"W! Wereldmacht spectrum 8 De val van de Muur PZC Zaterdag 11 oktober 2008 STANDPLAATS door Achille Prick 'aar was jij toen...?' Ik weet nog precies waar ik was toen we' in de zomer van 1988 met 2-1 van West-Duitsland won nen. Ik werkte op een camping in Zuid-Frank rijk en mocht die avond nog lang doortappen voor de vierende Oranje-fans op slippers. Enke le Duitse gasten besloten hun tent meteen af te breken en te vertrekken. En op de ochtend van 11 september 2001 stond ik in de fde van Rotterdam naar Den Haag. Ik had net met een paar collega's kaartjes gescoord voor Feyenoord tegen Bayern München, maar het nieuws via de autoradio maakte plaats voor een andere opwinding. Maar waar was ik op 9 november 1989? Die vraag kwelt mij ieder jaar weer als deze da- 1 mm nadert, want de Duitse media staan 1 dan steeds bol van de herinneringsverha- jtgg len. Op de televisie maken de Holocaustdo- cumentaires plaats voor scrupuleus Stasi-tuig en uitgelaten Ossi's die met hun Trabantjes de West-Berlijnse Ku'damm verstoppen. Ik heb er geen herinnering aan. Vervelend. Want als je weet waar je toen was, maak je er ook een beetje onderdeel van uit. Maar ik weet dus absoluut niet meer wat ik deed toen Harald lager, zoals hij be weert, als grenswacht in de Berlijnse Born- holmerstrasse, op 9 november 1989 rond half tien 's avonds, zonder bevel, als eerste de slagboom omhoog tilde. De Bornhol- merstrasse is bij mij om de hoek. Ik rijd er regel matig doorheen, maar het is niet 'mijn' geschie denis. Ergerlijk. Ik was toen 18 en zat in het eindexamenjaar. Bracht kranten rond, werkte in een 'friture', maar verder? Wat mij uit die dagen nog wel scherp op het netvlies staat, is de balkonscène van Hans-Dietrich Genscher in Praag. Duizen den Oost-Duitsers hadden hun toevlucht ge zocht in de West-Duitse ambassa de in de hoop zo naar het Wes ten te komen. Op de avond van 30 september bracht de toenmali ge West-Duitse minister van Bui tenlandse Zaken het blijde nieuws. De vierduizend bivakke rende mensen mochten naar het Westen reizen. Ik zat thuis voor de televisie en volgde het nieuws als de spannendste en meest roerende film die ik ooit had gezien. Om mogelijk iets over mijn activiteiten op 9 no vember 1989 te weten te komen, ben ik de kel der ingedoken. In oude verhuisdozen vond ik wat ik zocht: een stapel schoolagenda's. De eer ste van '86/'87_ Voetbal was mijn passie, dat is duidelijk. En ik zie dikke onvoldoendes voor Duits. Maar dan valt er een gat. De volgende jaar gang is '9i/'92, keurig doorlopend tot en met nu. Uitgerekend het jaar waarin Duitsland een ver schrikkelijke periode afsloot, zit er niet bij. Tot groot verdriet van mijn echtgenote, kan ik moeilijk dingen weggooien. Dus had ik nog een kans: de bankafschriften van november 1989. Ge vonden! Op 8 november 1989 heb ik om 17.35 uur 50 gulden opgenomen. Dat was 26 uur voor dat DDR-partijsecretaris Günter Schabowski op een memorabele persconferentie onbedoeld per direct de Muur opende. Op 13 november nam ik weer 50 gulden op. Mijn vermogen bestond op dat moment uit zeg ge en schrijve 253 gulden en 47 cent. Waarom heb ik dat niet opgenomen en ben ik niet naar Berlijn gegaan? Onlangs stapte ik samen met mijn bovenbuur man Guido op de racefiets. We reden door de bossen van Wandlitz, ooit een streng beveiligd gebied, want hier hadden partijleider Honecker en zijn kornuiten hun luxe villa's. Guido is van Oost-Duitse origine en ik vroeg hem waar hij was toen de Muur viel. „Pfïff, geen idee", zei hij. „Ik was toen 18. Een gezonde jongen is dan met andere dingen bezig", lachte hij. „Ik weet het ook niet meer", meldde ik opge wekt en demarreerde. Van de federale overheid in Washington tot het kleinste dorp op het platteland, van de speculant op Wall Street tot de gewone man in Main Street: iedereen in Amerika staat diep in het rood. „Krediet is de crack van deze tijd. We kunnen er niet genoeg van krijgen." door Frank Hendrickx foto Mark Duncan/AP/GPD et eerste wat Ro bert Dillon (62) zag toen hij via een raam de woning van zijn buurvrouw binnenklom, was een geweer. „Me vrouw Polk?", zei de gepensioneerde vrachtwagenchauffeur zachtjes. „Mevrouw Polk?" Geen reactie. Dillon liep verder en zag de 90-jarige buur vrouw roerloos op de grond liggen. Er zat een grote bloedvlek op haar borst. „Ik liep naar beneden en zei tegen de sheriff dat ze beter een ambulance konden bellen." Dillon vertelt het verhaal aan de eettafel in zijn woning aan LaCroix Avenue in Akron, een stad in de economisch zwaar getroffen industriestaat Ohio. Akron, stand plaats van Goodyear autobanden, was 'rub berhoofdstad van de wereld' toen Dillon zijn huis op 1 maart 1970 kocht. Niet veel later trok Addie Polk in het huis ter linker zijde. De buren aan de andere kant kwa men weer een paar maanden later naar de straat. Het ging bijna veertig jaar goed. „We waren als familie", zegt Dillon. Nu heeft hij geen buren meer. Beide hui zen staan leeg. De ene buurvrouw is haar huis uitgezet omdat ze haar baan verloor en een hypotheek van 16.000 dollar niet meer kon betalen. Mevrouw Polk ligt in het ziekenhuis met schotwonden en een al maanden niet meer afgeloste hypotheek schuld van bijna 46.000 dollar. „God wilde nog niet dat ze kwam", zegt Dillon. „Me vrouw Polk ziet in dat haar zelfmoordpo ging dommigheid was." Over de hypotheek van 46.000 dollar heb ben ze het niet gehad. Dillon kon het niet geloven toen de sheriff vertelde dat hij Polk haar huis moest uitzetten vanwege achterstallige betalingen. Het huis was in 1982 afbetaald, maar na het overlijden van haar echtgenoot had Polk een nieuwe le ning afgesloten. Ze was 86 toen ze een hy potheek nam met een looptijd van dertig jaar. De bank ging er blijkbaar vanuit dat ze 116 jaar zou worden. De hypotheek is na de landelijke aandacht voor Polks zelfmoordpoging kwijtgeschol den. De 90-jarige mag terugkeren naar de LaCroix Avenue, maar dat geldt niet voor de andere huizenbezitters die de afgelopen maanden zijn vertrokken. Bijna eenderde van de straat staat leeg. De folders met hy potheekaanbiedingen komen niet meer binnen en de telefoontjes van gladde ver kopers zijn verstomd. Robert Dillon kon een paar jaar geleden nog een hypotheek nemen van 68.000 dollar, maar hij wilde netjes leven, zonder schulden. Nu betaalt hij toch de prijs voor de kredietcrisis. „'We zitten hier vast', zei mijn vrouw laatst. En ze heeft gelijk. We zitten vast. Met deze leegstand raken we ons huis nooit kwijt." De dwangverkopen gaan waarschijnlijk nog jaren door. Dillons dochter is ook al haar huis uitgezet. Ze is haar baan kwijt en onlangs is een dodelijk vorm van kanker bij haar aangetroffen. Ze heeft waarschijn lijk minder dan zes maanden te leven. „De Goede Heer test iedereen", zegt Dillon met een brok in zijn keel. „Dit is mijn jaar van beproevingen." Heel Amerika heeft te maken met een jaar vol beproevingen. Het land is somber ge stemd: de oorlogen in Irak en Afghanistan, de zwakke dollar, de hoge benzineprijzen, de politieke impasse in Washington en bo venal de financiële crisis geven de VS trek ken van een imperium in verval. Bijna ner gens zijn de problemen beter zichtbaar dan in Ohio, ook wel eens 'ground zero' van de Amerikaanse economie genoemd. De staat herbergt vier van de tien zoge noemde 'stervende steden' in Amerika. In de naburige staat Michigan liggen er nog eens twee: Detroit en Flint. De stad Youngstown, niet ver van Akron, maakt duidelijk wat de term betekent. De hoogovens die de lucht ooit oranje kleur den, zijn gesloopt, de kleinere fabrieken ge woon achtergelaten. Loodsen zijn bezwe ken onder verwaarlozing, vrachtwagens roesten langzaam weg. Hele wijken zijn leeggelopen. In de jaren zestig woonden in CANADA YOUNGSTOWN COLUMBUS* OHIO VERENIGDE STATEN

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 80