actueel willen zijn nazomerfestival Delavega biedt een tegenwicht voor harde gitaarmuziek 9 Delavega De nummers van de Vlaamse groep Delavega omvatten een sensuele loungy en jazzy sfeer met een soultintje. Momenteel schrijft de band hard aan materiaal voor het nieuwe album, waarmee zij na het festivalseizoen aan de slag gaat. door Mischa Beckers Delavega bracht met zangeres Lize Accoe in 2004 een eerste mini-cd uit en al snel daarna het al bum Falling into place. Het resulteerde meteen in veelgedraaide singles, video's op TMF en optredens op de grote festivals. Accoe maakte plaats voor Elke Bruyneel en de groep nam vervolgens het album The day after op, waarvan op het Nazomerfestival ongetwijfeld meerdere nummers zullen klinken. De pers omschrijft de muziek van Delavega doorgaans als 'filmisch' of'moeiteloos in te passen in menig sound track'. Jean Paul De Brabander, drijvende kracht achter de band, zegt daarover: „Als een filmproducent onze mu ziek voor een soundtrack wil gebruiken, dan houden we ons natuurlijk van harte aanbevolen, tenminste als de film ons aanstaat. Bij het schrijven van onze muziek heb ik wel beelden in mijn hoofd, maar we streven niet actief naar soundtrackachtige nummers." Ook dit seizoen speelt Delavega op de grote festivals. „Bij ons zal niemand staan headbangen. We zijn een mooi te genwicht voor de vaak hardere gitaarmuziek. Veel men sen weten inmiddels dat Delavega iets anders brengt." Gitarist De Brabander is op de albums samen met bassist Ben Van de Velde en drummer David Vanbelleghem ver antwoordelijk voor de Delavega-sound. Live zijn er mini maal een extra trompettist en keyboardspeler en soms ook een percussionist aanwezig. Op die manier genereert Delavega op het podium het volle geluid van de cd. De drie muzikanten kennen de kneepjes van het studio vak. „De productie van onze albums doen we altijd zelf Drie van ons zijn actief als producer en zitten graag 'aan de knoppen'. Vandaar dat we bij het mixen er wel een vierde persoon bij halen, voor de zekerheid. Voor The day after trokken we daarom Guy Davie (Faithless, Groove Ar mada) aan voor het 'masteren'." De Brabander heeft het gevoel dat de muziek op de ko mende plaat een iets andere richting op gaat. „Bij onze vorige albums was de zangeres niet bij het schrijfproces betrokken. Nu doet Elke intensief mee. Dat maakt het in teressanter voor ons allemaal. Waarschijnlijk resulteert het in wat meer uptempo en meer dansbare nummers." Delavega, maandag 1 september, Abdijplein, Middelburg. Aanvang: 21.00 uur. Karst Woudstra: „De regisseur moet een zichzelf wegcijferende figuur zijn." foto Fred Libochant/fotobureau Roel Dijkstra les uit en zei: ik doe gewoon dit, het is niets anders dan bordkarton en ijzerdraad, dan verf die je koopt in de winkel. Zijn hele werk gaat over ontmaskeren. In De kamerspelen werden mensen zelf letterlijk ont kleed en nog eens ontkleed. Een generaal? Ammehoe- la. Het zijn allemaal gewoon mensen, van vlees en bloed." Volgens Woudstra is Edgar in Dodendans de kwade genius, op een gemene, wrede manier. „Het draait uit op een soort SM. De kapitein doet alles om bij Alice sadistische gevoelens aan te wakkeren en bij Kurt masochistische. De man is zo'n enorme slimme rik. Hij kan - als een echte militair - diverse zetten vooruit denken en bindt bewust de kat op het spek. Het treurige van de vrouw is dat ze voortdurend door allerlei deuren heen wil breken, terwijl die ge woon open staan. Ze wordt er op een gruwelijke ma nier ingeluisd." Strindberg, die drie mislukte huwelijken meemaakte, gebruikt diverse autobiografische elementen. „Hij was ooit, net als Kurt, zelf de speelbal van een echt paar dat hem verschrikkelijk heeft belazerd. Die heb ben hem echt beet gehad. Zo is hij aan zijn eerste vrouw gekomen. In het stuk ontsnapt hij echter aan het lot waar hij in werkelijkheid niet was ontkomen." Dodendans wordt opgevoerd bij een bunker nabij Koudekerke. Het is waarschijnlijk de eerste keer dat het buiten wordt gespeeld. „Ik hoop dat er een meer waarde is, dat alles op een interessante manier bij el kaar komt. Het hangt ervan af of het publiek bereid is verschillende elementen te combineren, zoals de enorme leegte van het landschap rondom. Als je die volop ervaart, kan dat de existentiële situatie enorm versterken. Maar het blijft toch een experiment." De regie is geen eenvoudige opgave, verzekert Woud stra. „Het stuk heeft een realistisch begin, maar dat wordt al snel verlaten, omdat je niet meer weet wat wel en niet waar is. De kunst is om als regisseur in dat tussengebied te blijven. Er is alleen maar een schijnbare waarheid. Daar speelt Strindberg mee in dit stuk. Het is zo verschrikkelijk moeilijk om die middenweg aan te houden. Je gaat al snel dingen in vullen, terwijl er juist een gevoel van totale desoriën tatie moet ontstaan." Hoe moeilijk ook, het resultaat moet natuurlijk ogen. „De regisseur is de verbindende schakel tussen stuk en acteurs. Het moet een zichzelf wegcijferende fi guur zijn. Het liefst wil je niet zien dat het is geregis seerd, zodat mensen zich afvragen wat de regisseur nu eigenlijk heeft gedaan. Een groter compliment kun je niet krijgen. Veel collega's willen, coüte que coüte, dat je hun 'handtekening' kunt zien. Ik vind dat het er juist uit moet zien alsof het zo hoort. Het is heel moeilijk om het zo neer te zetten dat het vanzelf sprekend is. Voor de duur van de voorstelling moet het geloofwaardig en onontkoombaar zijn." Dodendans, do. 28 t/m za. 30 augustus en di. 2 t/m za. 6 september, bunker bij Koudekerke. Om 20.00 uur, verza melen bij Abdij, Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 61