Vijf cent met nuchter kalf
Rechtop slapen in een sledehut
Nieuwe raadkaart
Weekboek van'
een herder
PZC Zaterdag 11 oktober 2008 1 9
Vandaag de laatste kaart met een brug uit de collectie van
Hans Lindenbergh. De gebruikelijke vraag is: in welke plaats is deze foto
genomen. Nadere bijzonderheden over de situatie toen en nu zijn van
harte welkom.
Oplossingen kunnen tot donderdag 16 oktober gestuurd worden naar: 4
redactie PZC Buitengebied, postbus 31, 4460 AA Goes; fax: -113 - 315669;
e-mail: redactie@pzc.nl.
Onder de inzenders van een goede oplossing worden drie
waardebonnen verloot.
stadsomroeper Piet Joppe vanaf de
reling in de Eendracht dook".
De foto is genomen vanaf de Bra
bantse kant, in Halsteren schrijven
veel inzenders. De zakken op de
voorgrond zijn mosselzakken. „Op
de Brabantse wal werden de mos
selen opgehaald", schrijft H. Bout
uit Tholen. „Daar werden ze ook
wel 'geknipt', het met de hand uit
elkaar halen van mosseltrossen".
K. Fase uit St. Annaland schrijft:
„Op de achtergrond aan de overzij
de staat nog het veerhuis met
wachtlokaal. Hier kon men gratis
drinkwater bekomen, uitgaande
van de bond tegen drankmisbruik.
Hij kan zelfs nog de tolgelden ver
melden: „Op het eind van de brug
links, is het tolhuisje zichtbaar
voor de verkoop van kaartjes; 10
cent per persoon bij een passage
en vijf cent met medeneming van
een rijwiel, kruiwagen, hond,
nuchter kalf, geit, big of lam".
F. Baarends uit Tholen vertelt:
„Sinds 1865 waren er al plannen
voor een vaste oeververbinding
met Brabant. Uiteindelijk werd op
18 juli 1927 de eerste spade in de
grond gestoken, op 10 oktober
1928 is de brug feestelijk geopend.
De brug deed dienst tot 1971 toen
de nieuwe Thoolse brug in ge
bruik werd genomen. De oude
brug verdween op een drijvend
ponton naar de sloper. Door het
graven van het Schelde Rijnkanaal
ontstond een landtong, door Tho
len overgenomen van Halsteren,
waarop de woonwijk Waterfront -
is gerealiseerd".
C. Stevense schrijft dat 'een aantal
Tholenaren niet op de brug zat te
wachten, bevreesd dat met de
komst van de brug alle zondigheid
en zedeloosheid van Brabant naar
het eiland zou komen. De brug
werd in 1940 opgeblazen door Ne
derlanders om de Duitsers te stop
pen en na herstel in 1944 opnieuw
opgeblazen, nu door de Duitsers'.
De waardebonnen gaan naar: J.
Flikweert-Bolijn, Tholen; J. Heij-
boer, Tholen J. van Oeveren,
Sint-Philipsland
door Annemarie Zevenbergen
Hoeveel mensen zijn hun
relatie onder deze brug be
gonnen, vraagt T. van Vos
sen uit Tholen zich af bij
de raadkaart van afgelopen week,
die de brug over de Eendracht bij
Tholen toont. „Veel mensen heb
ben dan ook met pijn in het hart
afscheid moeten nemen van die
oude Thoolse brug". De brug werd
in 1975 gesloopt. Van Vossen herin
nert zich hoe hij er in zijn jeugd
'fijn kon spelen'. „Je kon via een
holle ruimte in de overspanning
zo vanaf het fietspad op de pijler
klimmen en dan aan de andere zij
de van de pijler weer omhoog.
Ook werd er bij hoog water nogal
eens van de brug gesprongen. Je
moest dan wel opletten dat er
geen schip in aantocht was. Er zijn
slechts een paar durfals geweest
die van de boog van de brug durf
de te duiken". P. Laban schrijft dat
hij in het donker duiven ving on
der de brug. „Ik weet ook nog dat
door René Hoonhorst
Slapen bij zijn schapen doet herder Jan
Klomp niet. Het is misschien niet zo ro
mantisch, maar wel zo lekker om ge
woon thuis in bed te slapen.
Als Klomp met zijn kudde op sjouw gaat, zet
hij zijn auto meestal op de plaats van bestem
ming en laat zich door vriendin Natasja of ie
mand anders terugrijden naar de kudde. „De
schapen staan 's avonds altijd op een afge
schermd perceel. Als er geen weiland in de
buurt is, zorg ik met netten zelf voor een
slaapweitje op een dijk of een overhoek."
Tot diep in de vorige eeuw konden herders 's
avonds niet altijd terug naar huis. Eigenaren
van kuddes zorgden er toen voor dat hun
schapenhoeders konden overnachten in een
hutje, in Zeeuws-Vlaanderen kavanne (naar
het Franse cavane) geheten. De Stichting
Dijk- en Krekenbehoud West-Zeeuws-Vlaan-
deren liet in 2000 twee van die kavannes na
bouwen om toeristen en streekbewoners te la
ten zien welk een luxe onderkomen een her
der een eeuw terug tot zijn beschikking had
in het Land van Cadzand.
Een houten hutje van twee bij anderhalve
meter. Aan de buitenkant dan, want van bin
nen blijft er door een dubbele wand (om de
ergste kou buiten te houden) minder ruimte
over. Volgens Klomp hadden zijn vakbroe
ders vroeger vaak nog minder plaats dan in
de nagemaakte hutjes. „In de kavannes lijkt
het nog alsof een kleine herder er languit op
een strobaal kon liggen. Maar herders gingen
vroeger haast nooit liggen. Ze sliepen meestal
rechtop zittend, vaak met hun kleren aan om
bij onraad direct naar de kudde te kunnen."
De hutten werden acht jaar geleden bij de
Marolleput en in de Austerlitzpolder neerge
zet. Strategische plaatsen waar langsfietsende
of toerende toeristen vaak een blik op grazen
de schapen kunnen werpen. De herdershut
jes raakten twee jaar na plaatsing pas echt be
kend in de regio, omdat die uit de Austerlitz
polder op onverklaarbare wijze verdween.
Een jaar later werden de dieven net over de
grens al opgepakt, maar Dijk- en Krekenbe
houd kwam dat niet ter ore.
Pas in 2004 vertelt een toevallige passant aan
stichtingsbestuurders dat hij de hut heeft
zien staan bij een boerderij in het pittoreske
gehucht Mollekot op nog geen boogscheut
van de grens. Na een hoop juridische en ad
ministratieve rompslomp keert de kavanne
begin 2005 terug in Zeeuws-Vlaanderen. De
hut bij de Marolleput staat vlak naast een bed
8c breakfast annex theetuin. In de Austerlitz
polder had bijna niemand zicht op de kavan
ne. De stichting sloot 'de verloren hut' dus in
de armen en zette hem neer bij het nieuwe
onderkomen van de Schaapskudde Zeeuws-
Vlaanderen aan de Mosterdweg bij Zuidzan-
de. De kavanne bij de Marolleput is min of
meer gewijd aan Johannes de Wispelaere, de
laatste herder die rond de put werkzaam was.
In de kavanne aan de Mosterdweg bevindt
zich een herderszeis met bwot'aomer en kru-
ne, hamer en aambeeld. Ook is er wat meer al
gemene informatie over de hut en het her
dersleven te vinden. Jammer is wel dat leken
niet te weten komen, waarom het dak en de
gootjes van de kavannes van zink waren. ST-
Stichtingbestuurder Ar<;en Goossens: „Als
het regende vingen herders drinkwater op uit
de zinken gootjes. Herders moesten dus wel
een beetje immuun zijn voor bacteriën, want
er dreven nogal eens vogelpoepjes in de put
emmer."