spectrum 50 Beschutting van de clan hard nodig Een genie van ae galm Zondag PZC Zaterdag 30 augustus 2008 Edwidge Danticat door Jaap Coedegebuure illustratie Martien Bos D e op Haïti geboren, maar sinds haar 12e in Amerika wonende schrijfster Edwidge Danticat (1969) be hoort tot de troetelkinderen van de internationale literatuur. In haar nieu we vaderland werd ze bij herhaling uitgeroepen tot een van de meest ge talenteerde en meest veelbelovende auteurs van deze eeuw. Haar romans Adem, ogen, herinnering en De dauw breker waren succesvol tot ver buiten de VS. Nadat Oprah Winfrey's war me aanbevelingen Danticats carrière een extra impuls hadden gegeven, was er geen houden meer aan. Alle reden dus voor uitgeverij Meulenhoff met een vertaling van Danticats auto biografische boek Vaarwel, broer op de markt te komen. In Vaarwel, broer geeft Danticat haar levensverhaal de bredere inbedding van een familiekroniek. Daarin staat niet zijzelf op de voorgrond, maar haar al vroeg naar New York verhuis de vader en haar op Haïti achtergeble ven oom Joseph, bij wie ze inwoonde tot ook zij in Amerika werd toegela ten. De nauwe band tussen de broers bood haar de veiligheid die ze eerst als achtergelaten kind en vervolgens als emigrante zo bitter hard nodig had. Als er iets duidelijk wordt in dit boek, dan is het wel dat de hechtheid van het buurt- en familieleven, zo in on bruik geraakt in de westerse wereld, de basis is waaraan mensen hun ge voel van eigenheid en hun idee van een thuis ontlenen. De beschutting van de clan is maar al te hard nodig in een politiek en sociaal verscheurde samenleving als de Haïtiaanse. De ge schiedenis van dit Caraïbische land staat immers in het teken van over heersing door vreemde mogendhe den, onderdrukking door autochtone tirannen, elkaar opvolgende staatsgre pen en nauwelijks te beteugelen ben de-oorlogen. En altijd is het arme en onontwikkelde deel van de bevolking de dupe. De harde werkelijkheid buiten het kleinschalige sociale verband is niet het enige element dat fel contrasteert met veiligheid en vertrouwdheid. Te genover verbondenheid staat, om maar iets te noemen, afstand. Die laat ste vorm van tweespalt wordt con creet in de brieven die Danticats va der vanuit New York schrijft. Het zijn formele epistels, door haar hardop voorgelezen aan haar jongere broer Bob en de leden van haar pleeggezin. Naderhand zal Danticat zich herinne ren hoe verbeten ze in papa's priegeli ge handschrift en stijve bewoordin gen, die de onwennige en slecht ge schoolde scribent verrieden, op zoek ging naar tekens van emotie. Ze vond ze niet en het lijkt alsof juist dat ge mis de belangrijkste bijdrage was aan haar persoonlijkheid, juist waar het haar schrijverschap betreft. Typerend genoeg beriep Danticat zich onlangs nog op de van Hemingway afgekeken 'ijsbergtechniek', die veronderstelt dat de lezer alle open plekken en un derstatements zo veel mogelijk van een inhoud voorziet, ook als de schrij ver daar niet of nauwelijks bij helpt. Het vertrekpunt van Vaarwel, broer wordt gevormd door het begin van Danticats zwangerschap. Het is in de ze tijd dat ze verneemt van haar va ders dodelijke ziekte. Oom Joseph is dan al jaren eerder geopereerd aan stembandkanker, maar nog altijd doet hij moeite Amerika binnen te ko men, hopend op adequate medische verzorging en in de verwachting dat hij politiek asiel kan krijgen nu hij in zijn eigen land met de dood wordt be dreigd. Tevergeefs, zoals aan het slot blijkt. Hij wordt door de vreemdelin genpolitie opgesloten in een door gangskamp, van zijn medicijnen be roofd en overgeleverd aan een wisse dood. Zijn lot biedt daarmee een wrang voorbeeld van de manier waar op Amerika met vluchtelingen om gaat. De waarde van de Nederlandse versie van Vaarwel, broer schuilt vooral in de omstandigheid dat de migratie van vandaag de dag niet alleen plaats vindt tussen Haïti en New York, maar een wereldwijd verspreid feno meen is, dat diep ingrijpt in de sociale verbanden. Zowel in het land waar de nieuwkomers voet aan de grond krijgen als onder de achterblijvers. Het massale nomadenbestaan breekt elke maatschappelijke samenhang in de knop en veroordeelt de landver huizer en diens achterban tot een pijnlijk isolement. Danticat laat er geen twijfel over be staan dat haar hart nog altijd op Haïti ligt, maar dat het bij gebrek aan le venssap verkommert en versteent. Ook dat zou wel eens een verklaring kunnen bieden voor haar manier van schrijven, die onbewogen lijkt, maar het zeker niet is. PM Edwidge Danticat - Vaarwel, broer. Vertaling José Rijnaarts. Uitgeverij Meulenhoff. 256 pag. 18,90 euro. Op ronde wielen door zonovergoten velden gleed ik naar de afgesproken plaats waar ik de woorden zou geven. Vrolijk keerden de gekomenen huiswaarts. Op vierkante wielen schokte ik terug naar de spelonk waar ik de woorden ontvang. Huub Oosterhuis (geb.1933) door Mario Molegraaf Ooit geloofden we allemaal in Sin terklaas. En wanneer was ons ge loof het felst, het fanatiekst? Toen we tegen beter weten in geloof den, nadat ons het vreselijke nieuws was verteld. Hij bestond niet, maar hij móest wel bestaan, anders stortte onze wereld in, verloren we iedere vastigheid. Met het geloof in God is het nauwelijks anders. Bestaat hij, zij, of misschien moeten we wel 'het' zeggen? Na enkele eeuwen Verlichting weet ieder een het ontnuchterende antwoord. Het geloof dat overblijft, religie van vastklampen en vertwij feling, is het gevaarlijkst. Het is geen geloof meer van mooie moskeeën, maar van grof geweld. Geen geloof meer van trotse kathedralen, maar van onzindelijke ethiek. Bestaat hij? Je hoeft op die vraag niet met bommen te reageren. Het kan ook met een gedicht, bewijst Huub Oosterhuis. Hij hoort tot de populairste dichters van Ne derland. Als ik hem lees, vraag ik me af hoe komt hij in godsnaam aan die faam? Hij is vooral een genie van de gemakkelijke galm. Een Bijbeltekst hier, een liturgieformule daar, dan heb je volgens hem een gedicht. Zo'n gedicht: 'Sinds Gij zijt om hoog geheven ben ik angstwekkend groot.' Het zal wel aan mij liggen, maar ik denk hier eerder aan mijn onderbroek dan aan het hogere. Van een gedicht mag je duizend kleuren plastic verwachten, dit werk heeft het grijs van een vuilniszak. Gelukkig is dit niet het hele ver haal. Zijn nieuwe bundel Wie bestaat opent met het treffende 'Zondag'. Een ontmaskering, een voudig, eerlijk. De zelfverzekerde prediker veran dert in dertien regels in iemand die zich onbe haaglijk voelt, zich bijna schaamt. Op de heenweg glijdt hij 'op ronde wielen', de terugweg doet pijn. Het mooist vind ik - ongebruikelijk voor Oosterhuis - dat hij tijdig zwijgt. Er wordt geen pleister uit de grote godsdienstverbandtrommel opgediept. Wat komt hierna? Wraakzucht of wijs heid? Wieden dat zaad van de twijfel of wordt het een woekerplant? Bestaat hij, zij, het? Beston den ze maar! Geef ze terug, de veilige zekerhe den, de supersinterklazen voor alle dagen van het jaar. Vul die lege stilte, al is het met een leugen. Huub Oosterhuis - Wie bestaat. Nieuwe gedichten. 112 pag./ gebonden, met CD, 19,90 euro Ten Have, Kampen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 106