Te land, te Merien, kokien, kokaenehat.... Ploeteren op de grens van land en water ■m 1 V 30 Dinsdag 7 oktober 2008 PZC Zeehonden op een plaat in de Westerschelde. Zee-land; land uit water. Land met overal de spo ren van de zee die het land geteisterd en door kliefd hebben. Brede getijden- kreken en verraderlijke geulen. Grondgebied waar zee en land in elkaar verstrengeld zijn in een onontwarbare kluwen. Zee-land. Nergens kun je het be ter leren kennen en begrijpen dan op de grens van water en land. En op die grens leven zee honden; dieren die dagelijks de ingrijpende stap van water naar land en andersom maken. In het water zijn ze snel en onvoor stelbaar mooi gestroomlijnd. Perfect aangepast aan het leven in zee. En toch zoeken ze steeds weer een zandbank op. Om er te rusten, te poetsen, zich voort te planten... De zuidoever van de Hooge Pla ten is zo'n gebied waar vrijwel dagelijks zeehonden te zien zijn. Soms slechts een paar, maar soms zijn het er ook enkele tien tallen. Een prachtig gezicht en al helemaal hartverwarmend als je je realiseert dat in de Wester schelde tientallen jaren alleen een enkele zieke of verdwaalde zeehond te zien was. Verstoring en waterverontreiniging hadden de complete Deltapopulatie de das omgedaan. Een Zeeuwse ex-bestuurder wist onlangs te melden, dat hij ooit opgemerkt had dat de Wes terschelde natuur voor hem weer op orde was als er op nieuw zeehonden zouden zit ten. De verhulde boodschap was daarbij misschien dat de na tuur van de Westerschelde nu wel weer tegen een stootje kon. Nou, dat is toch wel wat kort door de bocht. De zeehonden in de Westerscheldemonding brengen nog steeds geen enkel jong groot. Het is fantastisch dat ze er weer zijn. Maar als er geen aanwas is van jonge dieren kun nen we erop wachten dat rusten de zeehonden weer tot de vol tooid verleden tijd behoren. De derde prijs in de kennis- quiz is een excursie in het Ver dronken Land van Saeftinghe voor twaalf personen. De win naar krijgt een ontvangst, met na afloop van de tocht een streekeigen maaltijd in Café 't Verdronken Land. De Zeeuwse kennisquiz van de PZC en na tuurmuseum Terra Maris bij Domburg loopt bijna ten einde. Wie mee wil doen aan de prijsvraag kan de negen vragen van de quiz, zoals die vorige maand in de PZC werden gepubliceerd, vinden op de site van de PZC. Win een vlucht, een duik of een wandeling! tekst en foto's Chiel Jacobusse Zo vrij als een vogel in de lucht. Tjonge, wat is het een aanlokkelijk perspectief om net als de vogels hoog boven de aarde te zweven en te zien hoe het landschap is opgebouwd. Je zit nog boven het Grevelingen, als je dwars over Schouwen heen het water van de Oosterschelde al ziet glinsteren. En ineens begrijp je dan hoe de trekvogels het steeds weer voor el kaar krijgen om bij hun stops in de juiste biotoop terecht te komen. Het oriëntatievermogen van de trekkende vogels is zo goed dat een buizerd na een halfjaar afwezigheid weer feilloos zijn tak van vo rig jaar opzoekt om daarop te slapen en dat een huiszwaluw, na een trektocht naar Zuid-Afrika, weer exact dezelfde dakvorst van het vorige broed- seizoen terugvindt. Daarbij spelen overigens veel meer dan alleen het gezichtsvermogen en het overzicht over het passe rende landschap. Gericht onderzoek heeft; aange toond dat vogels zich voor de lange afstand ook oriënteren op de stand van de sterren en op de magnetische velden van de polen. Maar toch is dat wat vogels zien belangrijk voor de heel exacte plaatsbepaling. Daarbij wordt iedere kans benut. Zo kon het gebeuren dat een passerende ijsvogel, dankzij het superieure overzicht vanuit de lucht zelfs de speciekuip met een paar visjes in de achter tuin van de buurvrouw ontdekte. Ieder klein stroomversnellinkje in een sloot wordt door trek kende ijsvogels ontdekt en benut om er te vissen. Zo zijn vogels voortdurend op zoek naar nieuwe voedselbronnen. Het superieure overzicht dat vliegende vogels over het landschap hebben, wordt dus op twee tegen overgestelde manieren benut. Enerzijds zijn vogels voortdurend op zoek naar geschikte voedselgebie- den, naar nieuwe vestigingskansen. Aan de andere kant vertonen ze een grote mate van trouw aan een eenmaal gekozen plaats van vestiging, of het nu om broedbiotoop of om overwinteringsgebied gaat. Van dat laatste zien we een heel mooi staaltje bij rotganzen. Tot in de eerste helft van de vorige eeuw vormde zeegras voor deze kustbewonende ganzen de voornaamste voedselbron. Al voor de Tweede Wereldoorlog nam het zeegras zeer sterk af en schakelden de rotganzen over op andere voed selbronnen, zoals onder meer graszaad en winter tarwe. En toch zien we in Zeeland nog steeds dat rotganzen slechts voorkomen op en rondom de wa teren waar vroeger zeegras op grote schaal groeide. Daardoor is deze soort die in de Oosterschelde alge meen voorkomt, in de Westerschelde nog steeds erg schaars. De eerste prijs in de Zeeuwse kennisquiz biedt de kans om Zeeland te bekijken vanuit het per spectief van een overtrekkende vogel. De win naar verkent vanuit een klein vliegtuigje de pro vincie en krijgt daarbij onderweg deskundige toelichting. Vv - .I ..vV- Overvliegende ganzen zijn in dit jaargetijde een vertrouwd V V. door Engel Reinhoudt Vandaag 'restjes', mae krumels bin ok broad. Een tijdje terug vroeg ik naar de bekendheid van 'sliep uut, sliep uut, aolle binders lache j'uutl' Uit de reacties blijkt dat het vrijwel overal gebruikt werd. De heer Adriaanse vraagt naar de herkomst en bekendheid van het woord sjappietouwer. Het werd in zijn familie gebezigd voor iemand die er slordig uitzag. Wie weet het? Hetzelfde geldt voor het woord leuterspêêk. Dat werd volgens mevrouw Moerland uit Ellewouts- dijk gebruikt voor rommelig, slordig, liep, krom enz. Het is mae leuterspêêk, het is maar een oud boeltje. Joanne Kodde wil weten wat scftoe/"betekent. Ik zocht het op en je zou er een halve krantenpagi na mee kunnen vullen. Schoef heeft meerdere be tekenissen. Allereerst is het schuw, schichtig of bang volgens het Woordenboek van de Zeeuwse dialecten. Het woord krijgt mooie voorbeeldzinnen mee. 'Nie te dicht bie d'n brune komme jaopje, ie is 'n bit je schoef. 'Nae 'n avuekaot gae'k nie 'oor, dae bink sö schoef van az-oesje (als de drommel, doods bang)'. 'IJ is altijd schouw gewist van de pjaerden'. De laatste zin verraadt de uitspraak van het Land van Hulst. Een mooie uitdrukking uit de zelfde contreien luidt: 'I) is nie schouw as te Pao- sen'. Dat betekent dat hij niet bang is uitgevallen, behalve dan met Pasen. Dan moest je gaan biech ten. Ik herinner me van vroeger dat er meerdere mensen op dorp bekend stonden als schoef. ']o- ane is menseschoef die laèt d'r eigen noait zie'. Schoef ontwikkelde zich ook vanuit schichtig tot wild, onbesuisd. 'Die guus van Jaap bin zo schoef, die mö 'k nie in uus or'. Zo kennen we ook schoe- fel voor een onbehouwen, onbesuisd iemand. Het woordenboek noemt nog een derde beteke nis. 'IJ ed'et schouw op zijnen aossem', hij heeft het benauwd. Als iemand in Hoek vraagt van wie je er een bent en je hebt geen zin om antwoord te geven, dan zeg je: ,,'fc Komn van d'n Oek en m'n moeder it Lies". Dat schrijft Jan Lauret uit Middelburg en voegt er een fraai lied over Lies aan toe, als ver klaring voor deze uitdrukking. Dat bewaren we voor later. De heer De Voogd uit Vlissingen stuurde een fraai gezegde op van iemand die het benauwd had op 't uusje (wc). Toen hij klaar was, sprak hij de onvergetelijke woorden: 'Piene ebbe 'k nie, mè ik kan nie overend komme!' Oorzaak: hij had de knoop van zijn gulp aan zijn vest vastgemaakt. Zijn schoonvader citeerde wel eens iemand die na het eten, met zijn hoed voor zijn ogen, voor de maaltijd dankte met: 'k lekker gete, de pap was goed 'k zie de Kapelse toren, deu 't olletje van m'n oed. Ik ken het als volgt: Daè slaèt 't olfachte, pap al in m'n gedahte. Slaepmusse in m'n gemoed, 'k zie den Kapelsen to ren Deur 't olletje van m'n oed. Uit de mond van mevrouw Moerland tekende ik ook het volgende oude versje op, waarvan ik zelf slechts de eerste regel kende. Zijn er nog meer coupletten? Wanneer werd het gezegd of gezon gen? Merien, kokien, kokaenehat, die bovenop de toren zat Merien die wou nie zaaie, d'n aene wou nie kraaie. Merien die wier zö duvels kwaed, dat 'n d'n aene de kop afslaet. Reacties naar cn.zeeuws@zeelandnet.nl of Werri- laan 21, 4453 CA 's-Heerenhoek. "T

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 32