Ritsma en Kramer, de besten van hun tijd BenZeker berekenen, vergelijken of afsluiten? pzc Zaterdag 25 oktober 2008 42f Gestopte schaatser herkent veel van zichzelf in topper van nu. door Johann Mast en Johan Stobbe heerenveen - De een domineerde het allroundschaatsen in de twee de helft van de jaren negentig, de ander begon tien jaar later met zijn straffe regime dat nog jaren kan du ren. Rintje Ritsma (38) en Sven Kramer (22) zijn de twee grootste allrounders van de afgelopen de cennia. Zet ze bij elkaar en er volgt een geanimeerd gesprek over schaatsen. „De rol die Sven nu heeft, had ik vroeger." Het respect voor zijn oudere pro- vinciegenoot is groot, maar een idool was de 'Beer uit Lemmer' niet voor de jongen uit Oude- schoot. Kramer kan wel genieten van de techniek van bijvoorbeeld Jeremy Wotherspoon, maar aan idolen deed en doet hij niet. Dat Ritsma in 1995 de Sanex-ploeg opstartte en de oude schaatswet- ten tartte door commercieel te gaan, oogst nog altijd zijn bewon dering. Ook omdat hij er tegen woordig de vruchten van plukt. „Het leek toen misschien gewoon dat hij EK's en WK's won", zegt Kramer vol bewondering, „maar je moet het na zo'n stap nog wel even doen." Dat deed Ritsma en het commer ciële avontuur werd een daverend succes. „Ik zat toen in dezelfde pe riode als jij nu zit", zegt Ritsma te gen Kramer. Alles op het ijs lukt, el ke klap is raak. „Als er geen rare dingen gebeuren, heb je bij een kampioenschap wat over." Kramer herkent dat. Zoals Ritsma in de tweede helft van de jaren ne gentig regeerde, doet hij dat nu. „Bij een goede eerste dag heb je het in eigen hand." Ritsma: „Dan kun je verdedigend rijden." Ritsma herkent veel van zichzelf in Kramer. Zoals de huidige koning van het allrounden ontzettend toe gewijd is, was Ritsma dat ook. „Sven is zelfs in wedstrijden die er niet toe doen heel gedreven." In Ritsma's topjaren doceerde Ab Krook een andere theorie. Vijfde of zesde bij een World Cup was geen enkel probleem, eerder de op dracht. Kramer daarentegen wil al tijd winnen. „Zolang je dat kunt, moet je alles winnen wat er te win nen valt", weet Ritsma. Er zijn meer raakvlakken. De twee leven hun leven in de spotlights. „Het hoort erbij", zegt Kramer. „Drie jaar geleden kon ik nog wel eens anoniem ergens heen. Dat kan ik nu wel vergeten." Ritsma: „Wij kunnen er wel aan wennen. Bij een artiest komt die grote hit in eens en plotseling staat hij in de schijnwerpers. Een schaatser wordt steeds wat beter en kan dus lang zaam wennen aan het idee dat hij bekend is." Zelf vinden ze niet dat de roem hen anders heeft gemaakt. Dat er mensen zijn die misschien denken dat ze arrogant zijn, doet ze wei nig. Al vindt Ritsma het soms ver velend dat Nederlanders zo snel hun afgunst tonen. „Maar afstande lijk of arrogant, absoluut niet", zegt hij. Kramer: „Ik kan gewoon niet tegen iedereen hetzelfde doen als tegen mijn ouders of vriendin." Om jaloezie kan Kramer zich niet druk maken. Niet nodig ook, vindt Ritsma. Een topsporter moet vol gens hem schijt aan de wereld heb ben. „Dat is het verschil tussen een topper en een subtopper. Een subtopper denkt nog wel eens dat hij sociaal moet doen. Een topper denkt aan zichzelf" Precies de re den waarom Ritsma in 1995 de Sa- nex-ploeg begon. Hij wilde voor zichzelf de beste faciliteiten heb ben. Kramer denkt precies zo. Hij groei de op met het commerciële schaat sen en is gewend het beste om zich' heen te hebben. Hij hecht daar veel waarde aan. Bij TVM vindt hij dat. Frappant dat Ritsma dat juist helemaal niet had. Hij stapte op bij die ploeg voordat Kra mer erbij kwam. De ploeg werd voor hem te groot. „Ik had het idee dat ik terug bij de kernploeg was. Iedereen hetzelfde werkt bij mij niet. Het werd meehobbelen." Samen in een ploeg zaten ze nooit, maar hoe zit dat met rechtstreekse duels? „Ik geloof niet dat we ooit tegen elkaar hebben gereden", zegt Ritsma. Zijn opvolger heeft al eer der even in zijn geheugen zitten graven en heeft wel een race gevon den. Niet vreemd dat Ritsma die 1500 meter tijdens het NK afstan den (tevens olympisch kwalificatie toernooi) van 30 december 2005 uit zijn geheugen heeft gewist. Kra mer was in het onderlinge duel bijna vier seconden sneller en plaatste zich voor Turijn. Ritsma werd 22e. „Oh ja, die race. Dat scheelde niet eens zoveel", grapt Ritsma. Van een gelijkwaardig gevecht was geen sprake. Nooit sprake van ge weest ook, erkent Ritsma. „Sven was meteen veel beter, ik was voor hem geen concurrent." Van hun tijd waren en zijn ze de beste, maar hoe zou het zijn als de twee samen hadden gereden. „Niet te vergelijken. Ik heb bijna nooit op vaste schaatsen gereden", consta teert Kramer. Ritsma: „De jonge ren zijn met klapschaatsen opge groeid." Kramer: „Zij moesten swit chen." Ritsma: „Voor die tijd heb ik het maximale uit de klapschaats gehaald. Maar vier, vijf jaar later was dat door de nieuwe generatie volledig tenietgedaan." Bijvoor beeld door Kramer, met wie Rits ma niet meer kon wedijveren. Ver velend vond hij dat niet. Integen deel. Hij geniet van Kramer. Van zijn techniek, van zijn gedreven heid. Net zoals hijzelf, Hein Ver geer en Hilbert van der Duim gren zen verlegden, doorbreekt Kramer nu de barrières. „Mentale bar rières", Weet Ritsma. „Sven is trendsetter in snelle tijden. Als één schaatser een stap zet, komt er in eens een horde achteraan." Kramer wijst op de rondjes 28 op de 5 kilometer, die hij als stan daard zette. „Daar begon je niet aan. 'Ben je gek of zo?' Nu schaats je er tien achterelkaar." Die snelle rondes zal Kramer nodig hebben. Nog zestien maanden en dan moet hij de kroon op zijn carrière zet ten. Olympisch goud, dé prijs die ontbreekt op de palmares van Rits ma. Kramers loopbaan is pas com pleet met die gouden plak. „Maar het is geen obsessie. Dat maken an deren ervan." Ritsma: „Olympisch goud overkomt je." Kramer kan„ het niet laten om Ritsma even te plagen. „Daar weet hij helemaal niets van hoor", zegt hij verwij zend naar de lege plek in de prij- zenkast. Maar Ritsma zag het in zijn impo sante loopbaan vaak genoeg om zich heen gebeuren. Een enkeling, iemand als Gianni Romme, wist voor de Spelen dat hij goud kon ha len als hij zou doen wat hij nor-'' maal doet. „Maar Gerard van Vel de, Yvonne van Gennip, Bart Veld kamp, Jochem Uytdehaage, noem maar op. Goud overkwam ze." ■Kramer hoort volgens hem in de categorie Romme. Aan de start staan, je normale ding doen en goud pakken. „Maar de wedstrij den op de Spelen blijven raar. Je weet het nooit." Kramer heeft het. goud echter nodig om de allerbes te schaatser ooit te worden. Zijn grote doel. „Vijf keer goud, zoals Eric Heiden deed, kan niet meer", weten de twee. In de tijd van Hei den werd er nog nauwelijks speci fiek getraind op sprint. „Schaatsen stond in de kinderschoenen", zegt Ritsma. „Nu kun je niet meer een 34'er rijden op de 500 meter en on der de 13 minuten op de 10 kilome-5 ter." Kramer: „Wereldkampioen sprint en 10 kilometer is onmoge lijk." Ritsma: „Misschien dat er ooit een schaatser komt die het kan, maar nu zie ik hem niet." Sven Kramer: 'Drie jaar geleden kon ik nog wel eens anoniem ergens heen. Dat kan ik nu wel vergeten' Rintje Ritsma: 'Voor die tijd heb ik het maximale uit de klapschaats gehaald' Sven Kramers loopbaan is pas compleet met een gouden plak op de Olympische Spelen. „Maar het is geen obsessie. Dat maken anderen ervan." Ritsma: „Olympisch goud overkomt je." foto Jan de Vries vergelijkt en helpt u op weg!

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 45