r spectrum
PZC
Zaterdag 20 september 2008
Liesbeth van Tongeren
Geboren in Vlaardingen op
31 maart 1958.
Woont nu in Amsterdam.
Heeft met partner Martin,
producent bij Toneelgroep
Amsterdam, een zoon.
Studeerde internationaal
recht aan de Vrije Universi
teit en Universiteit van Am
sterdam.
Werkte bij vrouwenopvang
en was projectmanager bij
de gemeente Amsterdam.
Van 2001 tot 2003: direc
teur van de Sociale Dienst in
Purmerend.
Sinds 2003: directeur van
Greenpeace.
Liesbeth van Tongeren
wordt nog wel eens
verketterd: „Ik heb er
niet zo'n moeite mee
als er lelijke bijvoeglij
ke naamwoorden voor
mijn naam worden ge
plakt. Ik wil het graag
zo snel mogelijk over
de inhoud hebben."
demonstratie in Amsterdam, op 21 novem
ber 1981, en later die in Den Haag. Ze stu
deerde internationaal recht aan de Vrije
Universiteit en de Universiteit van Amster
dam, afstudeerrichting zeerecht, en woon
de in een kraakpand. Een vrij en relaxed
kraakpand, daar was niks radicaals aan, zo
haast ze zich te zeggen. Toen ze als 20-jari-
ge een huis in de Indische buurt betrok
met een stel andere krakers, werden ze
door de buren onthaald op dekens en
soep. „Die waren blij dat het weer werd be
woond, schoongemaakt en verwarmd. En
dat de duiven er niet langer inzaten. We
hadden afgesproken dat we zouden ver
trekken als er nieuwbouwplannen waren
en dat hebben we ook gedaan."
Met politiek hield ze zich niet bezig. Van
Tongeren was druk met haar studie, met
het runnen van een buurtcafé waar men
sen uit de kraakpanden kwamen, maar
ook gewone huurders van even verderop
en 'tante Sjaan'. „Nu noem je dat sociale
integratie, toen kenden we dat woord
niet."
Er werd eens wat gedemonstreerd tegen
'geparkeerde auto's en zo' en Van Tonge
ren deed vrijwilligerswerk voor een weg
loophuis voor meisjes en de stichting Te
gen haar Wil, waar (oud-minister) Hedy
d'Ancona de scepter zwaaide. Op klein
schalig niveau viel heel wat bedrijvigheid
te bespeuren: huisgenoten richtten een fa
briekje op in biologische muesli, kleding
werd met de hand genaaid, haren collec
tief geknipt.
Leerzaam was het zeker, die woelige jaren
in Amsterdam. „Wat heel duidelijk werd,
is dat het moeilijk is om het te redden als
er geen regels zijn. Dat had je in zo'n
woongroep ook. Iedereen wilde fijn samen
wonen en dan had je toch iemand die om
twee uur 's nachts ging oefenen op zijn
bas. Of er waren lui die geen geld hadden
voor water en elektra. Moest de rest daar
voor dokken? Alle maatschappelijke pro
blemen kwam je er in minivorm tegen."
De romantiek verdween begin
jaren tachtig, met de verhar
ding van het kraakklimaat en
de dreiging van De Bom. „Ik
zag vrienden om ons heen met de dag de
pressiever worden. Er was geen werk, hele
maal niets. Je kon alleen als vrijwilliger
wat meedoen. Ik herinner me dat ik op
een dag over straat liep, bij kantoren naar
binnen keek en dacht: daar kom ik dus
niet tussen. „Mijn toenmalige vriend stel
de voor zes maanden naar Australië te
gaan. Weg uit de kou en de nattigheid, de
depressieve sfeer, de dreiging van kern
bommen. We leefden enorm op. Het was
nooit de bedoeling te emigreren, maar uit
eindelijk ben ik daar zes jaar gebleven."
Net als in haar studententijd kon ze er
vooral uit de voeten met praktische zaken.
Voor Cambodjaanse vluchtelingen startte
ze een kookproject. „Dat ging vrij basic. Ik
vroeg wie er kon koken, huurde twee gara
ges en we gingen lunches maken voor za
kenlui. Na zes maanden was het zo'n suc
ces, dat we een echt restaurantje konden
beginnen. Dezelfde truc haalden we uit
met mensen die auto's konden repareren."
Het tekent haar pragmatisme. „Mijn credo
is: laten we wat gaan doen. Theoretisch fi
losoferen vind ik ongelooflijk leuk bij een
dineetje. Daarna graag aan de slag. Daarom
pas ik ook bij Greenpeace. We gaan niet
eindeloos rapporten schrijven, we gaan
wat ondernemen, klimmen in een schoor
steen, stappen in een boot. Desnoods zet
ten we zelf een windmolen neer."
Ze belandde er via een personeelsadverten
tie in de krant, nadat ze een aantal jaren di
recteur was geweest bij de Sociale Dienst
in Purmerend. „Ik dacht: sympathieke
club, laat ik het eens proberen. Ik was tot
het inzicht gekomen dat ik wil behoren
tot de groep mensen op aarde die niet bij
de pakken gaat neerzitten als er proble
men zijn, maar er iets aan doet. Je kunt
van alles najagen. Je kan de mooiste, de
rijkste, de bekendste, de slankste worden,
maar naar mijn idee word je daar niet ge
lukkig van."
Haar mooiste moment bij Greenpeace?
Het was ergens in 2005, op actieschip de
Esperanza. Van Tongeren voer mee met
een groepje zeebiologen naar de Azoren,
waar onderzoek werd gedaan naar de blau
we vinvis, het grootste zoogdier op aarde.
Een zeldzame beest, met uitsterven be
dreigd, en vrijwel nooit te zien boven het
wateroppervlak. Blijkbaar had ze een goed
walviskarma, zeiden de aanwezigen aan
boord. Want plotseling zwom er één minu
tenlang langzij. „Er waren heel wat stoere
mannen aan boord, maar iedereen stond
met tranen in zijn ogen. Als ik hier op kan
toor weer eens bezig ben met stukken van
de begroting, vergaderingen voorbereid of
formulieren moet invullen voor de arbo-
dienst, denk ik er wel aan terug. Dan weet
je weer: hier is het allemaal om te doen."