Nieuwe raadkaart
Het kon flink te keer gaan
De bolling van de pollepel is het lastigste
weekbek^.
o 3
CfQ
J
PZC Zaterdag 23 augustus 2008 1 1
Uit de collectie van Hans Lindenbergh opnieuw een sfeervol beeld
met op de voorgrond een aantal personen. De gebruikelijke vraag:
in welke plaats is deze foto genomen. Misschien zijn er ook lezers
die de personen op de foto herkennen.
Nadere bijzonderheden over de situatie toen en nu zijn van harte
welkom. Oplossingen kunnen tot en met donderdag 28 augustus
09.00 uur gestuurd worden naar: Redactie PZC Buitengebied, post
bus 31, 4460 AA Goes; fax: 0113 - 315669; e-mail: redactie@pzc.nl. On
der de inzenders van een goede oplossing worden drie waardebon
nen verloot.
door Annemarie Zevenbergen
Het Thoolse veer over de
Eendracht is te zien op
de raadkaart van afgelo
pen week. Marijke Deur-
loo herkent het beeld: „Het ge
bouw rechts is de zoutkeet en in
het gebouw ernaast zat de mos-
selinleggerij van Stoffels, waar ik
als kind bij mijn vader mossels
ging proeven." Volgens F. Zoete-
weij staat het gebouw er nog en
herbergt de vishandel en viswin
kel van Deurloo. Hij herkent het
kleinere gebouw, tweede van
links, als de mosselinleggerij van
Schot en links het mosselverwer
kingsbedrijf van Truijens. „Beide
bedrijven zijn verdwenen bij de
aanleg van het nieuwe kanaal.
Toen is ook de bmg opgeruimd
die de latere verbinding vormde
tussen Tholen en de Brabantse
kant van het kanaal. De brug lag
tussen de loods van Schot en die
van Deurloo naast de plaats waar
het pontje overstak. Dit stukje ka
naal loopt nu door tot de nieuwe
appartementen van het Water
front. Zo'n 300 meter voorbij de
appartementen ligt een nieuwe
brug over het kanaal."
De zoutkeet rechts, de topgevel
steen vermeldt bouwjaar 1765,
werd door velen herkend. Het ge
bouw heeft ook dienst gedaan
als opslag voor de Zeeuwsche
Voeder en Kunstmesthandel.
Kees Fase uit St.-Annaland
schrijft: „In de rechterkant van
het gebouw begon Dirk van Dui-
vendijk in 1872 met scheeps
bouw. Tot omstreeks 1940 wer
den hier houten vissersschepen
gebouwd. Dit hele gebouw is nu
in gebruik als werkplaats voor de
werf van Van Duivendijk."
I. Schot uit Tholen: „De pont
werd met de hand bediend door
een klem die aan een staalkabel
werd gevestigd (een zgn. kabel
pont). Met eb en vloed kon het
flink tekeer gaan. Met laag water
wisten de voertuigen vaak niet
boven de kom te komen. Vooral
met paarden was dat erg zwaar.
Ik heb gezien dat het mis ging en
de paarden in de Eendracht te
recht kwamen." Dramatisch mis
ging het volgens C. F. Stevense
uit Middelburg op 29 december
1925 toen een bus bij het verla
ten van de pont in het water te
recht kwam. „Er waren zeven
slachtoffers te betreuren, waaron
der een moeder van elf kinde-
ren."
Rien Verkerke uit Oost-Souburg
schrijft: „Zoals bijna alle Thoolse
kinderen leerden we hier zwem
men, vingen krabbetjes, raapten
kreukels en voeren er - al dan
niet clandestien - in roeiboten.
Op de pont staat de vrachtauto
van D. C. F.Vroon, handelaar in
meel, bakkersartikelen en derge
lijke. Het overzetgeld bedroeg
destijds 7zevenenhalve cent per
persoon. Iets rechts van de veer
pont is de stalen Thoolse brug ge
legd, geopend op 10 oktober
1928. De brug is in de meidagen
van 1940 door Nederlandse mili
tairen vernield en in 1944 door
terugtrekkende Duitsers op
nieuw opgeblazen. Toen moest
de pont dus weer dienst doen. In
1975 is de brug definitief gesloopt
en afgevoerd toen ten noorden
van de oude locatie een nieuwe
brug over het Schelde-Rijnka-
naal gereed was gekomen."
De waardebonnen gaan naar J.
v.d. Ree, St. Maartensdijk, H. A.
Brekers-Sinke, Tholen, W. A.
Schot, Tholen.
De PZC volgt in Buitengebied wekelijks
een echte ringrijfamilie: het gezin
Langebeeke uit Middelburg.
De familie rijdt bij de afdeling Gapinge.
door Nadia Berkelder
Vroeger was je een sukkel als je bij
het ringrijden de pollepel won. Te
genwoordig is het een eer om er
één te krijgen: de hele gang in het
huis van de familie Langebeeke hangt er
dan ook vol mee. Wie hun huis binnen
stapt kan er niet omheen: blanco pollepels
met houtsnijwerk, kleurig beschilderde pol
lepels en een paar klompjes die Kees ooit
bij een pollepel cadeau kreeg.
Een ringrij pollepel is altijd van hout. Het
model is vergelijkbaar met een gewone hou
ten lepel die mensen in de keuken gebrui
ken. Alleen is de lepel wat dieper, want er
moet natuurlijk wel drank in kunnen. Ring
lijders drinken na de wedstrijd vaak (bes
senjenever uit de lepel.
Tegenwoordig beschildert Janneke Nijssen
de lepels voor de Zeeuwse Ringrijders Vere
niging. Kees haalt vijf van haar meest recen
te lepels uit een plastic tasje. De schilderin
gen staan in de holtes aan de binnenkant
van de lepel: paardenkonten met versierde
staarten, een silhouet van een sjees in
zwart-wit, een paardenkop. Op de steel
staat de plaats waar de wedstrijd wordt ver
reden en de datum.
Het is best lastig om die lepels te beschilde
ren, vertelt Janneke. „Omdat je in de holte
moet schilderen. Ik maak altijd eerst een
schets met potlood, om te kijken of het
goed uitkomt. Als dat niet zo is, dan gum ik
het weer uit. Ik schilder met acrylverf en
dek dat weer af met drie lagen blanke lak.
Vaak ben ik alles bij elkaar wel een uur of
twee bezig met zo'n pollepel."
Ze voelt zich 'best een beetje vereerd' dat
ze is uitgekozen voor het werk. „Vorig jaar
heb ik er ongeveer tien voor mijn eigen ver
eniging, Gapinge, gemaakt. Toen heb ik
Kees bij de eerste wedstrijd gevraagd of ik
een keer een pollepel mocht schilderen. Die
vonden ze zo goed, dat ik het ben blijven
doen. Nu maak ik ze ook voor de Zeeuwse
Ringrijders Vereniging. Zelfben ik achteraf
niet zo heel erg tevreden over die eerste."
De kamp om de pollepel wordt meestal ver
reden over de laatste twee ringen van de
dag. „Vroeger was het eigenlijk een beetje
de schandprijs", vertelt Dinie. „Voor de
ringrijder die geen enkele ring stak. Die kon
dan de boerin helpen met het roeren van
de pap." Janneke heeft zelf nog nooit een
pollepel gewonnen. „Ik heb wel eens mee
gedaan met de kamp, maar ik kom nooit
verder dan het eerste ringetje."