Bui gebied
water, dan ruist het riet
Keihoogte is een speciale attractie
PZC Zaterdag 27 september 2008 21
De Oesterput, een oud landbouwhaventje tussen Wissenkerke en Colijnsplaat.
vast nog aan bod. Als smal tegelpad niet erg
geschikt voor tweewielers. Zo op het eerste
gezicht weten hondenbezitters de dijk te
waarderen. Anders gezegd: je moet üitkijken
waar je loopt.
Ach, een tapuitje, klinkt het plotseling verte
derd. Het vogeltje vliegt steeds een stukje
voor ons uit, alsof hij ons wil meelokken.
Een doortrekker, zegt de gids, die je hooguit
een maand per jaar in deze contreien kunt te
genkomen. We hebben dus geluk. Tapuiten
broeden in konijnenholen. Aangezien het
aantal konijnen afneemt, heeft de tapuit het
ook niet breed.
De glooiing ligt bezaaid met scherven van
oesterschelpen. Bij eb pikken meeuwen de oes
ters op en laten ze kapot vallen op de stenen.
Giglot krijgt een grote stern in het oog. Die trek
ken nu weg, het moet één van de laatste van
het seizoen zijn, denkt Giglot.
Op het keerpunt gaan we aan de binnenkant
van de dijk lopen. Tot dan was het gedurige ge
klots van het Oosterscheldewater tegen de dijk
een vast achtergrondgeluid. Nu zorgt het riet
voor vlagerig geruis. We komen net op tijd, een
boer staat op het punt om de voor ons liggende
dijk af te zetten, zodat hij er zijn schapen kan la
ten lopen. In het water van de 's-Gravenhoekin-
laag zijn drie vogeleilandjes aangelegd. Daar zit
ten kokmeeuwen en visdieven. Aan de andere
kant van het water steekt een schutting boven
de kruin van de dijk uit. Een vogelkijkscherm,
voor wie wil observeren zonder dat alles op de
wieken gaat.
Terug bij de Oesterput zien we een kanoet
strandlopertje. Giglot: „Fel mooi." Ook een
steenloper scharrelt voorbij. In het Engels noe
men ze die een 'turnstone', goed getroffen om
dat dat precies is wat het vogeltje doet: stenen
keren op zoek naar voedsel.
Johan Giglot heeft wel wat met namen. Een
graszanger, mijmert hij, heette tien jaar gele
den nog een waaierstaartrietzanger. Nee, hij
laat niemand raden aan welke naam hij de
voorkeur geeft.
De inlaag de Keihoogte ten noorden van
Wissenkerke valt buiten de op deze pa
gina gepresenteerde wandeling. Wie
van afstanden houdt, kan vanaf de Oesterput
makkelijk tot de Keihoogte lopen, zowel aan
de binnen- als aan de buitenkant van de dijk.
Heen en terug heeft u dan ongeveer tien kilo
meter in de benen. Belangrijk voordeel van het
traject is, dat het geen 'gedwongen' rondje is
en op elk gewenst moment kan worden afge
broken.
De Keihoogte is net als de oostelijker gelegen
inlaag 's-Gravenhoek hartstikke jong. Pas in
1980, toen de Oosterscheldedijk van Noord-Be
veland op deltahoogte werd gebracht, kwam
de Keihoogte binnendijks te liggen. Lage duin-
tjes, begroeid met de zeldzame blauwe zeedis
tel, zijn tastbare herinneringen aan de tijd dat
wind en water vrij spel hadden. De helft van
de inlaag bestaat uit grasland met ruige begroei
ing, de andere helft is water.
De vogelkijkhut in het gebied is een speciale at
tractie. ]e zit er namelijk verrassend dicht op
de vogels. Er foerageren veel eenden en steltlo
pers. Afgelopen week waren er zwarte ruiters
en kemphaantjes te zien. Een dag eerder was er
een overtrekkende visarend gesignaleerd. Bo
ven het water zijn nog boerenzwaluwen actief
zij vertrekken binnenkort naar Afrika. Een
overvliegende kleine zilverreiger is fotogeniek
tegen een donkerdreigende lucht in het noord-
ooslén. Buitendijks steekt de Westnol in de
Oosterschelde.
Het is een dijkrestant van de Ouweleckpolder,
die in 1780 verloren ging.
Bij de net buiten de inlaag gelegen boerderij
Keihoogte kwamen bij egalisatiewerkzaamhe
den in 1959 Zeeuwse moppen en kloostermop
pen - grote bakstenen - boven de grond. Waar
schijnlijk lag daar het dorp Vliete, dat bij de
vloeden van 1530 en 1532 werd weggespoeld.
"-Y*
V
WW. „w,
to se w V-
hi*
V
h V
A t
4 j*
BOERDER
NAMEN
Arendshoeve
Hoeves genoemd naar de
voornaam van een man zijn
er in tegenstelling tot die
van vrouwen) niet zoveel in
Zeeland. Mannen worden
met de familienaam ver
noemd. Tenzij het heiligen
zijn. Of vorstelijke dan wel
adellijke personen. De Ferdi-
nandushoeve bij Absdale is
genoemd naar Ferdinandus
van Oostenrijk; enkele eeu
wen geleden landvoogd van
de Zuidelijke Nederlanden.
De mooie hoeve aan de Oude
Rijksweg in 's Heer Arends-
kerke - die een bouwhistorie
van zo'n vier eeuwen omvat -
had tot voor kort geen naam.
De nieuwe bewoners, die
vooral het huis gerestaureerd
hebben, zochten een passen
de naam voor de boerderij.
Ze kozen voor de historie en
hun zoon.
De historie: 's Heer Arends-
kerke is genoemd naar Arend,
heer van Schenge. Hij wordt
beschreven als een man van
adel en aanzien, hij leefde
van 1100 tot 1151 en hij was
ook letterlijk een gewichtig
man. Zijn bijnaam was: 'Heer
Arend met den buycke'. Al
dus de schrijver van de Kro
niek van Zeeland. Zo'n oude
hoeve noemen naar de stich
ter van het dorp van vele eeu
wen geleden is zinvol, temeer
als je eigen zoon ook Arend
heet en als je hoopt dat hij
ook eens bewoner van die
hoeve zal zijn. Zo breng je ver
leden en heden bij elkaar. De
Arendshoeve is door de Boer
derijenstichting Zeeland geko
zen als typisch Zeeuwse hoe
ve, door de eeuwen heen. Ze
zal als model dienen voor een
nieuwe uitgave van erf en ge
bouwen in het Haagse minia
tuur Nederland: Madurodam.
Dan zal deze boerderij in mo-
delvorm, na eeuwen rustig
aan een oude dijk gelegen te
hebben, door vele honderd
duizenden bekeken worden
in het levendige ministaatje
(als het tenminste lukt om ge
noeg sponsorgelden bij elkaar
te sprokkelen....)
Gerard Smallegange
De inlaag de Keihoogte is pas in 1980 ontstaan.