PZCI25
Spreiding van goud is een lichtpuntje
2.V0&
36 en 37
28 en 29
Twaalfde plaats op de
medaillespiegel is een
behoorlijke prestatie.
Duizenden fans
genieten in Terneuzen
van de Eneco Tour
Maandag 25 augustus 2008
jJEneco
'Redeem Team'
herstelt rangorde
in het basketbal
Tip? sport@pzc.nl
Maarten van der Weijden laat de Nederlandse vlag wapperen tijdens de sluitingsceremonie van de Olympische Spelen.
foto Robin Utrecht/ANP
door Cijs van Oosten
PEKING - Nederland is in Peking als
twaalfde geëindigd in het landen-
klassement. De medaillespiegel
oordeelt traditioneel over de spor
tieve prestatie van een land op de
Olympische Spelen. Maar wat zegt
het eigenlijk?
Chef de mission Charles van Com-
meneé had voor de Nederlandse
olympische ploeg als doelstelling
een plaats bij de eerste tien in de
medaillespiegel. Dat is met een
twaalfde plaats niet gelukt. En dan
luidt de vraag: wat zijn de gevol
gen van dit falen? Die zijn er nau
welijks. Het is meteen de eerste
aanwijzing dat de olympische me
daillespiegel niet al te serieus moet
worden genomen. De medaille
spiegel zegt namelijk weinig over
het onderliggende verhaal van de
prestaties.
Van Commenée zegt zelfs tevre
den te zijn met de twaalfde plaats
van Nederland, omdat 'we dicht
in de buurt van de top tien zijn ge
komen'. „De evaluatie en de analy
se van de komende maanden
moet uitwijzen wat we moeten
doen om de top tien de volgende
keer wel te halen."
De zeven gouden medailles volde
den aan de verwachtingen, het to
tale aantal medailles bleef steken
op zestien waar op z'n minst op
twintig was gerekend. De zonde
bokken waren snel gevonden:
baanwielrennen en zwemmen
(open water uitgezonderd) lever
den te weinig op. Twee medailles
slechts, wèl twee keer goud.
Vooral voor Jacco Verhaeren en
zijn begeleidingsteam waren de
Olympische Spelen in Peking een
hard gelag. De zwemprofessor ver
kondigde vooraf dat de zwemmers
van alle Nederlandse sporters zich
het meest optimaal op de Olympi
sche Spelen hadden voorbereid. In
de uitvoering bleek het tegendeel
waar: de meeste zwemmers ge
droegen zich nerveus, verkrampt
en paranoïde. Verhaeren maakte
een foutje in de periodisering en
legde de piek eind juli tijdens een
trainingskamp in Hongkong.
De hockeysters en dressuuramazo-
ne Anky van Grunsven waren de
enigen die niet bezweken onder
de druk van het moeten winnen.
Opvallend is dat de meeste ver
wachte medailles niet werden ge
wonnen, iets wat waarschijnlijk
mentale oorzaken heeft.
Nederland beëindigt de Olympi
sche Spelen op de twaalfde
plaats in de medaillespiegel. De
spreiding van de gouden medail
les was nog nooit zo groot.
Het waren juist de verrassingen
die de Nederlandse score positief
kleurden: de onbevangen waterpo-
losters, Maarten van der Weijden,
de lange-afstandszwemmer met
een missie, de vrouwenacht en de
ervaren roeisters Kirsten van der
Kolk en Marit van Eupen in de
lichte dubbeltwee.
De vraag waarom de vrouwen (zes
keer goud) het zoveel beter doen
dan de mannen (één keer goud)
liet Van Commenée grotendeels
onbeantwoord („Het is toeval").
Hij vond mogelijk een verklaring
in het feit dat de afstand met de
wereldtop voor de Nederlandse
sportvrouwen gemiddeld geno
men kleiner is dan voor de man
nen.
Van Commenée vond nog een
lichtpuntje in het feit dat de zeven
gouden medailles in zes verschil
lende sporten vielen: zwemmen,
wielrennen, paardensport, hockey,
roeien en waterpolo. Nog nooit
was de spreiding zo groot, ook
niet acht jaar geleden in Sydney
toen twaalf keer goud werd gewon
nen. Er zal een dezer dagen onge
twijfeld een populist opstaan die
met een zakrekenmachine de me
daillespiegel manipuleert door het
aantal medailles te delen door het
aantal inwoners van een land. Het
is onzinnige informatie, die niets
zegt over het sportklimaat van een
land.
Om teleurstellingen te voorko
men: ook in dat klassement staat
Nederland niet bovenaan, maar
waarschijnlijk Bahrein.
Om de ene gouden medaille van
het golfstaatje, van een ingehuur
de Marokkaanse hardloper, te eve
naren moet China 1710 gouden me
dailles winnen. Een kansloze mis
sie, want er zijn maar 302 gouden
medailles te vergeven.
Het geeft maar aan dat de beteke
nis van de medaillespiegel vooral
een kwestie van interpretatie is.
Het is maar hoe je het wilt zien.
Vanuit de wetenschap dat het
voor Nederland steeds moeilijker
zal worden de top tien te halen, is
een twaalfde plaats inderdaad een
alleszins behoorlijke prestatie.