Je moet voelen wat je een ander aandoet 7 spectrum Er gaat hier veel mis, maar we moeten het wel met zijn allen blijven proberen PZC Zaterdag 11 oktober 2008 door Raymond de Frel foto Mechteld Jansen Wilco Verherbrugge denkt er wel eens over om een soort paspoort te laten tatoeëren. In zijn gezicht. Hij gaat er niet voor op reis, maar als de Terneuzenaar bij toeval de gelegenheid krijgt? Ja, dan kan het zomaar zijn dat de tatoeërende ambtenaar met verwijzingen naar de zon, de aarde, zijn kinderen en het polderlandschap op zijn hoofd door zijn geliefde binnenstad loopt. Als het komt, dan komt het. En zo niet, ook geen probleem. Wilco Verher brugge sluit gewoon niets uit, hij laat het le ven gaan zoals het gaat. Dus als, ja als Wilco eens een traditionele tatoeage kan laten zetten, dan zal hij het niet la ten. In Nieuw-Zeeland laten Mao- ri-mensen zich vaak een moko aanme ten, een soort motief dat veel vertelt over de achtergrond van de drager. Waarom zou hij dat ook niet laten doen? Er is nog plek zat op zijn lichaam. Hoewel... daar zullen de me ningen wel over verdeeld zijn. Wilco beseft ook wel dat hij als vijftigjarige opa met lang haar, een flinke sik en tal loze tatoeages niet doorsnee is, dat veel mensen hem een spraakmakende excentriekeling vinden. „Maar daar trek ik mij niets van aan. Ik weet dat mensen mij nakijken, ik vind het eigen lijk alleen maar leuk. Ze moeten om mijn uiterlijk lachen, maar da's toch mooi? Heb ik hen weer een leuk mo ment bezorgd. Ik houd van kleur, ik wil het leven speels maken met kleine dingen. Trouwens, het is maar hoe je het bekijkt Als ik een dikke nek over de strak gestropte boord zie flubberen, denk ik ook wel eens: jemig, je zou zo hij zich als jonge hond bij de kunstaca demie meldde. Na een zorgeloze jeugd in Schoondijke en een tijdje werken in kassen en een bloemenveiling in Noord-Holland, wilde Wilco een 'offi ciële kunstenaar' worden. „Maar dat bleek dus helemaal niets voor mij. Ik verloor er mijn creativiteit, ik tekende en schilderde niet meer vanuit mijzelf. Ik moest te veel in opdracht doen. Bo vendien vond ik Gent destijds een sme rige, stinkende stad. Dat is veranderd toen ze de grachten eens goed hebben uitgebaggerd." En dus vertrok-ie weer. Zonder moei te, zonder spijt. „Ik heb nooit spijt. Ik moet er niet aan denken dat ik op mijn sterfbed lig en voortdurend denk: ik had het zo en zo moeten doen. Na tuurlijk, ik maak ook fouten. Ik heb mensen in de kou laten staan, ik heb mensen pijn gedaan. Daar ben ik ver drietig om, maar aan de andere kant ben ik ervan overtuigd dat dit soort dingen niet zomaar gebeuren." Net zoals het geen toeval was dat hij al op achttienjarige leef tijd vader werd. Het moest zo zijn, samen met zijn toenmalige part ner was hij er klaar voor. „Ik heb dat altijd als een voordeel gezien. Toen trokken. Ik vind het een schande dat De Ster, het oudste café van Temeu- zen, moest wijken voor woningbouw. Met dat soort beslissingen haal je het hart uit de wijk. Dat stuit mij tegen de borst." Ho, nu begeeft Wilco zich op het randje. Wilco is namelijk niet alleen kunstenaar, maar als beheerder van wijkcentrum De Triangel ook aan de gemeente Terneu- zen verbonden als ambtenaar. En dus moet je af en toe op je woorden letten. Doet Wilco ook, maar met mate. „Als wijkbewoner moet ik toch kunnen zeg gen wat ik van mijn leefomgeving vind? Toen de gemeente de westelijke bosrand in de binnenstad wilde bebou wen met onder meer een groot Chi nees restaurant, heb ik geprotesteerd. Samen met binnenstadbewoner Bert Kaiser heb ik met rood-wit lint de af metingen van het restaurant uitgezet. Zodat iedereen kon zien wat er zou ge beuren. De bewoners begonnen zich toen te roeren, wat er uiteindelijk in resulteerde dat de ondernemer van het plan afzag. Een succesje dus, ook al waarschuwde de gemeente mij nadat ze me op een foto in de krant hadden gezien. Ik zou het de volgende keer de hele dag moeten rondlopen." Een grens is er dus niet, behalve mis schien dat het niet te veel moeite mag kosten. Wilco tekende op de basis school in Schoondijke al ankertjes op zijn armen. En nog steeds verfraait hij zichzelf, om bij te blijven. Hij runde een glas-in-lood-atelier met Peter Clij- sen, totdat hij begin jaren negentig een tattoomachine te koop zag staan. „Ik heb nooit les gehad, maar heb het vak zelf geleerd. Door op mijzelf te oefe nen. ]a, er is wel eens iets mislukt, maar dat heb ik zo veranderd dat je er niets meer van ziet. De beste methode om dit vak te leren is op je eigen lichaam oefenen. Dan voel je wat je een ander aandoet. Ja, het doet echt pijn. Toen ik de eerste keer die naald in mijn huid zette, dacht ik: jongens, dat kan toch niet echt zoveel zeer doen? Er zijn zoveel mensen met ta toeages! Dat was dus een tegenvaller, je moet echt een knop omzetten om de pijn te weerstaan. Een tattoo krij gen is gewoon zwaar irritant." Ook als zijn zoon Gilles hem zet. Wil co runt zijn zaak sinds acht jaar samen met zijn zoon, dus dienen ze met regel maat als 'levend canvas' voor elkaar. Wilco vindt tatoeëren een vorm van toegepaste kunst. Hij kan zijn creatieve ei kwijt in het ontwerpen van motie ven. Hoe anders was het in Gent, toen Wilco en Lotte in de puberteit waren, kon ik mijn eigen puberteit nog leven dig voor de geest halen. Dat is een pré. Oké, ik kon misschien wat minder vaak naar het café, maar dat is echt geen straf Ik was een natuurmens, een vegetariër die niet de behoefte had om veel uit te gaan. Bovendien was ik geen carrièremaker, ik liet het leven ko men zoals het kwam." Na korte periodes in Hoofdplaat en Axel belandde Wilco 25 jaar geleden in de Terneuzense binnenstad, waar zeelui, prostituees en cafébezoekers de boventoon voerden. Hij voelde zich er meteen thuis, vooral omdat de meeste bewoners een hoge tolerantiegrens hebben ten opzichte van buitenstaanders. Nee, over de drugstoeristen en aanverwante proble men wil Wilco het liever niet hebben. „Dat onderwerp is zó ontzettend opge blazen. Natuurlijk, er zijn nog steeds bewoners die overlast hebben, maar over het algemeen is het hier goed toe ven. Elke stad heeft drugsgebruikers, daar is Terneuzen echt niet uniek in. Het gaat ook helemaal niet slecht met onze wijk, zeker als je het vergelijkt met jaren geleden. Ik blijf het wel jam mer vinden dat de gemeente Terneu zen alle horeca wil concentreren. Daar zijn de bewoners weinig tot niet bij be weer zo doen. Deze wijk is ook van mij, dus heb ik het recht om te zeggen wat ik er van vind." Dat zouden trouwens veel meer men sen moeten doen, vindt Wilco. Hoe wel... al die inspraak kan in sommige gevallen ook frustrerend zijn. „Ik kan er niet tegen als er te lang rond de pot wordt gedraaid. Als iemand last heeft van onkruid, wordt daar door 26 be stuurders eindeloos over vergaderd. Als die nou gewoon eens even hun mouwen opstropen, dan is het klusje toch zo gepiept? Als er eens wat min der mensen een topfunctie zouden hebben, zou er ook veel minder wor den gekletst. Ja, ik ben een socialist. Ik snap dat je loon naar werken moet krij gen. Maar ik vind het van de pot ge rukt dat sommige mensen miljoenen verdienen, terwijl er zoveel armoede is. Er zijn in ons land mensen die zich niet meer tegen ziektekosten kunnen verzekeren. Die geven dus noodge dwongen hun gezondheid uit handen. Dat moet toch niet kunnen?" Dat sociale, dat heeft hij van zijn ouders. Het is ook vanwege die karakte reigenschap dat de rol als wijkcentrum beheerder hem zo goed ligt. Wilco houdt van praten, van regelen en ande ren ter wille zijn. Het behoort eigenlijk niet tot zijn takenpakket, maar hij doet wekelijks boodschappen voor een inva lide binnenstadbewoonster. En een oud wijkgenootje kan van hem op aan als haar tuin toe is aan een snoeibeurt. Hij doet het voor die mensen, maar vooral ook om een bijdrage te leveren aan een positief imago van het cen trum van Terneuzen. Ook al is dat 'de stad van de gemiste kansen'. „Er gaat hier veel mis, maar we moeten het wel met zijn allen blijven proberen. Je mag nooit het bijltje erbij neergooien." Want als je dat doet, heb je geen recht van spreken meer. Zeeuws-Vlamingen hebben vaak het gevoel dat ze worden achtergesteld. Als je dat gevoel blijft houden, raak je nooit verder. Je moet je actief opstellen, blijven proberen er iets van te maken." Je moet dus in zijn voor vernieu wing. Zo ook in jongerencentrum Kalashnikov, waarvoor Wilco zich enlang als bestuurder inzette. Het centrum is gesloopt en gaat in een nieuwe vorm door als De Pit. De tijd dat het centrum dé stek was voor alter natief Zeeuws-Vlaanderen is voorbij, er wordt op een breder publiek ge mikt. Wilco ziet het vanaf de zijlijn af wachtend, maar niet veroordelend aan. Natuurlijk, hij raakt ook wel eens gefrustreerd als dingen niet lopen zo als hij wil. Maar hij wil zich niet meer zo vaak boos maken. Vroeger, ja vroe ger kon hij zich druk maken. Maar nu geniet opa Wilco van zijn vier kleinkin deren, beleeft zijn leven en is blij met elke nieuwe dag. Ik heb mij er lange tijd erg boos over gemaakt dat we de aarde kapot maakten. Dat leg ik nu makkelijker naast mij neer. Ik realiseer de het mij laatst nog, toen ik op een cartoonfestival in Knokke een prent van een ijsbeer zag. Die zat op een veel te kleine ijsschots en werd door een vliegtuig van het Wereld Natuur Fonds voorzien van nieuwe ijsklontjes. Ik moest er om lachen, terwijl ik mij dertig jaar geleden echt had afgevraagd hoe die cartoonist het in zijn hoofd haalde om hier zo lollig over te doen." Paspoort Naam: Wilco Verherbrugge -Geboren: 13 maart 1958 in Schoondijke Woonplaats: Terneuzen Burgerlijke staat: kort getrouwd geweest, nu relatie met Evelien van de Velde Kinderen: twee. Gilles en Lotte. Vier klein kinderen: Kira, Iza, Lara en Jaden. Opleiding: mavo, een jaar kunstacademie in Gent. - Beroep: kunstenaar, eigenaar tattooshop Gekko Tattoos en beheerder wijkcentrum De Triangel in Terneuzen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 79