spectrum 12 De basisschool krijgt Sommen maken op opa's manier PZC Zaterdag 6 september 2008 een onvoldoende De helft van de kinderen op de basisschool kan sommen als 99 x 101 en 3 x 1/3 niet uitrekenen. Zorgelijk, zeker nu uit onderzoek van de Onderwijsinspectie blijkt dat liefst 27 procent van de basisscholen slecht presteert met rekenen. door Marjon Kok foto Carlo ter Ellen eel leerlingen in het basisonder wijs kunnen niet goed rekenen. Dat constateert de Inspectie van het Onderwijs in een rap port dat dit najaar verschijnt. Liefst 27 procent van de basisscholen pres teert slecht, terwijl het aantal scholen dat als 'taalzwak' wordt aangeduid, 'slechts' t2 pro cent bedraagt. Dat de aandacht de laatste ja ren met name uitging naar verbeteren van lezen en schrijven, is dan ook onterecht. Ba sisscholen zouden ook veel meer tijd moe ten besteden aan het rekenwerk. In de discussie over de oorzaak van de grote groep zwak rekenende kinderen, wordt met de beschuldigende vinger gewezen naar de rekenmethode die de meeste basisscholen in Nederland gebruiken. Kinderen leren reke nen volgens de realistische methode: som men worden niet sec als cijfers aangeboden, maar in een context waarbij kinderen zich iets kunnen voorstellen. Het rekenen wordt op deze manier minder abstract en vooral leuker, zo is de gedachte erachter. Daarnaast leren kinderen zo dat er meer manieren zijn een som op te lossen. Zo zou ieder kind zelf kunnen ervaren wat voor hem of haar de meest handige manier is om een rekenpro bleem op te lossen. De realistische rekenmethode ligt al langer onder vuur. Critici menen dat rekenen op deze manier vooral taal wordt. Kinderen die moeite hebben met lezen, leren zo niet goed rekenen. Ook de onderwijsinspectie heeft twijfels over de realistische methode en con stateert dat het nut van aanbieden van meer dere oplossingsstrategieën niet is aange toond. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die moeite hebben met rekenen in elk geval geen veelheid aan verschillende oplossings methoden voorgeschoteld moeten krijgen. Zij moeten één manier leren, die ze vervol gens oefenen, oefenen, oefenen. Een moeder stuurt haar kind naar de winkel voor 2 liter slagroom. Er liggen alleen pakjes van een kwart liter. Hoeveel pakjes slag room moet het kind kopen? Roel van Asselt, lid van de vernieuwingscommissie wiskunde en van de commissie-Meijerink, die de minister van Onderwijs adviseerde over reken- en taalon derwijs, haalt er een realistische rekensom bij. „Hartstikke leuk natuurlijk", zegt hij. „Maar dat moet niet de enige manier zijn om kinderen be gripsmatig te leren rekenen." Hij ziet het al voor zich. „Ik ben net in Italië ge weest. Daar kwam ik bij de bakker en kocht er van alles. Die juffrouw zette alle bedragen on der elkaar op een papiertje en telde het simpel weg op." Stel dat ze vroeger grote getallen had leren optellen via kolomrekenen, zoals de basis schoolleerlingen dat tegenwoordig leren. „Wat een administratie, ze zou er in vastlopen." Dat rekenen vooral leuk moet zijn, sloop als ten dens het basisonderwijs in, denkt Van Asselt. „Maar ouderwets cijferen, het opa-rekenen, vin den kinderen helemaal niet minder leuk. Leer ze eerst de basisvaardigheden op één manier en besteed daar voldoende tijd aan. Ontwikkel vol doende zelfvertrouwen bij ze en zorg dat de vaardigheden later in het onderwijs worden on derhouden. Breng meer ruimte in het program ma van de basisschool om het rekenen te oefe nen en routinematig te kunnen toepassen." Basisscholen kregen de laatste jaren van alles in de schoot geworpen. „Seksuele voorlichting, ver- keersles, sociale vaardigheden, multiculturele as pecten, milieuzaken. Er is daardoor niet veel oe fentijd voor rekenen beschikbaar. Sommen wor den de leerlingen wel uitgelegd in concrete si tuaties, maar tijd om te oefenen is er te weinig." Pakjes slagroom kunnen kinderen wel kopen, zegt Van Asselt. „Maar vraag je hoeveel 8 x 'A is, Rekenzwak: beter de traditionele methode Kinderen die moeite heb ben met rekenen, hebben meer baat bij traditioneel rekenen. Dat blijkt uit on derzoek uit 2005 van pe dagoog Rudolf Timmer mans, onder leerlingen van 8-11 jaar in het basis- en speciaal onderwijs. Hij wilde weten welke metho de het meest effectief was voor leerlingen die moeizaam rekenen en ver geleek een traditionele benadering met het realis tisch rekenonderwijs. Bij traditioneel rekenen leren ze sommen volgens een vooraf geleerde stra tegie op te lossen. Reken- zwakken kiezen niet de meest adequate oplos- singswijze. Ook hebben ze moeite een nieuwe op lossing te bedenken en die vervolgens uit te voe ren. Een aanpak waarbij één oplossingswijze wordt aangeleerd en in tensief getraind, bleek een positiever effect te hebben op die kinderen. Bron: Radboud Universiteit Nijmegen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 96