Gastles voor de chauffeur
's Nachts bleef de kachel branden
^f)e wim
012.705
1/entel uw vei&aal
<Ktez uw jeuyd
Oppassen dat je jezelf niet tegenkomt
'vl
u
00
in
os
rs
in
rs
rs
WÊÈÊm
m m
PZC zaterdag 16 augustus 2008
HHHHIHHIH
w
o
o
«Ni
m
ifi
fx.
OS
O
tn
IM
N
O.
00
O
O
INI
rs
es
O
N
O.
GO
O
O
I
00
rx
os
in
O
00
O
O
rs
i
00
m
PS
OS
m
u
N
O.
00
O
O
i
00
sn
fx
De Mikke doet veel voor zieke
dieren, maar is zelf ook
afhankelijk van anderen.
Vogelwerkgroepen,
Dierenbescherming, Dierenhulp
Stichting en natuurlijk van alle
mensen die dieren komen
brengen. „We hechten aan
goede samenwerking."
door Maurits Sep
De twee steenuiltjes hebben
de reis van Oegstgeest naar
Middelburg goed doorstaan.
Stress hebben ze toch als ze
ziek zijn, maar in de speciale 'vervoers-
kooi' konden ze zich niet bezeren. En
onder de handdoek die eroverheen
hing, bleven ze wel rustig. Coby Lou
werse van De Mikke en Wim Roose
van de Dierenbescherming Noord- en
VOGEL- EN ZOOGDIE,RQP\
vervoeren we vogels." Dat zijn er paar
jaar dus heel veel. „Ik schat zo'n zeven
honderd", vult Louwerse aan.
De samenwerking met de Dierenbe
scherming is goed en die koestert ze
dan ook. „Wij hebben zelf geen tijd om
dieren op te halen."
Wel voor een rit naar Oegstgeest? dat is
een bijzonder verhaal, vertelt ze. „Die
steenuiltjes zijn in Koewacht gevonden.
De vinders hebben ze in Oegstgeest bij
een vogelopvang afgegeven. Waarom
daar? Ik heb geen idee. Maar goed, die
vogelopvang is in contact gekomen met
de kerkuilen- en steenuilenwerkgroep
op de Bevelanden. Die adviseerde om
de uiltjes naar De Mikke te brengen,
omdat ze nog niet levende prooien kun
nen vangen. Dat moeten ze kunnen
voordat je ze vrijlaat. Wij gaan ze dat
nu dus leren."
Als ze losgelaten kunnen worden, mag
de Bevelandse vogelwerkgroep zeggen
waar dat moet gebeuren. „Zij zijn er nu
toch ook bij betrokken", vindt Louwer
se. „En ik hecht aan goede samenwer
king met anderen."
Daarom geeft ze ook gastlessen aan vrij-
Stichting 'PZC Middelburg helpt'
Rekeningnummer: 40.26.67.794
willigers bij de Dierenbescherming Mid
den- en Noord-Zeeland. In feite als een
bedankje voor de hulp die ze van hen
krijgt. Roose is op zijn beurt erg blij
met Coby's lessen. „Zij vertelt ons weer
hoe we voor zieke dieren moeten zor
gen en hoe we ze moeten opvangen.
Het is bijzonder leerzaam."
Midden-Zeeland hebben de uiltjes sa
men opgehaald. „Die lange ritten doe ik
niet alleen. En van de Dierenbescher
ming lag het aanbod dat ik een beroep
op ze mocht doen als ik ze nodig had.
Nou, dat was nu het geval."
Het was de eerste keer dat de dierenam
bulance zo'n speciale rit heeft gemaakt
voor De Mikke, vertelt Roose. „We rij
den wel vaak naar De Mikke toe. In zes
tig tot zeventig procent van onze ritten
Coby Louwerse en Wim Roose met de twee steenuiltjes die ze in Oegstgeest hebben opgehaald, foto Lex de Meester
Dit is een jeugdherinnering uit de late jaren
vijftig, begin jaren zestig. Een trieste,
waarvan ik als jongetje het belang niet kon
zien. Schrijft Jan de Jonge uit Nieuwerkerk.
Wij, mijn vader, moeder en jongere zus,
woonden op een boerderij op
Noord-Beveland. Om precies te zijn in
de Zuidlangeweg tussen Kats en Co-
lijn(splaat). Verder langs de weg stond nog een huis,
omringd door heggen, bomen en struiken, bedoeld
om geheel afgezonderd te kunnen wonen. Via een
smalle betonnen bruggetje over de sloot kon je over
een door struiken omgeven smal en donker pad het
huis bereiken. Wij kinderen hebben dat nooit ge
durfd.
In het huis woonde de familie Markusse, twee broers
en twee zussen. Ze hadden eerst geboerd, maar rente
nierden nu teruggetrokken. Eén broer onderhield 't
contact met de (buiten)wereld, dat was Bram. Hij
reed wekelijks op z'n bromfiets (hijzelf noemde het
z'n stoomfiets) naar Kats om proviand te halen en an
dere zaken te regelen.
Als kinderen deden wij, mijn zus en ik, vaak voor wat
snoep of een dubbeltje, karweitjes. Eén van die kar
weitjes was 's avonds de eenden (poelen) binnenha
len. Achter de boerderij was één van de twee drink-
poelen (vaeten) waar de eenden graag in zwommen.
In de wei die grensde aan het huis van de familie Mar
kusse lag de tweede drinkpoel. De wei was omzoomd
door meidoorn en andere struiken, maar ook door
wilde kruisbesstruiken. In de zomer mochten we dan
die kleine rijpe kruisbessen (beiers) plukken. De pel
len van de beiers gooiden we naar onze scharrelende
kippen. Een keer in een baldadige bui gingen we al in
de wei van de beiers eten. Wat de aanleiding was
weet ik niet meer, maar op een gegeven moment gin
gen we de pellen over de heg naar het huis van de fa
milie Markusse gooien. Hoewel we bang waren trot
seerden we die innerlijke gevoelens en mikten op de
ramen. Tot Bram in de achtertuin verscheen, wild
met een bezem zwaaiend.
Toen we op een winterdag tussen de middag uit
school kwamen zagen we politie en andere auto's bij
het bruggetje van de Markussen staan. Vader vertelde:
de familie Markusse had 's nachts de kachels laten
branden en door het stille weer was er gas van de ka
chel in huis gekomen en van dat gas stik je. De familie
Markusse was niet meer. Ik dacht aan wat wij gedaan
hadden die zomer en voelde me misselijk worden.
Heeft u een Zeeuws verhaal? Vertel het de PZC. Via
uwverhaal@>pzc.nl of Postbus 31, 4460 AA Goes, of 0113
315663 (Jan van Damme). Zie ook www.pzc.nl
m
m
o
o
«M
00
tn
fx,
door Dewi Gigengack
Jeroen van Gastel (35) uit Goes her
stelt van lymfeklierkanker. Hij traint
nu voor de honderd kilometertocht
van de Ride for the Roses. De PZC
volgt hem in de aanloop naar zon
dag 31 augustus.
Een nieuwe mijlpaal is bereikt: Jeroen
heeft afgelopen week een rit van 76 kilo
meter gereden in twee uur en twintig
minuten. „Ik reed gemiddeld 29,3 kilo
meter per uur. Dat is sneller dan nodig
is, en ik was conditioneel nog lang niet
op na die tocht. Het ging ei
genlijk ontzettend goed."
Totdat hij van de fiets afstap-
te: „Het leek wel of m'n rug Z^VZ^v^
gebroken was, zo'n pijn f J
deed het onderin. Maar ik
was allang blij dat het niet tijdens het
fietsen was, zoals ik de afgelopen we
ken had." Jeroen reed de toer samen
met zijn zwager Kees Moens, van Goes
naar Kloetinge en via Vrouwenpolder
en Kamperland terug naar Goes. In to
taal heeft hij nu ongeveer zevenhon
derd kilometer in de be
nen zitten. „In vier maan
den tijd. Maar nu ik weer
fulltime werk, merk ik wel
dat ik moe ben 's avonds.
En ik heb de hele dag stam
pende koppijn. Op 26 mei had ik mijn
laatste behandeling, en daarna doe je al
snel alsof er nooit iets is gebeurd. Maar
je moet oppassen dat je jezelf niet tegen
komt." Desondanks heeft hij voor vol
gende week alweer een uitdaging ge
pland: een rit van honderd kilometer.
Jeroen van Gastel