i
A
«EN
PZC Zaterdag 30 augustus 2008 47
Daaf Kasse
De winstpartij van Hiltex-winnaar
Alexander Georgiev die ik in de
rubriek van vorige week besprak
is niet representatief voor zijn
speelstijl. In vergelijking met bijvoorbeeld
Schwarzman speelt hij veel rustiger. Maar
wee degene die tegen de Rus een klein na
deeltje oploopt. Met zijn geweldige reken
kracht buit hij dit uit. In Goes ondervond
Martijn Rentmeester hoe handig Geor
giev profiteert van een voordeeltje. De
Zeeuwse belofte had een gat in zijn stel
ling en door positionele en combinatieve
dreigingen bleek dat niet meer te dichten.
Maar ook Boudewijn Derkx, jeugdwereld
kampioen in 2003, ondervond de kracht
van de latere winnaar.
Boudewijn Derkx-Alexander Georgiev:
I.32-28 18-23 2.38-3216-21?! Een opmerke
lijke zet. Zwart moet straks terugruilen en
verliest enkele tempo's, maar dat deert Ge
orgiev niet. 3.31-26 12-18 4.37-3111-16
5.31-27 17-22 6.26x17 22x117.41-37 11-17
8.37-31 7-12 9.43-38 6-1110.34-30 23-29!
II.33x24 20x29 12.30-25 19-23 13.28x19
14x23 14.49-43 10-1415.31-26? Van deze
zet krijgt Derkx later veel last. Als wit
schijf 31 gewoon laat staan houdt hij meer
opties open. 14-20 16.25x14 9x2017.39-33
5-10 18.33x24 20x29 19.44-39 10-14
20.39-33 14-20 21.33x24 20x29 22.43-39
4-9 23.39-33 9-14 24.33x2414-20! Zwart
speelt zo actief mogelijk en voelt niets
voor het slappe 23-28 etc. 25.50-44 20x29
26.44-39 1-6 27.40-34 Afwachten met
48-43 en 46-41 lijkt me hier verstandiger.
29x40 28.35x44 3-9 29.46-4113-19
30.41-37 8-13 31-38-33 2-8 32.37-3115-20
33.42-38 20-24 34-47-42 9-14 35-33-28
23-29!
Zwart begint de dunne rechtervleugel van
wit te bestoken. Voorlopig hoeft wit de
aanval niet te vrezen, maar waakzaam
heid is geboden. 36.39-3314-20 37.44-40
20-25 38.40-34 Zo wordt het nog leger op
de witte rechtervleugel. Wit had een aar
dig alternatief in 48-43 25-30 27-21! 16x27
31x22 18x27 32x21. 29x40 39.45x34 24-30!
40.27-2116x27 41.32x2130x39 42.33x44
25-30 43.48-43 30-34 44.38-32 Wit wil zo
snel mogelijk van die lastige indringer op
veld 34 af 19-24 45.42-3813-19 46.21-16
Ruilen met 43-39 34x43 38x49 was ook
mogelijk: na 11-16 32-27 8-13 (er dreigde
28-22, 21-17 en 26-21) 44-40! 24-30 27-22
18x27 31x11 6x17 speelt wit 28-23! 19x28
40-35 16x27 35x24 met goede remisekan
sen. 24-30 47.16x7 12x1 48.31-27 8-12
49-43-39 34X43 50.38x49 19-24 51-49-43
30-35 52.43-38 6-11 53.27-21 (zie diagram)
Derkx voelt niets voor het eindspel na
26-2117x26 28-22 18-23 22-18 35-40 18x20
40x49 20-14 26-31! etc. 11-16? Ook topdam-
mers kennen hun zwakke momenten. Na
24-29! is wit kansloos, vooral omdat 28-23
verhinderd is door de damcombinatie
17-22 23x34 22-28 32x23 18x49. 54.32-27
24-29 55.28-23? Derkx laat hier ook een
steekje vallen. Waarschijnlijk heeft hij
overzien dat hij na 27-22! 18x27 21x32 29-34
(12-18 26-21! 17x26 28-23) 44-39 34X43
38x49 35-40 kan beantwoorden met de re
misetruc 49-44 40x49 32-27 49x21 28-22
17x28 26x8. 29-34 56.23-19 18-23 57.19x28
34-40 58.44-39 40-45 59-39-34 35-40!
60.34-29 40-44 61.29-24? Met 29-23 kan
wit nog verrassend veel tegenstand bie
den. Bijvoorbeeld 45-50 23-19 1-7 19-14
44-49 28-22! 49x10 22x2 met remise. Na
deze gemiste kans is Derkx kansloos.
44-49 62.28-2217x28 63.24-20 49x32
64.27x38 16x27 65.20-14 28-32 66.38-33
45-50 67.33-29 50-22 68.26-21 Niet 14-10
wegens de damvangst met 22-4! 10-5 32-37
5x46 27-32 etc. 27x16 69.14-10 32-38
70.10-5 38-43 71.29-24 22-9 en wit gaf het
op.
Cor Jansen
In het Hogeschool Zeelandtoernooi
werden de beste Zeeuwse prestaties
door Simon Provoost en René Tiggele-
man geleverd. Een score van 6,5 uit 9
mag er zijn. Beiden wonnen in de laatste
ronde, zodat ze nog een grote sprong naar
boven maakten. Tiggelman deed dat door
een lang eindspel tegen internationaal
meester Daan Brandenburg met vaste
hand tot een goed einde te brengen. Om
dergelijke eindspelen te kunnen spelen
moet je geduld en uithoudingsvermogen
hebben en die heeft Tiggelman. Er is wel
eens gezegd, dat je het beste leert schaken
door eindspelen te bestuderen. De onder
staande partij kan een prima studieobject
zijn voor een omhoog strevende schaker.
R. Tiggelman - Brandenburg.
i.d4 Pf6 2.Pf3 C5 3.C4 cxd4 4-Pxd4 e5
5.Pb3 ds 6.cxd5 Dxds 7.DXCI5 Pxds 8.e4
Pb4 9.Pa3 Le6 ïo.Pas b6 ii.Lb5+ Pd7
12.PC6 a6 i3.Ld2 axb5 i4.Lxb4 Ta4
i5.Lxf8 ICxfS 16.0-0 Txe4 17/rfei Ld5
i8.Txe4 Lxe419.TC1 g6 20.Pxb5 Kg7
2i.Pd6 Lds 22. Kf6 23.Pb4 Le6 24.TC6 Pes
25.f3 Pa4 26.Pe4+ Kg7 27.Pd3 Td8
28.Pxe5 Lds 29.TC7 Pxb2 Zwart is in een
uiterst benarde positie beland. 30.Pg5!
Kf6 31J4 Pdi 32.Td7! Wit kiest voor de
zet, die hem het veiligste leek, wint een
pion en na lang zwoegen ook de partij.
Toch was voortzetting van de aanval met
32.g4! beter. Nu kan zwart zich toch wat
herstellen. 32...Txd7 33.Pxd7+ Ke7
34-Pxb6 Lc6 35.PC4 Ook mogelijk was
35.Pxh7, maar het is begrijpelijk, dat wit
zijn stukken bij elkaar wil houden. 35„.f6
36.Pf3 Lds 37.Pb6
zie diagram
37.... Lb7? De laatste kans voor zwart was
37...Lxf3 38.gxf3 Kd6 en het is de vraag of
wit nog kan winnen. Hij heeft weliswaar
een verre vrijpion meer, maar zijn pion-
nenstelling is een puinhoop. Een mooie
stelling voor de schaakstudent om dat uit
te zoeken. 38.34 Kd6 Laat nogmaals de
kans op Lxf3 liggen. 39.a5 Pc3 40.Kf2! Nu
is het eindspel hoogstwaarschijnlijk wel
voor wit gewonnen. 40...Pe4+ 4i.Ke3 PC5
42.g4 Pb3 43.PC4+ Kc5 44.Pfd2 Pd4 Of
44...Pxd2 45.Pxd2 Kb4 46.Pe4 en wit wint
gemakkelijk. 45.I14 h6 Een betere kans
was 45...f5 46.g5 Pc6 47-Pes Pxa5 48.Pd7+
Kd6 49.Pf6 Lds 50.Pxh7 en het is nog niet
duidelijk of wits voordeel voldoende is.
46.Pb6 PC2+ 47.KT2 g5 48.Pd7+ Kd6
49.Pxf6 gxh4 50.Pde4+ KC7 5i.Kg2 Pd4
52.Kh3 Pe6 53.f5 Pg7 54.PC5 Lc8 55-Pd5+
Kd6 56.f6 Pe6 57.Pxe6 Lxe6 58.Pf4 LC4
59.Kxh4 Kes 6o.a6 Kxf6 6i.a71-0
Provoost is een voorbeeld van een speler
die uitstekende resultaten boekt zonder
zich diepgaand in de openingstheorie te
verdiepen. Hij heeft zijn eigen variantjes
waarmee hij vaak snel op ongebaande pa
den terecht komt. Zijn gevoel voor scha
ken komt daarin tot zijn recht. Bovendien
is hij vasthoudend in slechter staande stel
lingen.
R. In 't Veld - S. Provoost.
i.d4 f5 2.Lg5 Pf6 3.Lxf6 exf6 4.e3 d5
5.Ld3 Le6 6.Df3 Dd7 7.Pe2 Pc6 8x3 g6
9-h4 hs io.b4 Lf7 n.Pd2 Ld6 i2.Pb3 Pe7
I3.a4 c6 I4.a5 g5 I5.g3 Kf8 i6.hxg5 fxg5
17.PC5 Lxc5 i8.dxc5 Kg7 i9.Pd4 Lg6 20.a6
b5 2t.cxb6 axb6 22x4 dxc4 23.LXC4 Dd6
24.0-0 Dxb4 25.Ld3? Met 25.PXC6 had wit
in het voordeel kunnen blijven. 25...Dd6
26.Tfdi Df6 27.LC4 b5 28.Lb3 Kh6! Een
originele zet in de geest van Steinitzü
29.a7 Thd8 30.Pxb5? Met 30.Ta6 had wit
een drukstelling kunnen handhaven. Hij
raakt echter de kluts kwijt en blundert de
partij weg. 30...cxb5 3i.Txd8?? Dxai+
32.Kg2 Txd8 33-Db7 Des 34-Kh2 De4
35.Db8 Da8 36.De5 Dxa7 37.f4 gxf4
38.gxf4 Db7 39-Kg3 De4 0-1
Si
ii-
':i|
S
4
i>i
4±
iijJ
is
1
- -
1
ÉsgÉÉIll
ii
H
m
i
Ruud van den Bergh
Komende maandag worden voor
de bridgers de nieuwe spelregels
van kracht. Structureel is er niets
veranderd in deze regels. Er zijn
wat puntjes op de i gezet en hier en daar
zijn verduidelijkingen aangebracht.
Toch gebeurt het dat bridgers onder de
spelregels willen uitkomen; zefs op het
hoogste niveau. Een voorbeeld is dit spel
dat gespeeld werd tijdens het wereldkam
pioenschap in Monaco in 2003. Voor het
leesgemak is het spel gedraaid.
De bij de Zeeuwse bridgers bekende arbi
ter Jeanne van den Meiracker speelde hier
in een cruciale hoofdrol. De finale ging
tussen Italië en de VS en bij het laatste
spel had Italië een voorsprong van 11
imps.
Aan de ene tafel waren de Italianen als
OW ongedoubleerd vier down gegaan in
4Ha; +400 voor de VS 9imps). De tabel
geeft aan 430-490 10 imps en 500-590
11 imps. Bij gelijk eindigen, moesten acht
te spelen spellen voor de beslissing zor
gen.
Aan de andere tafel had de Italiaan Lauria
(Z) na pas van oost het bieden geopend
met tRui. De Amerikanen Hamman en
Soloway waren tot 3Ha gekomen en tus
sendoor had Versace (N) een doublet la
ten horen. Lauria echter sprong na die
3Ha ineens naar 5Rui, gretig gedoubleerd
door west. Iedereen paste en de uitkomst
was klaverenaas.
Versace (N) legde de dummy uit en ver
wijderde zich van de bridgetafel. Mis
schien was hij het niet eens was met het
bieden van Lauria. Die mocht één down
gaan en dan zouden er nog acht spellen
nodig zijn.
Om een onduidelijke reden ging west ver
der met hartenvrouw die Lauria in de
hand nam met het aas. Hopend harten
tien te vangen speelde hij hartenboer na.
Bij west kwam de heer en in de dummy
werd getroefd. Hij troefde een klaveren in
zijn hand en troefde ook hartendrie in de
dummy maar hartentien viel niet. Met
nog een ingetroefde klaveren kwam hij te
rug in zijn hand en dit was nu de situatie:
Noord: Sch: HV987 Kl: VB
Oost: Sch: B10 Rui: A7 Kl: H107
Zuid: Sch: 2 Ha: 9 Rui: HV1065
West: Sch: A65 Ha: 108 Rui: 42
Lauria speelde zijn schoppentwee die
west nam met het aas waaronder oost de
boer bijspeelde. Nu verwachtte de leider
de tweede downslag in de vorm van har
tentien, maar wat deed west? Hij dacht
zijn partner een schoppenintroever te
kunnen geven en speelde een kleine
schoppen. Lauria dacht dat hartentien
was gespeeld en schoof uit de dummy
schoppenzeven naar voren en noemde
die kaart ook. Oost nam met de tien. De
leider kon troeven, maar als hij schoppen
vrouw had gespeeld, had hij zich van har
tennegen kunnen ontdoen.
Lauria wilde zijn fout herstellen, maar
daarmee namen de Amerikanen geen ge
noegen. Hij stelde nog dat het onlogisch
zou zijn als hij het schoppentje van west
niet met de vrouw had genomen.
Arbiter was Jeanne van den Meiracker en
zij besliste terecht dat schoppenzeven de
gespeelde kaart was.
In de spelregels is nauwkeurig omschre
ven wanneer een gespeelde kaart mag
worden terug genomen, maar daarmee
had dit voorval niets te maken.
Lauria werd boos en ging tegen de arbitra
le beslissing van Van den Meiracker in be
roep, maar haalde natuurlijk bakzijl.
Twee down was het resultaat, dus +300
voor de VS. In totaal dus +700 voor de
V.S en dat was goed voor 12 imps en de ti
tel.
<É1 A6543
HV1086
4 42
Oost gever, OW kwetsbaar