Honger naar de bal, de Am PZC Zaterdag 30 augustus 2008 TWEEDE KLASSE E EERSTE KLASSE C WAARDE Joost van de Griek is reëel in zijn doelstelling voor dit seizoen. „We wil len doorgroeien naar beter voetbal. Deze groep moet progressie boeken, en niet meer de laatste plaats gaan bezetten. Maar ik besef dat dit ook tijd kost." Van de Griek ziet Kruiningen en Yerseke als de belangrijkste titelkandida ten. De Portugees David Montero Frade en Youri Riedijk (Krabbendijke) zorgden voor de broodnodige versterking bij Waarde. Tot grote opluch ting van Joost van de Griek. „Ook de komst van enkele jeugdspelers maakt de groep in de breedte sterker dan vorig jaar. Op de training zijn er ongeveer 22 spelers. Dat is voor een trainer wel een stuk prettiger wer ken." WIK'57 Hoewel hij aan zijn derde jaar begint bij WIK'57, durft trainer Patrick de Broekert weinig voorspellingen los te laten voor de komende competitie. „Er is veel veranderd ten opzichte van vorig seizoen. We zijn van veer tien naar twaalf clubs gegaan en bovendien treffen we flink wat andere tegenstanders." Toch verwacht de oefenmeester wel wat van Yerseke, Krabbendijke en Brouwershaven. Bij WIK'57 kwam uit het tweede team Jack van de Velde over, terwijl Rick Bevelander (Zierikzee Ai) en Oscar Meijer (jaar naar buitenland) geen deel meer uitmaken van de spelersgroep. De Broekert predikt vooral het collectief „Als we een beetje gevrijwaard blijven van blessures, kunnen we tegen iedere ploeg resultaat boeken." YERSEKE Meedraaien in de top vier, met promotie als eindresultaat. Jaimy van Bloppoel, nieuw als trainer bij Yerseke, wil absoluut ergens voor gaan. „Dat is altijd mijn insteek", legt hij uit. Bloppoel baseert zijn ambities ze ker op de brede groep die hij tot zijn beschikking heeft. Maar liefst zes nieuwkomers, en ook nog eens enkele A-junioren, konden begroet wor den. Bloppoel wil zijn ploeg niet te veel druk opleggen, maar geeft tegelij kertijd wel een belangrijke opdracht mee. „Ze moeten weten dat ze uit die vierde klasse moeten." De trainer wil dat bereiken door middel van een hoge handelingssnel heid en veel voetballend vermogen. „Daarnaast zal de opbouw van ach teruit verzorgd moeten zijn." Kruiningen en Krabbendijke zijn volgens Jaimy van Bloppoel de voornaamste concurrenten van Yerseke. Met het realiseren van het eersteklasserschap is RCS het Zeeuwse uit hangbord in het zondagvoetbal. Romeo van Aerde beschikt rond de rou tiniers Dennis en Gérard de Nooijer over een jonge en talentvolle groep. „We zullen simpel moeten spelen", weet de trainer. RCS treft in de eerste klasse van het zondagvoetbal mooie tegenstanders. Van Aerde: „Geldrop/AEK heeft jarenlang tot de top van het amateur voetbal behoord. WSC is een ploeg met een mooi verleden. We spelen te gen PSV op De Herdgang. Dat moet alleen maar genieten zijn." Hij verwacht dat veel tegenstanders over slimme spelers beschikken. „Jongens die het net niet gered hebben bij al die profploegen in Brabant. Wij beschikken over jongens die snel en behendig zijn, maar zullen eer der de bal moeten spelen en meer moeten bewegen zonder bal." TERNEUZEN Ardian Lekaj kijkt met gemengde gevoelens terug op de voorbereiding van zijn selectie. De trainer van Terneuzen is tevreden over de beleving waarmee is getraind. „Het is een fantastische groep. Maar van een aantal jongens is het technische niveau me tegengevallen. Ik had gedacht dat ze verder waren." Lekaj begon het seizoen met op papier 25 spelers. Door blessures trainde hij doorgaans met een groep van achttien man. De oefenmeester gaat er van uit dat zijn selectie ten opzichte van een jaar geleden sterker is. „We hebben stapjes gemaakt en zijn vooral stabieler. Vorig seizoen hebben we te wisselvallig gepresteerd. Dat is gerelateerd aan leeftijd. We hadden toen ook maar een kleine kern, waardoor ik niet veel opties had bij bles sures. Dat is nu anders. Ze houden elkaar scherp." VC VLISSINGEN Vlissingen wil terug naar de top van het amateurvoetbal en heeft na de ti tel in de derde klasse opnieuw in versterking van de selectie geïnves teerd. Ruud Pennings is behalve trainer ook technisch manager van de club. „Dan kun je kundige mensen op belangrijke posities binnen de club benoemen." Pennings is blij met de snelle terugkeer en weet dat Vlissingen ook in de tweede klasse als een belangrijke titelkandidaat wordt beschouwd. „Die doorstart is heel belangrijk geweest. We hebben er nu vier spelers bij, die het uitstekend doen. Jongens die bij Vlissingen spelen, hebben de ambi tie om hogerop te gaan. Ze nemen de druk die anderen ons opleggen voor kennisgeving aan en nemen zelf geen genoegen met minder. We proberen dit jaar te promoveren. Het team leek in de voorbereiding in ba lans." Richard Louws. Op het pleintje vlakbij het huis, waar hij met negen broers en zussen is opgegroeid, heeft Hoessein Bouzambou het voetbal van de straat geleerd. Dribbelen, duels uitvechten en scoren in partijtjes waarin het hard tegen hard ging. De 22-jarige Marokkaan is nu uitgegroeid tot balvaardige, snelle spits van RCS, die inmiddels zijn debuut in het Zeeuws elftal heeft gemaakt. De doorbraak van Bouzambou, die in zijn jonge jaren lang heeft getwijfeld aan zijn kwaliteiten, loopt gelijk met de opmars van RCS in het Zeeuwse zondagvoet bal. De kleine spits (1.72 meter), praat onder een rondje Marok kaanse thee, samen met zijn jonge re broer Saïd op de bank, over zijn honger naar de bal, RCS en de cul tuur en de taal van zijn vaderland. Het pleintje in de Souburgse witte wijk is een begrip geworden. Josi- mar Pattinama (Hoek), Rudley St. Jago (Vlissingen), Benjamin Mar tha (Quick Boys), Alwin van Ham (RCS) en nog zo veel andere jonge voetballers zijn er geschoold en ge hard. „We speelden vier tegen vier tot er één team met twee goals voor stond. En het ging echt op scherp, want als je verloor, dan moest je naar de kant. Rond het veldje ston den dertig, veertig andere jongens klaar die ook graag mee wilden doen. We speelden altijd zonder scheidsrechter, maar als je om een vrije trap liep te zeuren, dan was je een softie." Hoessein Bouzambou raakte er weer in de ban van de bal nadat hij op zijn dertiende voor drie jaar naar Marokko was vertrokken. Om de Arabische taal te leren en zich in de cultuur in te leven ging hij naar een school in de buurt van Rabat. „We spraken thuis met mijn vader en moeder wel Ber bers, zoals bijna alle Marokkanen die naar hier zijn gekomen, maar dat is een heel groot verschil met het Arabisch. Het is te vergelijken met Nederlands en Duits." Het Berbers is de taal van de straat, die je niet op school leert. „Mijn ouders zijn in 1969 naar Ne derland gekomen. Mijn vader spreekt goed Nederlands, mijn moeder niet. Met mijn broers en zussen en op straat met mijn vrien den sprak ik wel Nederlands. Wij zijn er dus wel in opgegroeid. Maar toen ik naar Marokko ging, wilde ik het Arabisch goed leren, omdat ik er later misschien iets mee kan doen." Twee tot drie keer per jaar kwam hij terug naar huis, sporten deed hij in die drie jaar niet. „Ik zat op een kostschool met Marokkanen die uit heel Europa, uit New York en overal vandaan kwamen. Voor sporten was niet veel tijd en het werd ook niet veel gedaan. We speelden alleen af en toe een partij tje voetbal op sandalen of op blote voeten." Daar, in die noordelijke streken, heeft Bouzambou de armoede van de Berbers weer eens kunnen zien. Vooral op het platteland, waar heel weinig werk is en kinde ren vaak niet naar school kunnen. „Ze moeten al heel jong mee op het land werken, of als je vader bij voorbeeld een garage heeft, ga je als je zeven of acht bent al mee sleutelen aan auto's. Wie wel werk heeft, verdient gemiddeld vijf, zes euro per dag. Het meeste werk is er in de landbouw en visserij, maar veel gezinnen kunnen alleen rondkomen omdat we van hieruit af en toe wat geld opsturen. Ik kan goed begrijpen dat mijn vader en moeder naar hier zijn gekomen om hun kinderen een betere toe komst te kunnen geven." Hoessein was al gestopt met voet ballen voordat hij naar Marokko vertrok. „Ik ben heel jong op voet bal gegaan en stond in die eerste ja ren altijd in een eerste team. Maar van Di kwam ik ineens in C3 te recht. Dat heeft me aan het twij te len gebracht. Ik was klein, wel han dig, maar ik begon te denken dat ik toch niet zo goed was." foto Ruben Oreel Hoessein Bouzambou (rechts): „Voetballen Toen hij op zijn zestiende terug naar Nederland kwam, haalden vrienden hem over om bij Zee land Sport te spelen. Een jaar later vertrek hij naar Vlissingen. „Ik kwam er wel in de selectie, maar mocht bijna nooit spelen. In de winterstop ben ik weer gestopt. Dennis de Nooijer. die trainer was van Zaamslag, heeft me daar voor een halfjaar naartoe gehaald." Bouzambou kreeg er het vertrou wen terug dat hij zo had gemist. Na dat halfjaar ging hij naar RCS. „Ik kwam in een selectie terecht met veel jongens die ik kende. Dennis natuurlijk, Rudley St. Jago,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 86