Slachtoffers van de mens Wat mooi, de spiegeltjes en bloedkoralen Na de honderd gaat een speklap er wel in ÖO e mm^B) "Ventet uw uen/taal oven, vat&suttte co «1 fx. co ia m o o se in r-s N cl n ia F*» OÉ in d u N a. ©o o IM s jof the Jeroen van Gastel (35) uit Goes herstelt van lymfeklierkanker. Hij traint nu voor de honderdkilometer-tocht van de Ride for the Roses. De PZC volgt hem in de aanloop naar zondag 31 augustus. door Frank Balkenende Vreemd eigenlijk dat iemand die in mei zijn laatse chemobehan- deling kreeg, nu al drie, vier uur tjes lang tegen de 30 kilometer per uur kan trappen. Afgelopen zondag nog. Veel wind, stromende regen en toch een gemiddelde snelheid van 28,9 kilometer. Een lichaam kan zich wonder baarlijk snel herstellen. Jeroen van Gastel is er ook best verbaasd over. „Natuurlijk val ik wel eens terug en dan houden mijn zwagers Kees en Michel, met wie ik veel train, me uit de wind. Het loopt lekker, maar ik zit ook goed in mijn vel. Zondag 31 augustus sluit ik een zwart jaar af. Dan zet ik er een streep onder." komende week traint hij minder fors. Jeroen wil zichzelf niet in het zicht van de finish opblazen. Houdt hij tijd over om de straatbarbecue op touw te zetten voor het team dat hem tijdens de Ride vergezelt. Na de honderd gaat een speklap er wel in. „Ik woon aan een doodlopende straat, zo dat we een stuk kunnen afzetten. Na de Ride ga je toch niet op de bank zitten? We gaan gezellig afsluiten, samen met buurtbewoners die de Ride rijden." Jeroen van Gastel Wam®* --W' Stichting 'PZC Middelburg helpt' Rekeningnummer: 40.Z6.67.794 fM m a£ o in aj u NI s3. (N» 00 m r*. o Al U N CU m o o cm aC o m Al U N s3. 0© O n V m m r*. oc o ia ai u 00 O s 00 De vogels in de vitrinekasten in het educatief centrum van De Mikke zijn zo opgezet, dat je kunt zien waaraan ze zijn doodgegaan. „Negentig procent van de dieren is hier terecht gekomen door toedoen van de mens", zegt Coby Louwerse. door Carla van de Merbel In één van de kasten van het Mik punt, zoals het educatief centrum heet, staat een havik met zijn poot in een paalklem. Het beest is slacht offer geworden van iemand die een he kel heeft aan roofvogels, omdat ze fa zanten, hazen en konijnen eten. In het centrum is ook een strandje gemaakt. Op het zand ligt een olievogel. Bezoe- VOGFi- EN ZOOGDIERqPVANG kers van het Mikpunt leren hier dat sa disten, verkeer, hoogspanningskabels en vervuiling veel slachtoffers veroorza ken in de dierenwereld. In het Mikpunt staan ook skeletten van dieren, er hangen foto's, er is een zoog- dierenkast die laat zien welke zoogdie ren in De Mikke worden opgevangen en er is een jongedierenkast. Met die jongedierenkast wil De Mikke onder meer duidelijk maken, dat het beter is om heel jonge dieren niet uit hun na- Een havik met zijn poot in een paalklem. foto Lex de Meester An Meuldijk-Slabbekoorn uit Zonnemaire herinnert zich hoe ze kort na de oorlog vanuit Rotterdam in Zeeland op vakantie ging. Bij tante Janna en oom Jan. In december 1945, de oorlog was nog maar net voorbij, mocht ik gaan logeren in Yerseke bij een zus van mijn opa. Ik was 11 jaar en woonde in Rotterdam. Met een tante gingen we met de trein naar Zeeland. In Roosendaal moesten we over stappen, ik zag hoe daar veel gebombardeerd was. Tante Janna en oom Jan Bom woonden in de Kerk- tuurlijke omgeving te halen en naar de opvang te brengen. Beheerster Coby Louwerse: „Vaak lukt het ons niet om superkleine beestjes in leven te hou den. Ze zijn toch gewend aan een spe ciale manier van voeren en dat kan al leen de moeder. Ja, soms is er wat met een dier, is-ie te zwak of wordt-ie ver stoten. Mensen vinden het zielig, maar je kunt die dieren toch maar beter laten zitten en dood laten gaan. De natuur is hard. Wij kunnen nu eenmaal geen wonderen verrichten." Louwerse vertelt niet alleen in De Mik ke over haar werk; ze gaat met haar verhalen ook de boer op. „We gaan naar scholen en groepen. Ik neem een beamer mee en vertel over mijn werk. De mensen zeggen dan: 'Ik wist niet dat het zo in elkaar zat bij De Mikke, zo professioneel'. Maar het moet professio neel zijn; het gaat om zieke dieren." Een vrijwilliger van de opvang gaat met Louwerse mee naar de presentaties voor de verkoop van 'kleine hebbedin getjes' als knuffels, kaarten en puzzels. Louwerse gaat graag op pad om over De Mikke te vertellen. „Ik doe eigenlijk alles wat ik doe heel graag, dat is mijn probleem." Het fretje dat ruim twee weken geleden was gevonden in het Nollebos bij Vlis- singen en bij De Mikke was gebracht, heeft het niet gehaald. Het diertje was uitgedroogd omdat het zonder eten en drinken was gedumpt. straat, oom Jan was mosselvisser, tante Janna liep in Zeeuwse klederdracht. Wat vond ik dat mooi, met de gouden spiegeltjes en de bloedkoralen. Ik vond het er leuk, al miste ik mijn vriendjes, 's Zondags moest ik twee maal naar de kerk, dat was minder. Op een zon dag brak mijn ketting die ik die dag niet mocht rijgen. Op oudjaar heb ik langs de huizen gelopen met de konkelpot. Een andere belevenis was de wc buiten. Het was een hokje met een tonnetje en voor we naar bed gingen stonden we in de rij om te plassen. Een of twee keer per week werd de ton op de stoep gezet, er kwam een paard en wagen om de tonnen te legen. Dat was echt nieuw voor mij. Op een dag had ik dode krabben verzameld in een zakje; toen ik ze aan tante wilde laten zien kropen er een boel pissebedden uit. Ik herinner me de oesterputten, aan het eind stonden kooien met kreeften. Toen ik voor de eerste keer een gekookte kreeft zag, dacht ik dat hij geverfd was. Mos selen vond ik lekker, maar van oesters griezelde ik. Drie keer logeerde ik bij tante Janna en oom Jan, een fijne tijd. In 1947 logeerde ik met mijn neef bij tante Co, een zus van mijn vader die getrouwd was met oom Wil lem van Stee, een mosselvisser uit Yerseke. Ik zwom iedere dag de haven over, een beetje eng want er wa ren veel krabben tussen de stenen. Op een nacht mocht mijn neef mee met de boot, en omdat ik een meisje was mocht ik niet mee. Wat was ik beledigd. De volgende dag, het was mijn verjaardag, ben ik al leen met de trein naar huis gegaan. Ik had wel spijt, mijn vakantie was voorbij, het was zo heerlijk in Zee land. Sinds 1989 wonen we in Zonnemaire en we genieten iedere dag. Ik voel me Zeeuws, dat zit ook in mijn bloed want mijn opa, Hubrecht Slabbekoorn, is gebo ren in Schore. Het zijn mooie herinneringen aan een heerlijke tijd. Heeft u een Zeeuws verhaal? Vertel het de PZC. Via uwverhaal@pzc.nl of Postbus 314460 AA Goes, of 0113 315663 (Jan van Damme). Zie ook: www.pzc.nl 0 <rf" PZC zaterdag 23 augustus 2008 ■r^

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 82