negen boerderijen uit de Romeinse tijd een grote verrassing. Jarenlang dacht men dat het veengebied rond Ellewoutsdijk pas in de middeleeuwen bewoond raakte. De eerste vermelding van de naam 'Elewol- desdike' dateert inderdaad uit de middeleeuwen. 'Elewold' of 'Elewoud' komt in die tijd als persoonsnaam voor, vooral iri het gebied Bewesten- en langs de (Ooster)Schelde en Vlaan deren. Ellewoutsdijk kan genoemd zijn naar ene Elewoud die mogelijk bezittingen had in de, na de stormramp van 1184, bedijkte gebieden. Zeker is dat echter niet. De geschiedenis van de parochie vanaf het ontstaan tot aan de Reformatie is grotendeels in nevelen gehuld. Uit de acht tiende eeuw is een afbeelding van de kerk overgeleverd. To ren en kerk werden vermoedelijk gebouwd in de periode 1375-1400- Tirion schrijft in de 18e eeuw, dat het 'eene goede lugtige kerk met eengn zwaaren Tooren was'. In de Tweede Wereldoorlog is de kerk bij een bombardement verwoest. Ook de gebouwen op de toen aanwezige buitenplaatsen moesten het ontgelden. Na de oorlog werd de tegenwoordige kerk gebouwd. Overigens is deze niet meer als gebedshuis in gebruik maar heeft hij een culturele functie gekregen. ISfeiSis 2 I

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 33