reizen
fD
■s
ST
Verplicht uitrusten
rCÏ
Als je lang genoeg op
iemand inpraat, komt de
bekentenis er vanzelf uit
3.
Castilla y León in Spanje lijkt wel wat op het
Loiregebied in Frankrijk: de streek grossiert in
kastelen. Het is alleen droger en de kastelen
liggen er desolater bij, ontdekte Jan Willem Veenhof.
Varkensvlees als symbool van strijd
PZC
Zaterdag 20 september 2008
t reizen@wegener.nl
024-3650360
De vlucht van Bangkok naar huis is zoals hij altijd is:
vol en lang. De warme maaltijd spoel ik weg met
een paar kleine flesjes wijn en nog voor de koffie
met cognac ben ik in dromenland.
Veel gereisd de laatste tijd. Moe. Maar anders dan anders
word ik een uur later alweer wakker, met een stekende pijn
in de rechterhand. Bij nadere bestudering ontdek ik een
langwerpige zwelling tussen ringvinger en pink. Wat heb ik
nou weer aan mijn fiets hangen?
Het vliegtuig is donker en in diepe rust. Voorzichtig komt
opnieuw de slaap. Niet veel later word ik koortsig wakker.
De hand klopt en is nu duidelijk opgezwollen. Ik voel me
gloeien, weet zeker dat ik koorts heb. Even overleggen met
de purser. De temperatuur blijkt 39,6. Oei. Een omgeroepen
arts bestudeert mijn hand. Hij kan me niet helpen. Ik krijg
wat koortsremmers en probeer mijn hypochondrie onder
controle te houden.
Bij aankomst op Schiphol leef ik nog. Daaruit put ik enige
hoop. Op de eerste hulp word ik vriendelijk bekeken. Tja,
die hand is wel heel erg dik. Verschillende assistenten ko
men mij bestuderen, maar geen van hen trekt een doortas
tende conclusie. Na een uur komt de echte arts. Ik vertel
hem over mijn tropische arbeid van de laatste weken en de
dokter concludeert dat ik in de buurt van de zwelling gesto
ken moet zijn. Dit ontken ik stellig. Mijn hand was op het
vliegveld van Bangkok volledig gaaf
In het uur dat volgt, komen om de beurt andere artsen naar
mijn hand kijken. Steeds trekken ze dezelfde conclu
sie: tropische steekwond door onbekend insect. De
hand zwelt verder op. Ik begin te begrijpen hoe dat
gaat bij politiebekentenissen. Als je maar lang ge
noeg op iemand inpraat, komt er vanzelf wel een be
kentenis uit. Uiteindelijk geef ik dan ook maar toe.
Ia, ik ben gestoken. Nou goed?
En ineens is er actie. Er wordt een bed voorgereden.
Een leuke zuster legt een infuus aan, met een forse
portie antibiotica er in. Ik zal ter observatie worden
opgenomen. Mijn medische doopceel wordt gelicht. Ik heb
de gevreesde MRSA-bacterie. Dit heeft voordelen. Ik mag
met niemand in contact komen, dus krijg ik een privéka-
mer. De artsen die mij bezoeken, dienen zich van top tot
teen in beschermende kleding te steken. Dus die komen zo
weinig mogelijk langs. Om het voor mij wat minder prettig
te maken, legt de dokter uit welke gevaren er op de loer lig
gen. Als de onbekende bacterie naar vitale lichaamsdelen op
rukt, zijn de rapen gaar. Gezellig. De familie brengt boeken,
de collega's rumbonen. Ik kijk oeverloos tv. Ik voel ineens
weer hoe doodmoe ik ben. Zóóó moe.
Een zuster heeft de grenzen van de zwelling in mijn hand
met viltstift afgetekend. Ik val vroeg diep in slaap. Peilloos
diep. De volgende dag zie ik een lichte verbetering. Mooi.
Omdat de artsen vanwege de verkleedpartij niet graag bij
mij op bezoek komen, mag ik door het raam roepen hoe ik
zelf denk over mijn toestand. „Onveranderd", lieg ik.
De dag lacht me toe. Veel slapen, lezen, tv kijken. De kinde
ren mogen de hele middag op bezoek komen en papa gaat
niet dood. Althans, nog niet. Ik slaap vroeg in en wordt pas
laat wakker. De zwelling heeft zich opnieuw verder terugge
trokken. Ditmaal komt een verpleegster van dichtbij pools
hoogte nemen. Het ziet er goed uit, luidt haar conclusie.
Ik fantaseer dat het nog wel erg klopt en veel pijn doet. Be
ter nog maar even blijven. Het mag. Weer een prachtige dag
in mijn volledig verstelbare ziekenhuisbed. Tegen de avond
heb ik boek vier uit. Er komen twee fijne films op de buis
en de kinderen hebben lang niet alle rumbonen opgegeten.
Soms kijk ik even naar mijn hand. Een beetje dik nog, maar
nauwelijks waarneembaar. Ik vermoed dat dit mijn laatste
rustige nacht wordt. Nog een keer lekker lang slapen.
Om 7 uur staat de dokter naast het bed in zijn bacterievrije
ruimtepak. Verbaasd bekijkt hij de gewraakte hand. Bijna
weer de oude. „]a dokter, het is vannacht heel snel gegaan."
Het lukt niet mijn verblijf nog een dag te rekken. Om 8 uur
sta ik buiten, net op tijd om de kinderen naar school te fiet
sen. Helemaal uitgerust. Wat er met mij aan de hand was,
weet niemand. Maar wie eens lekker wil uitrusten, kan ik
het van harte aanbevelen.
Het kasteel van Penafïel ligt als een schip op een berg.
Sommige mensen we
ten nog wel dat we
hier drie steden heb
ben die op de wereld-
erfgoedlijst van Unes
co staan: Segovia, Salamanca en
Avila. Maar bijna niemand weet
hoeveel méér Castilla y León te bie
den heeft. We hebben elf kathedra
len, vierhonderd kastelen, meer
dan zesduizend kerken en ik weet
niet hoeveel paleizen."
Gids Miguel Angel Martin lucht
zijn hart over Castilla y León. Deze
grootste autonome regio in Spanje
ligt net boven Madrid. We zijn on
derweg door het dorre Castillaanse
landschap, van de Romeinse aqua
ductplaats Segovia naar de burcht
plaats Cuellar.
Martin wil wat doen aan die onwe
tendheid. „Spanje kan wel wat nu
ancering van het imago van sun,
sand and sex gebruiken." Hij brengt
ons naar het kasteel van Cuellar,
de plaats die bekend is vanwege
het ritueel van de 'encierro', waar
in een losgelaten stier achter stoere
mannen aanrent. Pamplona is er
bekend om, maar in Cuellar ge
beurde het voor het eerst.
Midden in de stad staat een stand
beeld van een stier met een ren
nende man ervoor. Maar Cuellar,
60 kilometer ten noorden van Seg
ovia, is óók bekend om zijn kas
teel. Dat is een fraai voorbeeld van
de talloze kastelen die hier langs
de Duero staan, de rivier die van
uit het oosten van de regio hele
maal naar Portugal loopt. De
Duero, in Portugal bekend als Dou-
ro, vormde de eerste en belangrijk
ste frontlinie in de strijd tegen de
Moren tijdens de 'reconquista' (zie
kader 'varkensvlees'). Van hieruit
werden de Moren langzaam terug
gedreven en dat gebeurde - de re
gio Castilla heeft de klank van 'kas
telen' in haar naam - vanuit de ve
le tientallen vestingen langs de ri
vier.
Het kasteel van Cuellar, dat onder
het bewind van Franco een gevan
genis was, is tegenwoordig een
middelbare school. Op de zuidelij
ke buitenmuur van het kasteel zijn
nog fraaie voorbeelden van Moor
se versieringen in 'mudéjar'-archi
tectuur te zien. De christenen
bouwden na hun herovering van
de Moorse gebieden vaak verder
Spanje werd eeuwenlang overheerst door de Moren. Toen tussen de
achtste en de twaalfde eeuw de 'reconquista' (de herovering) werd
ingezet, was Castillia y León een van de eerste regio's die
terugveroverd werd. Evenzeer als de 'reconquista' een strijd was
tussen de Europeanen en de Arabieren, was het een strijd tussen
christendom en islam. Die strijd is tot de dag van vandaag te
herkennen in het menu van Castilië.
Moslims mochten geen varkensvlees eten, christenen wel. Op het
menu van de restaurants en tapasbars van Salamanca, Segovia en
León staan veel producten waarvan het hoofdbestanddeel
varkensvlees is, zoals chorizo, salami en jamón ibérico. Karbonaadjes
van de grill met tuinbonen, gevulde forel met serranoham of stoofpot
met varkenslappen, groenten en peulvruchten: het is varken en nog
eens varken wat de klok slaat. Culinair hoogtepunt is de cochinillo
asado: een knapperig en mals in de oven gebraden speenvarkentje.
Een specialiteit én symbool voor de Spaanse feestdagen.