Buitengebied Plat Zeeuws heeft diepgang 5 *SStk Kamperland is het enige straatdorp op Noord-Beveland u KENNISQUIZ N PZC Dinsdag 16 september 2008 17 door Chiel Jacobusse Zeeland is zo plat als een cent. Wie terugkomt van een vakantiebezoek aan de Alpen of de Ardennen, kan niet anders concluderen. Het Limburgse heuvellandschap, de Utrechtse heuvelrug en de Hoge Veluwe zijn de inlandse tegen polen van het vlakke zuidwesten. Maar is Zeeland wel zo plat als het lijkt? Als je wilt weten hoe het landgoed Ter Hooge aan zijn naam komt, dan moet je het bezoeken op een zonnige najaarsdag. Niet midden op de dag, maar in de vroege ochtend of de late avond, als de laagstaan de zon lange schaduwen maakt van alles wat boven zijn omgeving uitsteekt. De be zoeker ziet dan dat de landerijen tussen het landgoedbos en de bebouwde kom van Middelburg een verre van egaal maai veld hebben. Er ligt - van noordoost naar zuidwest - een hoge rug, die aan weerszij den geflankeerd wordt door lage komgron- den. Het hoogteverschil bedraagt plaatse lijk meer dan anderhalve meter. Voor ons mogen de hoogteverschillen dan weinig opvallen, voor onze verre voorou ders lag dat heel anders. Wie wilde bou wen was aangewezen op het hoogste punt in de omgeving, anders liep je een gerede kans om het in het winterhalfjaar niet droog te houden. Bewoners van de oude ei landkernen als de Poel op Zuid-Beveland en de Prunje op Schouwen-Duiveland, wa ren nog maar honderd jaar geleden vaak aangewezen op hun roeiboot als ze in de winter van huis wilden. De strijd tegen het water is in Zeeland niet alleen maar op de grens van land en zee ge voerd. De oudste delen van de provincie, het zogenaamde oudland, bevat in de on dergrond een veenlaag die van origine min stens vijf meter dik was en soms meer dan het dubbele. Toen men in de Middeleeu wen begon om het bedijkte land te ontwa teren was dat aanvankelijk dweilen met de kraan open. Want door afvoer van het wa ter klonk het poreuze veen steeds verder in en naarmate men dieper ontwaterde trad er navenant een daling van de bodem op. Op tal van plaatsen is het maaiveld in de loop van de laatste achthonderd jaar meer dan vijf meter gedaald. Maar andersom kan ook. Het Verdonken Land van Saeftinghe, dat in de zestiende eeuw werd prijsgegeven aan de zee, bleef eeuwenlang dag in dag uit overspoeld met vloedwater. Met het water werden zand en slik en schelpen aangevoerd, en als het vloedwater zich terugtrok bleef er na ieder tij een uiterst dun laagje nieuw sediment achter. Zo kwam de bodem stukje bij beet je hoger te liggen en dat bleef natuurlijk niet onopgemerkt. Halverwege de vorige eeuw ontstonden plannen om het prijsge geven land opnieuw in te polderen en wa terstaatsingenieurs begonnen al achter hun tekentafels te dagdromen over een nieuw huzarenstukje. Maar de stad Ant werpen gooide roet in het eten. Men was bang dat de stad bij noordwesterstorm te maken zou krijgen met sterke stuwing van het Scheldewater. Als de komberging van Saeftinghe zou verdwijnen, was het gevaar dat de stad zou overstromen bepaald niet denkbeeldig. De Belgische protesten leid den ertoe dat de inpolderingplannen voor Saeftinghe van tafel gingen. Later was er niemand meer die erover piekerde om de grote natuurwaarden van Saeftinghe op te geven door het gebied in te polderen. De PZC en natuurmuseum Terra Maris in Domburg or ganiseren een kennisquiz over het Zeeuwse landschap en de Zeeuwse natuur. Voorafgaand aan de finale, zaterdag 18 oktober, publi ceert de PZC themaverhalen met vragen. Uit de inzenders van de goe de antwoorden worden zes finalisten gekozen. 3 LU LU Het Land van Saeftinghe verdween in de 16e eeuw door een combinatie van stormvloeden en oorlogsinun daties voor altijd in de golven. Inmiddels is het weer hoog opgeslibd en het gebied geldt nu als één van de belangrijkste natuurgebieden van de Delta. foto Chiel Jacobusse Vragen Zeeuwse kennisquiz (2) ►- 1Welk van de volgende drie gebieden ligt het hoogste: het centrum van Middelburg, de Wilhelminapolder bij Goes of het Verdronken Land van Saeftinghe? 2. De oudste Zeeuwse polders werden in de Middeleeuwen slechts beveiligd door heel la ge dijkjes en soms woonden mensen zelfs in onbedijkt land. Noem drie oorzaken waardoor in de loop van de tijd de zeeweringen steeds hoger moe(s)ten. 3. Wat is een schorbuffer? Stuur de oplossing vóór maandag 6 okto ber naar: redactie@pzc.nl of PZC, Postbus 31, 4460 AA Goes, onder vermelding van Zeeuwse kennisquiz. De zes winnaars, die geselecteerd worden voor de finale op za terdagmiddag 18 oktober, worden in de week na de sluitingsdatum bekend ge maakt. ■JJI Een filmpje over het thema hoogteverschillen is te zien op www.pzc.nl/buitengebied. Daar zijn tot 6 oktober ook de vragen van alle in de PZC gepubliceerde voorrondes te zien. illustratie Adri Karman Campen was de naam van een zeer oude nederzetting op Noord Beveland, die al bestond in 976. Campen is afgeleid van het Latijnse 'Campus', dat veld of omperkt stuk land be tekent. In 1170 wordt de plaats Campen als parochie vermeld. In tegenstelling tot alle andere dorpen op het eiland Noord-Beveland, die in principe tot het type voorstraatdorp behoren en al voor de inpoldering op kaart stonden, heeft het 'nieuwe' Kamperland zich pas laat ontwikkeld. Toen in 1699 de Heer Janszpolder, waarin het tegenwoordige dorp ligt, werd bedijkt, herstelde men ook de veerdienst naar Veere op Walcheren. Via de Veerweg (de tegenwoordige hoofdstraat van het dorp) bereikte men meer bewoond ge bied, zoals het gehucht Campensnieuwland en het dorp Wis- senkerke. Vanaf ongeveer 1850 ging men langs de Veerweg bouwen. Van een planmatige opzet van een dorp is nooit sprake geweest. Men bouwde zonder systeem en naar behoef te ontstonden enkele zijstraten. Een dergelijk dorp noemt men een straatdorp.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 17