Wg bouwen met nstuur
Met hoeden heeft
Oetjeskêrke
niets te maken
61*1$
met vragen.
Uit de inzenders van de goe- A I
door Chiel Jacobusse
Er is op aarde geen levend wezen dat zijn omgeving
zo diepgaand en ingrijpend beïnvloedt als de mens.
Dat is al heel sterk het geval in het landschap; maar
het geldt nog veel sterker voor de bebouwde omge
ving. Daar zet de mens bijna alles naar zijn hand. Maar dat
houdt niet in dat er voor een natuurvorser niks te beleven
zou zijn.
Een hele hoop dieren verblijven nergens liever dan in de be
bouwde omgeving. Dat geldt voor vleermuizen en mussen,
zwaluwen en zwarte ratten en nog tal van andere dieren.
Het plantenrijk telt speciale muurplanten en ook tussen
straatklinkers komt een speciale flora voor die je elders niet
of nauwelijks tegenkomt. ]e zou er een compleet boek over
kunnen schrijven.
In het bouwen van een woonverblijf uit allerlei materialen,
is de mens niet uniek. Visdieven en scholeksters bekleden
hun nest met stukjes schelp en plevieren sieren het vaak op
met kleine kiezelsteentjes. Staartmezen gebruiken korstmos
sen voor hun bolronde nest en winterkoninkjes houden
het op hooi en bladeren. De binnenkant wordt afgewerkt
met mos en paardenhaar. In de zee leven goudkammetjes,
die hun fraai symmetrische woonkokers opbouwen uit een
laagje van precies één zandkorrel dik. Stekelbaarzen in de
sloot gebruiken waterplanten als bouwstof Muskusratten
bouwen als winternest een soort iglo uit plantenstengels.
Vaak is hun huis meer dan een meter hoog. Het zijn maar
voorbeelden uit een lange reeks.
Als je al die levende wezens buiten beschouwing laat, dan
nog valt er aan onze eigen bouwsels van alles te zien en te
beleven. Neem alleen al de bouwmaterialen. Bakstenen zijn
misschien het meest gebruikte en tegelijk ook het saaiste
bouwmateriaal. Ze worden tegenwoordig gewoon in de fa
briek gemaakt; wie vindt dat de onberispelijk strakke ste
nen te steriel ogen kan namaak-handvormstenen bestellen.
Nee, geef mij maar die ouderwetse stenen waarvan de her
komst in de naam besloten ligt. Waalstenen, IJsseltjes en
Belgjes laten wat dat betreft niks te raden over. En neem de
kloostermoppen. In oude Zeeuwse gebouwen zijn ze vaak
overdekt met een soort groenige glazuurlaag. Dat is omdat
er zoveel zout in de Zeeuwse klei aanwezig was. De klei
voor de bakstenen van onze oudste bouwwerken werd ge
woon in de directe omgeving gewonnen.
Hout, dat in de bouw gebruikt werd, kon zowel uit eigen
omgeving afkomstig zijn als uit verre streken. Dat was al zo
rond het begin van onze jaartelling. Het hout van dennen
bomen was in het grootste deel van de provincie overvloe
dig voorhanden, voor eiken was men aangewezen op bo
men van de wat hogere gronden. Overigens waren die er
ook binnen de huidige provinciegrenzen. Zo liep er een rug
van pleistocene zandgrond dwars door wat nu het Verdron
ken Land van Saeftinghe is. Daar werden diverse eiken ge
borgen die duizenden jaren geleden ter plekke groeiden.
Aardig aan die eiken is dat ze met behulp van verschillende
technieken nauwkeurig gedateerd kunnen worden. Zo
kwam van de eik, die in het bezoekerscentrum Saeftinghe
geëxposeerd wordt, vast te staan dat die ouder is dan 4000
jaar. De eiken grafkist, eveneens in het bezoekerscentrum te
vinden, kon met behulp van dendrochronologisch onder
zoek tot op het jaar nauwkeurig gedateerd worden.
illustratie Adri Karman
De PZC en natuurmuseum
Terra Maris in Domburg or
ganiseren een kennisquiz
over het Zeeuwse landschap
en de Zeeuwse natuur.
Voorafgaand aan de finale,
zaterdag 18 oktober, publi
ceert de PZC themaverhalen
Het Zeeuwse Landschap restaureert de Hoeve van der Meulen bij 's-Heer Abtskerke. Daarbij
worden zoveel mogelijk authentieke bouwmaterialen gebruikt. foto Chiel Jacobusse
OPLOSSING
Stuur de oplossing vóór maandag 6 oktober naar:
redactie@pzc.nl of PZC, Postbus 31, 4460 AA
Goes, onder vermelding van Zeeuwse kennisquiz.
De zes winnaars, die geselecteerd worden voor de
finale op zaterdagmiddag 18 oktober, worden in
de week na de sluitingsdatum bekend gemaakt.
Q
Een filmpje over het thema bouwmaterialen is te zien
op www.pzc.nl/buitengebied. Daar zijn tot 6 oktober
ook de vragen van alle in de PZC gepubliceerde voor
rondes te zien.
Vragen Zeeuwse kennisquiz (3)
1. De dendrochronologie is een betrekkelijk nieuwe en
erg fascinerende tak van wetenschap. Hoe wordt met
behulp van de dendrochronologie de leeftijd van een
boom of een stuk hout bepaald?
2. De ijsvogel is van origine een bewoner van beek
oevers. Door de opwarming van het klimaat broeden
ook in Zeeland steeds meer ijsvogels. Hoe ziet het
nest van een ijsvogel er uit?
k- 3. Karakteristiek voor Zeeuwse boerenschuren is de
zwarte kleur, met rond de ramen en deuren een witte
belijning. De traditionele manier om schuren zwart te
maken is uit milieuoogpunt verboden. Welk middel
werd hiervoor'oorspronkelijk gebruikt?
Vinninge, Oostende, Bakendorp, het zijn namen die we tegenkomen
als we op zoek zijn naar de geschiedenis van Hoedekenskerke. Na
men die aangeven dat in de omgeving van 'Oetjeskêrke' strijd met
de zee is gevoerd. In 1530 verdwenen met de St Felixvloed de laatste
resten van deze dorpen in de golven.
De inlagen langs de Westerscheldedijk, 'boeierds' genaamd, zijn er
de monumenten van. Hoedekenskerke bleef bewaard. Overigens is
het dorp pas aan het begin van de 15e eeuw gesticht, naar verluidt
door Heer Odekijn (Oedekijn, Oidekin), mogelijk een telg uit het
voorname geslacht De Vrieze van Oostende.
In de kerk lagen zerken van aanzienlijke edelen, burgers en pastoors.
Nog steeds is in de kerk de grafsteen te vinden van Pastoor Jan Le-
naerts, overleden in 1518, bij leven geestelijke te Bakendorp. In 1782
storten de toren en een deel van het schip in. Het overgebleven koor
gedeelte fungeert nu als kerk. Met hoeden heeft de naam van het
dorp niets te maken, hoewel we het tegenwoordige klokkentorentje
een nieuwe hoed zouden kunnen noemen.
PZC Dinsdag 23 september 2008 I 31
De PZC sponsort stichting Het
Zeeuwse Landschap. In Natuur-
journaalgaat hoofd ecologie
Chiel Jacobusse wekelijks in op
wat er aan de orde is in de
Zeeuwse natuurgebieden.