spectrum 4
Een schoon huis met nieuwe vloeren
RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE
rattenjacht
Marjan
Berk
PZC
Zaterdag 6 september 2008
Wanneer een mens na veertig jaar
zijn huis moet ontruimen, dan
komt hij wat tegen! Nadat wij de
boeken veilig in dozen en hutkof
fers hadden gepakt, was daar de bedstee... In het in
1871 gebouwde huis bevinden zich nog de twee ori
ginele bedsteden. In huwelijkse staat sliep ik ruim
vijfentwintig jaar in de ene bedstee, maar bij het
vertrekken van de echtgenoot besloot ik dat intie
me hol ook maar te verlaten en voor het slaapge-
not een uitklapbaar bankje te betrekken. De ande
re bedstee was veertig jaar geleden al tot kast ge
bombardeerd. En nu moesten ze leeg. Mijn trou
we dochter nam er zelfs een dag vrij voor, en liet
weer eens zien hoe geweldig zij van aanpakken
weet. Met opgestroopte mouwen ging zij de goed
gevulde opbergplek van veertig jaar te lijf Ik zat
aan de zijkant met lege vuilniszakken, te wachten
op haar genadeloos oordeel.
„Nee!", piepte ik, toen zij een paar lange zwarte ge
breide sokken in de wegwerpzak wilde dumpen.
„Dat zijn nog sokken van Mijntje en Machiel! Die
mogen niet weg!"
„Maar wat wil je daar dan nog mee doen?"
„Bewaren... zo leuk", kermde ik.
Deze conversatie herhaalde zich nog een x aantal
malen. Vier ontzettend leuke en ontzettend oude
schortjes ontkwamen met moeite aan de wegwerp-
zakken, evenals een boezeroen, twee boerenpet-
ten, negen handgehaakte pannenlappen, drie ver
schoten nachtjaponnen, een heel oud rieten lamp
je, een Vietnamese zonnehoed, verdroogde kerst
boomkaarsjes, zeer oude kerstboomversiering, en
zakken vol oude postzegels die mijn ex-echtge
noot had achtergelaten. En iets buitengewoon aar
digs: een paar mitaines. Zwart sajet handschoenen
zonder vingers, ook afkomstig uit de inboedel van
voornoemde Mijntje en Machiel, oude buren. Die
mitaines werden door Machiel gedragen wanneer
hij ging turfsteken of rietsnijden. Toen ze vijfen
dertig jaar geleden naar een bejaardenhuis vertrok
ken en een neef de spullen opruimde en verkocht,
heb ik gretig ingeslagen. En opgeborgen in die bed
stee...
Zeven zakken door mijn dochter meedogenloos
afgekeurde zooi gingen mee naar Amsterdam, om
daar in de heerlijke ondergrondse containers te
verdwijnen. In mijn dorp mag je aan mijn kant
van de Kalenbergergracht uitsluitend op maandag
vuilnis in de daarvoor bestemde groene zakken
van de vuilnisdienst langs de wallenkant zetten.
Maar het was inmiddels dinsdag en zo exporteer
den mijn dochter en ik het surplus aan troep naar
de grote stad, die na het mislukte experiment met
de plantaardige GFT-bakken (die op een door de
zon beschenen balkon geplaatst bij hitte een ge
heel zelfstandig leven gingen leiden), schitterende
ondergrondse vuilstortgaten heeft gebouwd voor
papier en afval.
Het huis is nu leeg en biedt een naargeestige aan
blik. Verschoten plekken op de muren, spinrag in
onverwachte hoeken, dooie pissebedden onder de
tafel... Alleen de tuin biedt nog soelaas. Na het rui
men, zakken mijn dochter en ik uitgeput in ligstoe
len. „Kom op moes!", roept zij bemoedigend te
gen haar melancholiek gestemd moedertje, „wees
blij! Al die ouwe troep is weg. Vóór Kerstmis zit je
in een schoon huis met nieuwe vloeren die niet
meer verzakken!"