O
V
WONEN&TUINEN 2 OKTOBER 2008
KLEURRITME
En weer die vraag: helpt
het? Het voorbeeld is
een flat waar de wanden
telkens weer onder de
graffiti zaten. „Ik heb de
wanden een kleurritme
gegeven, een identiteit.
Als de wanden een iden
titeit hebben, is er geen
graffiti meer nodig. Ik
geef bijna een anti-grafft-
tilabel af Geef iets aan
dacht en dat gaat van goede bakste
nen tot schilderwerk."
Het loopt als een rode draad door
het college, door haar werk: men
sen leren kijken. De voorbeelden
zijn er genoeg. Vooringenomenhe
den. „Mij staat geen rood", ofj „Ik
zal nooit iets blauws aantrekken,
dat past absoluut niet bij me." Cla
ra lacht. „Ga maar met mij mee. Ik
zal je een rood laten zien dat wel
bij je past, of een blauw dat wel bij
je staat."
Dan komen de huizen aan de
beurt. Ons huis, onze nationale
trots. Het huis als het monument
van onze persoonlijkheid en dat
willen we laten zien. Bakken geld
geven we uit. We tutten wat af
Maar of we er gelukkig zijn. Twij
fel zit op het bankstel. „Helaas wor
den we te veel beïnvloed door mo
de, door trends. Ik vecht er al ja
ren tegen dat iets zó hoort, dat je
er anders niet bij hoort."
M
KIJKEN
Ze vindt de mensen
moedig die haar vragen
of ze komt kijken. „Heb
je het ook al met je vrien-
din of je nichtje bespro-
Om ken, vraag ik dan. An
ders kom ik niet, dat is
zonde van het geld. Als
ik kom, kijk ik naar het licht, wat
doet dat met kleur. Hoe gebruik je
de kamer, vooral overdag, of meest
al 's avonds? Wat is plek waar je je
het meest prettig voelt? En ik
vraag naar de kleding. Laat maar
eens zien." Ze heeft het over de
stelling dat wit rust brengt. „On
zin, wit vreet energie. Maar als je
wit wilt, dan krijg je een wit dat
wel bij je past als een hand
schoen." Natuurlijk weer de vraag:
helpt het? „Een gezin met kinde
ren die zo onrustig waren, zo
druk. Ik ben gaan kijken en zei:
vind je het gek? Het was er zo vol,
dat die kinderen geen eigen plek
hadden. Ik heb rust gebracht en de
kinderen een plek gegeven waar
ze zich thuis voelden. Mensen die
niet kunnen slapen, die zeggen: ik
voel me niet thuis in mijn eigen
huis. Ik leer ze kijken."
M
IDENTITEIT
En zelf? „Mijn probleem
is dat ik niet niet kan kij
ken. Ik moet. Het is heel
lastig om de knop om te
draaien." Maar of ze het
erg vindt? Het is haar
niet aan te zien. Bezig
zijn. Veertig jaar lang.
Ouder worden vindt ze
heerlijk, „Het maakt je
soms weer heerlijk onze
ker." En zo voelt ze ook
ouderen aan, die wonen
in een huis volgepakt
met herinneringen, waar
ze geen afscheid van kun
nen nemen. „Verrassend
is het soms als ik zeg: zet er eens
deze kleur achter. Ik maak ze be
wust dat er meer is. Prachtig." Zo
adviseert ze zorginstellingen om
hun identiteit te versterken, maakt
ze boekjes voor de bewoners: 'pro
beer het eens zo'.
Kleur. Een fleurig leven in een
wonderland, waar de geheimen
nog lang niet onthuld zijn. Zoals
met synethesie, het onbewust sa
menwerken van zintuigen, waar
mee ze samen met een weten
schapper worstelt. „Ik bied je iets
aan: geluid, smaak woorden. Sa
men vormt het een kleur. Jij zegt:
chocolade is bruin. Nee, zegt de sy-
nestheet: het is groen. Als ik wat
hoor, komt er een kleurzweem.
Een winkelstraat kan fysiek pijn
doen, die schreeuwerige reclame,
maar het kan ook anders. De Stok
straat in Maastricht, straten in Ber
gen op Zoom, waar de winkel on
dergeschikt is aan het pand. Daar
is eerbied voor wat er is. En dat
proef je, dat voel je als synestheet;
dan kom je door kleur dichter bij
de basis, bij je geluk."
Volgens Clara Froger is kleur niet
iets dat je alleen waarneemt met je
ogen, maar met iedere cel in je
lichaam. Wat wij allemaal met kleur
kunnen doen, wordt onderschat.
foto Michel de Groot
www.synesthesie.nl
www.clarafroger.com
www.nederlandsekleurenschool.nl