Geen depressie
door recessie
Mensen kunnen w
tegen een stootje,
stelt de 'geluksprc
1 2 Zaterdag 18 oktober 2008 PZC
De aanhoudende financiële crisis treft ons hoogstwaarschijnlijk in de
portemonnee, maar niet in ons hart. Economische voorspoed is mooi, maar
er is meer. „Als de groei zou stoppen, bevinden wij ons nog steeds in een
paradijs."
door Joep Trommelen illustratie Ronald Visser
oet ik mijn spaar
geld van de bank
halen? Kan ik nog
wel op vakantie
en hoe zit dat met
mijn baan?
De financiële cri
sis houdt veel
mensen bezig. Hoe verder de koersen dalen,
hoe minder gelukkig we ons lijken te voe
len. Lijken, want geluk hangt veel minder af
van welvaart dan van de manier waarop de
maatschappij georganiseerd is. Dat zegt
Ruut Veenhoven, socioloog en 'geluksprofes-
sor' aan de Erasmus Universiteit. „Goed be
stuur, een rechtsorde, gelijkheid, democra
tie. Zulke dingen tellen veel meer. En die
verdwijnen niet als het economisch slechter
gaat."
Mensen kunnen bovendien wel tegen een
stootje, stelt hij. Dat bleek bijvoorbeeld uit
onderzoek naar de gevolgen van de diepe
economische crisis begin jaren tachtig van
de vorige eeuw. In zijn boek Did the crisis
really hurt? ('Deed de crisis werkelijk pijn?')
toonde hij aan dat mensen toen niet onge
lukkiger waren. „Er was wel veel werkloos
heid. Maar de 'algehele levensvoldoening'
was nauwelijks aangetast."
In 2005 stelde hij nog eens vast dat zelfs
'9-11' ons amper ongelukkiger heeft ge
maakt. Nota bene in Amerika, dat het
hardst geraakt werd door de Al Qaida-terro-
risten, bleef men even gelukkig.
Als Nederland in de nasleep van de krediet
crisis wordt getroffen door een diepe econo
mische recessie, dan is dat geen zegen maar
ook geen ramp voor de mensheid, stelt Bart
Daalder. Hij is voorzitter van de Stichting
Ergensland, die welbevinden boven welvaart
stelt. Uitgangspunt daarbij is dat in onze
steeds rijker wordende maatschappij voort
durende welvaartsgroei steeds minder toege
voegde waarde heeft.
„Tweehonderd jaar lang is terecht gehamerd
op welvaartsgroei", legt Daalder uit. „Ze
heeft ons welvaart gebracht en zonder wel
vaart geen welbevinden. Maar we zijn nu
op een punt beland waar doel en middel
door elkaar gaan lopen. Als de groei zou
stoppen, bevinden wij ons nog steeds in
een paradijs."
Daalder is geen aanhanger van het zogehe
ten consuminderen, dat zuiniger leven als
hoger doel centraal stelt. „Consuminderaars
vinden dat er te veel wordt geconsumeerd,
met allerlei schadelijke neveneffecten. Zelf
geloof ik niet in die doemscenario's." Wel
wil Daalder 'nadenken over wat het belang
rijkste doel is in dit leven: een prettige tijd
op deze aarde hebben met elkaar'. „Dat kan
door welvaart aangevuld met een aantal an
dere zaken. Dan gaat het om een sociale en
ontspannen samenleving, vrijheid en solida
riteit. Maar dat hangt natuurlijk ook af van
je persoonlijke behoeften en eigenschap
pen."
Mensen denken vaak dat ze zelf heel geluk
kig zijn en dat ongeluk slechts de ander
treft, stelt Veenhoven. „Media brengen
meestal slecht nieuws. Mensen denken dat
het slecht gaat met de wereld en dat ze zelf
de uitzondering zijn, dat zij zelf boffers
zijn."
Daalder verklaart de obsessie voor aanhou
dende groei vanuit een 'haasje-over-effect'.
„In de maatschappij gaat het over het verde
len van de welvaart. Als die maar groeit,
kun je de ene groep wat geven zonder dat
de andere er op achteruit gaat. Zo los je pro
blemen op zonder allerlei fundamentele dis
cussies te hoeven voeren."
Peter Derkx is hoogleraar aan de Universi
teit voor Humanistiek in Utrecht. Een ge
voel van 'samen de schouders eronder zet
ten' is volgens hem de beste reactie op een
diepe crisis. „Het alternatiefis 'ieder voor
zich, zonder God voor ons allen', en dat zou
funest zijn."
'Geluksprof Veenhoven beschikt over enigs
zins geruststellende wetenschappelijke gege
vens. „In het rijke Nederland verklaren za
ken als inkomen en aanzien 5 procent van
de verschillen in geluk. Het doet er bij ons
niet zo veel toe of je een boterham met pin
dakaas of kaviaar eet. Maar als je dit in Zim
babwe bekijkt, krijg je heel andere resulta
ten."
Geluk zit voor een groot deel in de genen,
weet hij ook. Hij schat zelfs zo'n 30 procent,
althans in het rijke Nederland. „Als je in de
hemel leeft, zoals wij bijna doen, kun je ver
schillen nog slechts verklaren uit genetische
aanleg."
Derkx durft niet te voorspellen wat
er de komende tijd in Nederland
gaat gebeuren. „Maar ik denk wel
dat de mensen met de minste mogelijkhe
den de hardste klappen gaan krijgen. Men
sen moeten hun kind misschien van een
vereniging halen of niet meer of minder
vaak op vakantie gaan."
Het belang van zulke zaken hangt volgens
Derkx af van wat mensen gewend zijn én -
en dat is misschien nog wel belangrijker -
wat mensen in hun directe omgeving over
komt en doen. „Als werknemers allemaal
moeten inleveren om anderen aan het werk
te houden, zullen de meesten dat wel wil
len. Totdat blijkt dat dé baas er met eeti bo
nus van 100.000 euro vandoor gaat. Dan
wordt het ineens een stuk minder accepta
beler."
De crisis kan volgens Derkx wellicht heil
zaam zijn voor mensen die als het genot
van wéér een nieuw mobieltje wegvalt gaan
nadenken over wat nu eigenlijk écht belang
rijk is. „Omgaan met vrienden, familie, ken
nissen of toch nog steeds de nieuwste gad
gets?"
Hij trekt een vergelijking met religie. Die ver
schaft het leven een doel, net als het con-
sumptisme. En religie verschaft een gemeen
schapsgevoel. „De individualisering heeft
dat gevoel ondergraven en dat komt niet te
rug door consumeren. Dat is puur een ui
ting van individualisme. In plaats van op re
ligie koersen mensen tegenwoordig vaker
op andere dingen. Bezit, maar ook bijvoor
beeld sport en kunst."