Buitengebied
de brug over
raadkaart
Met de koeien
Nieuwe
Schaapherder Jan Klomp leert elke dag
Weekboek
een herder
PZC Zaterdag 20 september 2008 [21
Opnieuw een beeld dat herinneringen zal oproepen aan voorbije jaren
bij deze nieuwe kaart uit de collectie van Hans Lindenbergh. De gebrui
kelijke vraag is: in welke plaats is deze foto genomen. Nadere bijzonder
heden over de situatie toen en nu zijn zoals altijd van harte welkom.
Oplossingen kunnen tot en met donderdag 25 september gestuurd wor
den naar: Redactie PZC Buitengebied, postbus 31, 4460 AA Goes; fax:
0113 - 315669; e-mail: redactie@pzc.nl.
Onder de inzenders van een goede oplossing worden drie waardebon
nen verloot.
oorspronkelijke maar de vervanger
van de brug die in de oorlog werd
vernield. Opmerkelijk is dat de
brug geheel geklonken is".
Nelleke Dek-de Vlieger vertelt; „in
mijn kinderjaren heb ik veel voor
die brug moeten wachten. Twee
maal per jaar gingen we er met on
ze koeien over, om ze lopend van
af de boerderij elders te brengen.
Dat was een hele onderneming!"
P. Bentschap-Knoop woonde vlak
bij de brug op de Bonzijweg en
kende brugwachter A. Vermaire:
„Als de brug gedraaid werd, ging
ik nog al eens mee. Wij liepen dan
van de ene naar de andere kant en
de brug ging dan heen en weer
wiegen. Dat mocht natuurlijk niet.
We hebben ook veel genoten als
de slagbomen weer opengingen.
Dan kwamen de automobilisten
van beide kanten de smalle brug
op en stonden dan middenop stil,
niemand wilde terug. Vermaire
deed dan de slagbomen weer
dicht en belde de politie."
J. Fossen: „De brug werd nog met
de hand open en dicht gedraaid.
Toen ik op de binnenvaart zat,
heeft de brug heel wat voor ons
moeten draaien. Het was een hele
toer om er met een 80-meterschip
door te komen."
„Het afgebeelde huisje rechts is
het bedieningshuisje. Mijn vader
werkte hier als brugwachter",
schrijft J. Feleus-Heijnsdijk. „De
brug was de verbinding tussen het
sluisplateau en Wemeldinge. Bij
de verbreding van het kanaal is de
brug gesloopt en het kanaal ter
plaatse gedempt. Het gebied op de
foto achter de brug is nu jachtha
ven."
A. J. Mol: „Als kleine jongen was
ik bang om de brug over te gaan.
Als we op zondag op visite gingen
bij opa en oma, namen mijn ooms
Henk en Tonnie van de Guchte
ons mee naar de brug. Halverwege
gingen ze dansen en riepen dan
we zakken door de brug".
Een aantal inzenders situeerde de
brug in Oost-Souburg en Sluiskil.
De waardebonnen gaan naar: T.
Dommisse, Terneuzen; J.Fossen,
Kapelle; T.Gijssel, Wemeldinge
door Annemarie Zevenbergen
Da za toch wè de Boenze-
brughe in Weumelinge
weze?! schrijft L. Philipse
uit Weert. Een van de tal
rijke reacties op de raadkaart van
afgelopen week. Veel schippers,
brugwachters en oud-gebruikers
van de Wemeldingse Bonzijbrug
stuurden hun herinneringen in.
Philipse vervolgt: „Toen ak jonge
in Weumelienge weunde, êk vee
ghezwomme en ghedoke bie 't
vangermannetje'.
De visser op de foto werd door di
verse schrijvers herkend als
Adriaan de Moor. „Mijn grootva
der, hij was na zijn pensionering
bij de waterpolitie bijna iedere dag
met zijn hengel te vinden aan het
kanaal door Zuid-Beveland. In die
tijd beet de vis nog goed en ik heb
als kind genoten van de heerlijke
verse paling, bot, schar etc." T. Fe-
lius schrijft; „wij zeiden altijd
Moortje, hij ging vaak samen met
de gepensioneerde veldwachter vis
sen. De brug op de foto is niet de
De PZC volgde tot vorige week de
familie Langebeeke, Middelburgse
ringrijders. Het weekboek ringrij-
den is vorige week dichtgeklapt.
Vanaf vandaag lopen en leven we
mee met de Zuidzandse herder
Jan Klomp en zijn Schaapskudde
Zeeuws-Vlaanderen. We introduce
ren herder en kudde.
door René Hoonhorst
Een roeping wil Jan Klomp (49) het
niet noemen. Als jochie droomde hij
er nooit van later schaapherder te wor
den. Zijn carrière liep van de super
markt en het distributiecentrum van Albert
Heijn via een baan als zelfstandig aannemer
in de bos- en landschapsverzorging naar het
hoeden van de Schaapskudde Zeeuws-Vlaan-
deren.
Als bos- en landschapsverzorger had hij al
een kleine kudde van enkele tientallen scha
pen. Toen hij het plan op vatte in Zeeuws-
Vlaanderen te gaan wonen, moesten de die
ren als het even kon mee. Klomp hoorde van
toenmalig districtsbeheerder René Beijersber-
gen dat Het Zeeuwse Landschap graag een
kudde in West-Zeeuws-Vlaanderen zou laten
grazen. Na eerst enkele jaren met allerlei
baantjes in zijn levensonderhoud te hebben
voorzien, trok hij de stoute schoenen aan en
vroeg of de natuurbeheerder nog steeds graag
schapen in natuurgebieden en op wallen en
bloemdijken wilde laten grazen. Intussen
staat de 'selfmade' herder al weer aan het ein
de van zijn tiende hoedseizoen.
Klomp heeft het herdersvak voornamelijk op
eigen kracht onder de knie moeten krijgen,
want een opleiding tot schaapherder is er in
Nederland niet. „Dus ging ik gewoon aan de
gang. Wat informatie uit boeken en van inter
net, bezoekjes aan bedrijven van enkele colle
ga's, maar daarnaast vooral leren in de dage
lijkse praktijk", betoogt Klomp.
Zijn bedrijf, de kudde is eigendom van
Klomp en zijn vriendin Natasja Vermeulen,
drijft op drie poten. Een beheersvergoeding
van Het Zeeuws Landschap voor de begra-
zing van natuurgebieden, dijken en wallen;
subsidie van provincie en gemeente voor het,
ook toeristisch interessante, cultuurhistorisch
erfgoed én de verkoop van dieren, levend
dan wel geslacht.
De grootte van de kudde varieert gedurende
het jaar door het aantal lammeren dat mee
loopt. In de winter staan zo'n 400 tot 450
ooien op stal. Die vrouwtjes zorgen jaarlijks
voor zo'n 450 tot 500 lammeren. De stal voor
de Schaapskudde Zeeuws-Vlaanderen staat
aan de Mosterdweg bij Zuidzande. Klomp
heeft de schapenschuur in bruikleen van de
Stichting Dijk- en Kreekbehoud West-
Zeeuws-Vlaanderen, die de loods - met geld
van de provincie - huurt van een particulier.
De kudde bestond aanvankelijk vooral uit
Drentse heideschapen, maar die moeten lang
zaam het veld ruimen voor Vlaamse kudde
schapen. Na de verkoop van honderd 'Dren
ten' bestaat de meerderheid van de kudde nu
uit Vlaamse kuddeschapen en kruisingen van
Drenten en Vlamingen.
Vier herdershonden, een pup gaat binnen
kort in opleiding, houden de kudde om beur
ten bijeen. Klomp loopt nu meestal in zijn
eentje met kudde en honden door de streek.
Volgende maand komt zijn neef Serge (24) er
bij om Klomp enigszins te ontlasten en zijn
oom wat meer armslag te geven voor ontwik
keling van commerciële activiteiten.
Ook Serge, nu nog dakdekker in Luxemburg,
zal het herdersvak in de praktijk moeten le
ren. Natuurlijk kan hij wel het een en ander
opsteken van oom Jan. Die zichzelf overigens
nog steeds als een beginneling beschouwt.
„Ik vertel natuurlijk heel trots over mijn kud
de en wek misschien de indruk dat ik alles
van schapen en hoeden weet. Maar ik leer
ook nog elke dag bij."