Hulpverlening in Uruzgan: spectrum 1 CL mmê PZC Zaterdag 11 oktober 2008 IO jge Nederlandse mili tairen die iedere donderdagochtend naar een vergade ring in Deh Rawod gaan, reizen zwaar beveiligd, 's Och- tends vroeg ver trekt vanaf Camp Hadrian een stoet van achttien pantservoertuigen en jeeps. Stapvoets trekt de colonne over de zand heuvels. Soms wordt halt gehouden om een verdachte plek op explosieven te con troleren. Buurtkinderen stormen toe om te bedelen. Een verplaatsing van 5 kilome ter duurt 2 uur. De mannen in de buik van de wagens gapen. Voordat majoor Tony (zijn achternaam moet geheim blijven) en de andere leden van het Provinciaal Reconstructie Team (PRT) het kantoortje van de districtchef binnenstappen, installeren scherpschutters zich op de omliggende daken en worden straten afgezet. Pas als de gevechtstroepen het sein 'veilig' geven, kan het werk begin nen. Dat bestaat deze ochtend uit een kort gesprek met de regeringsvertegenwoordi ger en het observeren van de machtige mannen uit de regio, die op tapijten in de schaduw de lopende zaken en laatste rod dels bespreken. Binnen de muren slalomt de blonde ma joor achter districtchef Said Usman aan naar de kussens in de hoek, dwars door een zee van beige, bruine en groene lap pen om zittende lijven. Hij wacht tot Us man heeft gesproken en hem het woord geeft. Tony staat op en zegt: „Ik ben hier nu 2'/2 week en ik heb veel van Deh Ra wod gezien. Jullie wonen in een prachtig gebied, met prachtige rivieren. Helaas staan ze droog. Ik wil de districtchef hel pen daar wat aan te doen." De voorstellen voor irrigatiekanalen en wa- Over een militaire overwinning in Afghanistan praat in Uruzgan liever niemand meer. Of de missie in 2010 'geslaagd' mag heten, hangt vooral af van de ontwikkelingswerkers die het bestaan van de Afghanen moeten verbeteren. Hun aantal groeit. En ze werken met gevaar voor hun leven. door Marloes de Koning foto's Cynthia Boll/GPD terpompen gaan van hand tot hand. Al leen aanvragen met veel handtekeningen maken kans bij het PRT. Wie niet kan schrijven, zet een vingerafdruk. Onder het bladerdak zit ook Mohamad H.. Hij geeft voor hulporganisatie Sada zaden en fruit bomen aan boeren. Soms deelt hij ook kle ding en voedsel uit. Sada draait voor een groot deel op Nederlands geld. H. verdient 40 dollar per maand. Zijn werk is gevaar lijk, daarom wordt zijn naam niet volledig vermeld. „De taliban vallen eerst militai ren aan en daarna hulpverleners", zegt hij. „Ze willen geen vooruitgang in Afghanis tan." Als de grond hem te heet onder de Uruzgan GHOR - Nederlandse bases DAIKUNDI 0 3 3 aj KANDAHAR ZABUL OEZ. TADZ. TURKM. AFGHANISTAN Kabul voeten wordt, verhuist H. naar een ander district. Dat gebeurt meestal na een maand of vier. Van boeren die zaden accepteren, hoort hij dat ze bedreigd worden door op standelingen. „Maar de taliban hebben hen niets te bieden. Die stelen juist eten van de mensen." Hulporganisaties in crisisgebieden hebben spelregels om hun werk zo veilig mogelijk te laten verlopen. De belangrijkste is: wees neutraal, kies geen partij voor een van de strijdende partijen in een conflict. Daar hoort bij: blijf weg van militairen en draag geen wapens. Die principes zijn voor H. ir relevant. „De taliban zien me als vijand, of ik met militairen werk of niet." Hij heeft een kalasjnikov gekocht. „Als de taliban ko men en mijn neus en oor afsnijden, kan ik tenminste terugschieten." In Uruzgan over militaire successen pra ten, is tegenwoordig als vloeken in de kerk. Militairen zijn doodmoe van de dis cussie over 'vecht- of opbouwmissie'. Ze vervallen al snel in platitudes: 'Werken in Afghanistan is drie stappen vooruit en twee terug', is een vaak gehoorde. Of: 'We proberen de inktvlek (het min of meer tali- banvrije gebied, red.) niet groter te maken, maar dieper in te kleuren'. Een klinkende militaire overwinning be hoort in de guerrillaoorlog in Zuid-Afgha- nistan niet tot de mogelijkheden. De op standelingen geven zich voorlopig niet ge wonnen, integendeel. En met grof militair geweld maak je geen vrienden onder de burgerbevolking. Dan vallen er onvermij delijk ook burgerslachtoffers. De militaire missie in Uruzgan kan eind 2010, als de Ne derlanders hun leidende rol opgeven, daar om alleen geslaagd heten als het leven van de Afghanen in de provincie is verbeterd. Dus moet de economie groeien, moeten meer kinderen naar school, moet iets van een rechtsstelsel worden opgezet en is het nodig Afghanen op te leiden, die kunnen besturen. ntwikkelingshulp is een be langrijk wapen in de strijd ge worden, maar militairen heb ben daar weinig kaas van gege ten. Dus komen er meer hulpverleners, die met gevaar voor eigen leven werken. In het ideale scenario maken militairen een regio veilig en bewaken de buitengrens. Dan komen de hulpverleners om het le ven van de mensen te verbeteren. De Af ghaanse regering zorgt voor ziekenhuizen en scholen. Blij met hun gestegen wel vaart, steunen mensen de militairen en houden met hen de opstandelingen op af stand. De Afghaanse praktijk is anders. Alle fasen en spelers lopen dwars door elkaar heen. Uruzgan is niet veilig. Ontwikkelingswer kers zijn een geliefd doelwit voor de tali ban, vooral als ze met militairen of hun ei gen overheid samenwerken. Militairen doen ook zelf aan ontwikkelingshulp. De Nederlandse militairen bouwen geen scho len meer omdat de Afghanen dat zelf zou den moeten doen, maar de Amerikanen en Australiërs in de provincie gaan daar ge woon mee door. Een grote nieuwe speler in Uruzgan is het Duitse overheidsbedrijf GTZ, dat in op- •A=.v, A V. -«v- - '-iüV - 4"»r •- •♦T' 4 -i*-- „Vv. -V..

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 82