e overgang
Buitengebied
'-if
'if*,
■$-
r-: l
t
PZC Zaterdag 16 augustus 2008 9
Bruine kiekendief
■£-?■***Sc*--
'V^
'WwJi'ï
IJslanders grazen het hele jaar rond in het open gebied van het Markiezaat.
november. Honden zijn in het open deel
niet toegestaan. Paarden en koeien zijn
nieuwsgierig. Niet alle bezoekers vinden
het even prettig als ze zich ingesloten zien
in een kring van snuivende runderen, die
alleen maar oog hebben voor de blaffende
viervoeter.
Zout-zoet, klei-zand, hoog-laag, nat-droog:
het Markiezaat is een gebied vol tegenstel
lingen. Dat maakt voor een belangrijk deel
de charme uit. Hannie de Maertelaere
loopt naar een heuveltje in het weidege
bied. Tien meter in doorsnee, meer niet.
Op die plek komt er zoet water aan de op
pervlakte; een zoet eiland in een zout mi
lieu, waar je het heelblaadje, klein hoef
blad, melkdistel en wilgen vindt. Aan de
rand geeft de bitterling de overgang aan.
Vanuit de vogelkijkhut is het zicht op deze
winderige dag beperkt. Het is een groei
zaam seizoen geweest, zegt Koopmans nog
eens, als hij de wilgenkruinen voor de kijk
gaten heen en weer ziet gaan.
Wandelen in het Markiezaat
foto Ronald den Dekker
Bergen op Zoom rukt op, ook voor de nu nog lege vlakte bestaan bouwplannen.
foto Ronald den Dekker
Op de grens van Zeeland en Brabant
De toegang tot het Markiezaat is vanaf de
A58 te bereiken via de afslag Hoogerheide.
Volg richting Bergen op Zoom tot net voorbij
het landgoed Mattemburgh. Daar wijst een
bordje links naar het bezoekerscentrum de
Kraaijenberg, Fianestraat 17.
Er is een parkeerplaats met een informatie
bord voor wandelaars.
In het bezoekerscentrum is een permanente
tentoonstelling over het Markiezaat en het
landgoed Mattemburgh.
Het bezoekerscentrum is geopend: voorjaar,
zomer en najaar op woensdagen en zondagen
van 12 tot 16 uur, 's winters alleen op zonda
gen van 12 tot 16 uur.
Uitkijktoren en vogelkijkhut in het Markie
zaat zijn tussen zonsopgang en -ondergang
vrij toegankelijk.
Informatie: Bezoekerscentrum de Kraaijen
berg, 0164 235210.
NAMEN
Banda Neira
Het is een welluidende maar
ongewone naam voor een
boerderij: Banda Neira. De
hoeve staat in het buitenge
bied van Lewedorp in de
buurt van boerderij De
Rover. Da's ook een wat
vreemde naam. Rover is een
oude veldnaam en zal vóór
de bedijking wel een schor-
rengebied met die naam ge
weest zijn. Maar Banda Neira
- dat in glanzende Jugendstil
tegels op de hekpalen staat -
is zelfs geen Nederlands. Het
is een zogenaamd Kaupela-
nees woord. Kaupelanees be
hoort tot de groep van Malei-
se en Austronesiche talen.
Banda betekent: rijkdom. Nei
ra of Naira komt van het Ma-
leise 'nayer', en dat betekent:
hoofd of baas. Banda Neira is
de hoofdstad van het gelijkna
mige eiland in de Bandazee
bij de Molukken in voormalig
Nederlands-Indië. De rijk
dom die in het woord ver
scholen ligt klopt met de his
torie. Op de Banda-eilanden
groeide de zeer exclusieve bo
men die nootmuskaat dra
gen. Ook groeide er de kostba
re foelie. De Europeanen heb
ben dat ook vroeg ontdekt.
De Portugezen vestigden zich
er al in 1515 en verwierven
enorme rijkdom door de han
del met de Bandanezen.
Rond 1600 kwamen de Hol
landers en de Zeeuwen de
Banda-eilanden verkennen.
Ze verjoegen de Portugezen
en namen de uiterst lucratie
ve handel over. Veel Bandane
zen werden gedood en in
hun plaats kwamen Europe
se, Chinese en Japanse avon
turiers die nootmuskaatplan
ter werden (de zgn. perken-
iers). De verdiensten waren
schandalig hoog. Vooral voor
de VOC.
De naam Banda Neira voor
een boerderij (die daarvoor
gewoon 'Bouwmanslust' heet
te) is zeer suggestief: de wens
dat hoeve en grond heel veel
zullen opbrengen. Gek ge
noeg weet niemand nog wie
de Maleise naam omstreeks
1910 aan de boerderij heeft ge
geven...
Gerard Smallegange
PZC Willem Adriaansens