Treuren om wat verdwenen is Schapen laten Vlaamse peterselie opbloeien Nieuwe raadkaart V PZC Zaterdag 25 oktober 2008 Deze week opnieuw een vestingwerk uit de collectie ansichten van Hans Lindenbergh. De gebruikelijke vraag is: in welke plaats is deze foto genomen. Nadere bijzonderheden over de situatie toen en nu zijn na tuurlijk van harte welkom. Oplossingen kunnen tot donderdag gestuurd worden naar: redactie PZC Buitengebied, postbus 31, 4460 AA Goes; fax: 0118 - 434019; e-mail: redactie@pzc.nl. Onder de inzenders van een goede oplossing worden drie waardebonnen verloot. Het idyllische tafereel van vorige week zette veel mensen op het verkeerde been. Een vestingaan zicht, een molen en een vrouw in de Axelse dracht. Tsja, vanwege die elementen had het Hulst kun nen zijn, of Axel, of Sluis, zoals di verse inzenders meenden. Sommi gen stuurden zelfs gedetailleerde beschrijvingen van die vermeende locaties. Ook waren er die meen den dat het om Hoek ging. Kort om: het was een echt zoekplaatje. Jan Kempe, geboren op Spui en nu in Vlissingen wonend, heeft er mee geworsteld. „Ik ben te jong (65) om mij deze situatie te kun nen herinneren. Echter, op zoek naar sporen van mijn voorouders kwam ik vooral in Zaamslag en in Terneuzen terecht. Al lezend en zoekend ben ik ook deze vesting poort en zijn verhaal tegengeko men. Het is de vestingbrug bij de Axelse Poort van het vestingwerk Terneuzen." Kempe heeft het bij het rechte eind. Hij meldt over de afgebeelde personen: „De dame in het zwart is waarschijnlijk een ge- burgeres. In die tijd, rond 1900, droegen zij dit door hoge, meestal zwarte hoeden. De dame daarachter is in de Axelse kleder dracht, mij wel bekend van moe der, schoonmoeder en de vier grootmoeders." Kempe weet ook dat de oorspron kelijk I7e-eeuwse vestingwerken er aan het begin van de negentiende eeuw vervallen bij lagen. Terneuze- naar Edwin Hamelink meldt dat de regering in 1833 besloot de ves ting te versterken. Dat gebeurde na dat revolutionairen er met geld en wapens vandoor waren gegaan tij dens de Belgische Opstand. Hame link: „De nieuw aangelegde ves ting bestond uit negen bastions, twee ravelijnen en een aantal ge bouwen, waaronder twee kazer nes, kruitkelders, magazijnen, wachtlokalen en het kogelpark." Kees Stevense uit Middelburg schrijft dat de houten brug leidt naar de bastions IV en V. „Ook ko men twee molens in beeld. Links de in 1862 door Pieter van Wijck gebouwde ronde stenen stelling molen Windlust, die helaas in 1932 werd afgebroken. De andere molen is de in 1853 door de ge meente Terneuzen gebouwde Stadsmolen, die in 1981 onder de slopershamer viel." Eugéne de Leeuw uit Terneuzen beschrijft hoe de locatie er nu uit ziet. „Op het einde van de brug links staat nu de Huizingabank aan de Axelsestraat. Op de plek van de brug staat nu het apparte mentencomplex de Hooghe Plao- te, waarvan de bouw enige tijd stil heeft gelegen omdat er fundamen ten gevonden werden van de brug -• en het bruggehoofd. Voorheen was hier de ZVH, met auto-onder- delen. Wij hebben er recht tegen over gewoond." Terneuzenaar Denny Boomsluiter treurt om wat verloren ging: „Door de stadsuitbreiding in zuide lijke richting zijn de beeldbepalen de kenmerken in de eerste jaren van de 20e eeuw verdwenen. Reeds in 1926 was er aan de zuid kant van Terneuzen van deze ooit zo schitterende verdedigingswer ken al niet veel meer over." Winnaars waardebonnen: Bram Bliek, Vlissingen; Gerard Bos en Ti ny van Gelderen (beiden Terneu zen). door René Hoonhorst Wandelaars die twee weken eerder over de Henricusdijk kuierden, kunnen goed zien dat de Schaaps kudde Zeeuws-Vlaanderen is langs geweest. Gras, brandnetels en andere begroeiing staan decimeters lager. Het hollebollige karakter van de dijk is geen geweld aangedaan, omdat schapen niet kli nisch op één hoogte grazen als een maaima- chine of kapper. Ze rijten een hap gras weg, knabbelen wat aan struiken, vreten wat brandnetels voor de broodnodige variatie en trappen het talud hier en daar een beetje los. Lekker voor de schapen én goed voor de vege tatie op de dijk. De Henricusdijk is bijvoor beeld een van de weinige plekken in Neder land waar Vlaamse peterselie de kop nog op steekt. De Henricusdijk, op een steenworp afstand van de stal van de kudde, is één van de mooi ste dijkjes van de regio, vindt herder (an Klomp. „Het is een van de oudste en minst aangetaste dijkjes. De cultuurhistorie druipt er als het ware vanaf." De dijk ligt vlak voor Zuidzjnde aan het restant van een oude schans en is, ook voor auto's, gewoon vanaf de Oostburgsestraat toegankelijk. Dat wil zeg gen dat het niet verboden is om over de dijk te rijden, maar berekend op moderne ver voermiddelen is het semi-verharde weggetje de eerste paar honderd meter niet echt. Passe ren is zo goed als onmogelijk. Achteruitrijden of even stilstaan op een afrit naar een land- bouwperceel is noodzakelijk. Ook als de Schaapskudde Zeeuws-Vlaande- ren op de dijk is, moeten automobilisten of boeren op landbouwvoertuigen even geduld oefenen. Klomp zet zijn kudde wel eens aan de kant als een agrariër er langs wil, maar meestal is het makkelijker als de schapen op het gemakje een hen tegemoetkomend voer tuig passeren. „Als er een auto achter de kud de staat, is het moeilijker. Dan moet ik de kudde echt aan de kant zetten. Voor een boer met haast doe ik dat als het kan, maar particu lieren laat ik nog wel eens wachten. Ook al omdat de meesten in hun voertuig blijven zit ten en niet laten weten wat ze willen. Dan ga ik er maar vanuit dat ze gewoon van het idyl lische tafereel willen genieten", lacht Klomp. Vaak gebeurt dat overigens niet. De meeste streekbewoners kiezen andere wegen om de polder in te gaan of uit de polders richting Zuidzande of Oostburg te rijden. Vanaf de weg tussen die twee plaatsen is nauwelijks te zien dat op de kruising met de Henricusdijk het restant van een voormalig fort is te zien. Vanaf de wat hoger liggende dijk is nog iets van een verdedigingswerk te herkennen. Het maakt het alleen mooier om een paar weken per jaar op het gemakje over de dijk te kuie ren. Nu in het najaar is het helemaal aange naam, omdat de herder de teugels wat kan la ten vieren. „De gewassen zijn het land af en er is nog niet opnieuw gezaaid. De schapen willen nog wel eens aan een achtergebleven biet knagen, maar daar vallen de landbou wers niet over." In het najaar is de Henricusdijk de ideale plek om Serge te laten oefenen met de kud de. Klomp liet zijn neef al eens een uurtje al leen. „Natuurlijk gaat het dan wel eens mis, omdat Serge de honden even niet strak ge noeg hield of niet de juiste aanwijzingen gaf Maar de nieuwe herder, de kudde en de hon den kunnen deze maanden mooi aan elkaar wennen."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 19