Buitengebied Yerseke Moer Ie X Zeeland was de zoutleverancier :vi Koffie drinken bij De Sequoiahof loiahof QBBI8ft *n»f t .yam. ttwswBveee&sa 8 I Zaterdag 23 augustus 2008 PZC V 4C :.v --v s p -- Scholekster De Yerseke Moer tussen Yerseke en Kapelle wordt gekoesterd. Daar ligt Zeeland zoals het er eeuwen lang heeft uitgezien. Hobbelig, dras sig, een erfenis van natuurkrachten en menselijk ingrijpen. Van over stromingen en bedijkingen, van veengravers en natuurbeheerders. De Moer laat zich lezen als een ge schiedenisboek. door Jan van Damme pring! Je voelt het. Nog een keer: spring! De bodem deint. In eer ste instantie voelt het vooral sop- pig. Of sappig, voor wie geen he kel heeft aan natte voeten. Eeuwenoud veen, zeggen de kenners. Wie het niet meteen gelooft moet dus gewoon even springen. Het weer is niet helemaal betrouwbaar. Stijve bries, jagende wolkenluchten. Zo is het droog, zo komt het water met bakken uit de hemel. Gids Chiel Jacobusse van het Zeeuws Landschap neemt de natuur zoals ze komt. Stevige stappers, geen laarzen. Een overhemd, geen regenjack of paraplu bij de hand. Nat wordt ook weer droog, het lijkt een gezond uitgangspunt. Twintig soorten, had hij voorspeld, als we in de Yerseke Moer gaan lopen zien we minstens twintig verschillende vogels. Waarmee maar gezegd is, dat we een bij zonder weidevogelgebied betreden. Gele- genheidsgids Jacobusse - hij is ecoloog van de stichting Het Zeeuwse Landschap - on derbreekt zijn verhaal voor elke waarne ming. Een witgatje! Een groenpootruiter! Een verregende kievit! De kleine karekiet! Waar? Nee, die laatste hoor je alleen, hij verstopt zich in het riet. We raken de tel kwijt, maar het voorspelde twintigtal zal niet ver naast de realiteit zitten. Natuurgebieden laten zich niet in een top tien of een top drie vangen. Appels en pe ren, immers. „Maar", zegt Jacobusse, „voor mij is de Yerseke Moer het mooist. Hier zie je Zeeland zoals het was, zoals ik het in mijn jeugd kende." Pias-dras is in een tijd, dat de natuurbeschermers nogal onder vuur liggen, een niet erg populaire term, maar is zeker van toepassing op de moer. Ja ja, als landschapsman begrijpt Jacobusse het gemopper van vissers en boeren best. Zelf begon hij zijn groene carrière in de ja ren zestig, toen natuurbeschermers als rare maar onschuldige geitenwollensokken wer den beschouwd. In de jaren negentig en Yerseke Moer Het natuurgebied Yerseke Moer (circa 300 hectare) ligt ingeklemd tussen de Ooster- schelde, het Kanaal door Zuid-Beveland en de Postweg. Het gebied is toegankelijk tus sen 1 juli en 1S oktober: het einde van het broedseizoen tot de komst van de ganzen. Het Zeeuwse Landschap heeft een wandelroute uitgezet met informatieborden. In het gebied worden vier- tot vijfhonderd grazers uitgezet: jong melkvee, paarden en een beperkt aantal schapen. - Het gebied wordt omschreven als een uniek weidevogelge bied, waar natuur en cultuur hand in hand gaan. Bij de Postbrug wordt een nieuw uitkijkplateau aangelegd, veertien meter boven het maai veld. Vanaf dat punt kunnen bezoekers het hele gebied in ogenschouw nemen. Tegen inlevering van deze bon ontvangt u een gratis kopje koffie De Sequoiahof is 20.000 m2 unieke siertuin Entree: 3,50 per persoon Maximaal 2 personen per bon Kanaalweg 79, Vlake Hansweert) www.sequoiahof.nl L/ lees vind leef www.pzc.nl begin 21ste eeuw leken de bomen voor de natuurorganisaties tot in de hemel te groeien. Nu kentert het tij, en is de groene leugen in Zeeland opvallend snel een alge meen begrip geworden. Nogmaals, Jacobus se voelt wel mee met de in het nauw ge brachte vissers en boeren. Maar dat wil niet zeggen dat hij vindt dat ze altijd gelijk hebben. De huidige stellingname is vol gens hem wel erg hard en ongenuanceerd, en over wie er liegt valt in een aantal geval len op zijn minst te twisten. „Nee", zegt hij als we het hart van het noordelijk deel van de Moer hebben be reikt, „laten we het maar over de groene waarheid hebben. En die waarheid is dat de landbouw de afgelopen 35 jaar een enor me verarming van de natuur heeft veroor zaakt. Het landschap is gemoderniseerd, en daardoor is de soortenrijkdom drama tisch achteruit gegaan. Is dat erg? Je zegt toch ook niet: sloop in Middelburg de ab dij en alle historische gebouwen en ver vang ze maar door nieuwe woningen en kantoren. Dat doen we toch niet? Met het landschap hebben we dat wel gedaan. Een stukje land waar je vroeger zo vijf leeuweri ken kon waarnemen, daar zie je nu niks meer. Erg? Voor mij is het een wereld van verschil als er 's ochtends een merel bij mijn raam zingt." Vier jaar geleden is het grondwaterpeil in Tureluur. de Moer bijna een meter verhoogd. Dat be tekende een herstel van het moerassige ka rakter, dat eeuwenlang kenmerkend is ge weest voor het gebied. Omdat het altijd zo drassig was, bleef het als oudland ge spaard. Jacobusse: „Je wandelt hier in een geschiedenisboek, dat zich heel makkelijk laat lezen als je weet waar je moet kijken." Hij wijst op een in het veen uitgesleten ge tijdekreek: 3e eeuw na Christus; op een hollestelle - een vliedberg met een water put erin - en een schaapskooi: Karolingi sche tijd, 8ste-9e eeuw; op de Postweg in de verte: aangelegd door Napoleon, begin 19e eeuw. En dan zijn er in het gebied nog de over duidelijke sporen van middeleeuwse moer- nering. In heel Zeeland werd eeuwenlang veen gestoken, om zout te winnen. Alleen in de Yerseke Moer zijn daarvan nog duide lijke sporen te vinden. Ongelooflijk mooi, zegt de gids, zo vind je het nergens. Er is weinig fantasie voor nodig om de gravers aan het werk te zien. Met spaden en krui wagens. De geultjes die nu vol water staan, zijn de stukjes veen die destijds als aflegka- des en scheidingsmuren tussen de putten werden gebruikt. De uitgravingen werden na afloop volgegooid met de eerder afge graven klei. Die klonk minder in dan het veen, en ligt nu dus hoger. Zo zie je de activiteiten in een omgekeerd Sporen van moernering. Moernering. Darink delven, in goed Zeeuws. Feitelijk hebben we het over zoutwinning. Het was een belangrijke be drijvigheid in Zeeland van de 11e tot in de 15e eeuw. In de Yerseke Moer zijn nog dui delijke sporen te vinden van de darinkdel- vers. In het deltagebied kwam zout veen in gro te hoeveelheden voor. Meestal lag het ver scholen onder een dunne deklaag klei. Het veen - derrie of darink - werd met brede spaden in langwerpige stukken gestoken. Het werd op stapels gezet om te drogen. Om het zout te kunnen winnen, werd het gedroogde veen verbrand. De op die ma nier verkregen as werd naar zoutketen ver voerd. Daar werd de as met zeewater in grote pannen tot zout ingedampt. In de 15e eeuw won het uit Spanje en Por tugal afkomstige baaizout terrein. In Zee land werd moernering verboden. Het afgra ven ondermijnde de zeeweringen en de vruchtbaarheid van landbouwgrond ging erdoor achteruit. Gele kwikstaart.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 60