23 spectrum
PZC
Zaterdag 16 augustus 2008
De hoerenbuurt van Tijuana in Mexico. Het land voert oorlog tegen de drugskartels. Die oorlog werd in 2006 uitgeroepen door de Mexicaanse president Felipe Calderón.
ten, meubels kwamen vol kogelgaten te zit
ten, al mijn overhemden in de klerenkast,
en zelfs het boek dat ik op mijn nachtkast
je had liggen."
Tussen het schieten door hoorde Capella
hoe de mannen probeerden zijn huis bin
nen te komen. Dat lukte niet omdat hij, zo
als elke nacht, een zware bank voor de
voordeur had geschoven. Na een kwartier
hielden de aanvallers het voor gezien en
vertrokken. Weer een kwartier later kwam
de politie, die nota bene om de hoek een
bureau had.
Vijf dagen na de schietpartij werd Capella,
door de media inmiddels 'de Rambo van
Tijuana' genoemd, tot politiechef be
noemd. Hij beweegt zich nu alleen nog
maar voort in een konvooi van zes auto's
en twintig bodyguards, om te voorkomen
dat hij, net als twee van zijn voorgangers,
wordt vermoord. Hij zegt: „Wij in Tijuana
hebben een groot probleem. De drugskar
tels hier zijn een kankergezwel. Tegen dat
gezwel vechten we."
Groot probleem. Kankergezwel. In Tijua
na? Tijuana is toch dat geinige stadje aan
de Mexicaanse westkust, net over de grens
met Amerika? Waar miljoenen Amerikaan
Mexico heeft een lange traditie als het gaat
om de productie van en handel in verdovende
middelen. Op afgelegen velden wordt al sinds
decennia marihuana verbouwd en papaver,
waarmee heroïne kan worden gemaakt. Daar
zijn de laatste jaren synthetische drugs als
metamfetamine, ook bekend als 'ice' of
'crystal', bijgekomen.
Verder worden enorme hoeveelheden cocaï
ne, afkomstig uit onder meer Colombia, via
Mexico verscheept. Al die verdovende midde
len zijn bestemd voor de onverzadigbare
markt in de Verenigde Staten. Het heeft van
Mexico het grootste export- en doorvoerland
voor drugs ter wereld gemaakt, met een han
del die jaarlijks goed is voor naar schatting
15 miljard euro.
Die handel wordt georganiseerd door grote
drugsbendes, met namen als het Golfkartel,
Juarezkartel, Sinaloakartel en Tijuanakartel.
Die zagen hun macht geweldig toenemen
toen in Colombia in de jaren negentig de Cali-
en Medellfnkartels werden opgerold. Sinds
dien beheersen ze volledig de Amerikaanse
markt.
se toeristen naar toe gaan om er stoute din
gen te doen? Om er te gokken, te drinken,
te trouwen, te scheiden, naar de hoeren te
gaan? Zoiets als Las Vegas dus?
Dat was vroeger. Tijuana nu is een heel
wat grimmiger oord. Het is de thuisbasis
van een van de grootste drugskartels in
Mexico, de Arellano Felixbende, die op ei
gen terrein wordt beconcurreerd door de
Sinaloa- en Golfkartels, uit andere delen
van Mexico. Moorden en ontvoeringen
zijn er de orde van de dag. Dit jaar werden
in Tijuana al 180 mensen vermoord. Vorig
jaar waren er een kleine 200 kidnappin
gen.
Wie nu in Tijuana rondloopt, ziet in het
belangrijkste toeristenstraatje, de Avenida
Revolución, nog altijd wel de winkeltjes
met smakeloze souvenirs, de slechte restau
rantjes, de bars met blote dames, maar
veel publiek is er niet meer. Kwamen in
1990 nog 19 miljoen dagjesmensen naar
Tijuana, nu moet je tellen in honderddui
zenden. Een winkelier: „De Avenida Revo
lución sterft. We zitten in onze laatste fa
se."
In de nabijgelegen rosse buurt, de Zona
Norte, waagt zich al helemaal geen toerist
meer. Het is daar gevaarlijk. Het is vooral
een plaats geworden waar de 200.000 ver
slaafden in Tijuana (op een bevolking van
2 miljoen) hun dmgs kopen. Heroïne, co
caïne, crystal, alles is er ruim voorhanden.
Victor Clark Alfaro, hoogleraar in
het Amerikaanse San Diego en
grensstreekexpert, legt uit hoe
het met Tijuana zo ver heeft
kunnen komen. „De drugsdealers zitten
hier dicht bij de lucratieve Amerikaanse
markt. Het Vrijhandelsverdrag met de
Verenigde Staten gaf ze veel ruimte om
verdovende middelen te smokkelen. Hun
actieradius werd steeds groter. Ze hadden
contact met producenten in Colombia en
Peru en distributeurs in de VS."
Nog altijd is het makkelijk drugs in Ameri
ka te krijgen. De 42-jarige David, ex-dealer
en bewoner van een van de 82 afkickcen
tra in Tijuana voor in totaal 7.000 verslaaf
den: „Ik ronselde tot een paar maanden ge
leden mules (pakezels), mensen die met
hun auto drugs willen vervoeren. Die
vond ik altijd wel. Zo'n beetje 90 procent
haalt ook de overkant, ondanks alle contro
les."
Toen het, vanaf eind jaren negentig, toch
wat moeilijker werd met name grote par
tijen in Amerika te krijgen, ontwikkelden
de drugskartels hun thuismarkt. Clark Al
faro: „Ze begonnen ice te maken, een syn
thetische, zeer verslavende drug. Dat kun
je overal doen, in kleine huizen, in auto's
zelfs. En een dosis koop je in de Zona Nor-
te of in een van de barrios (sloppenwijken)
voor 5 dollar."
Clark Alfaro schat, dat nu 1.000 tot 1.500
mensen voor de drugsmaffia in Tijuana
werkzaam zijn. De cultuur binnen het kar
tel is 'extreem gewelddadig', zegt hij. Veel
politiemensen staan op de loonlijst bij de
kartels en tonen zich maar al te graag be
reid hun wél deugende collega's te verra
den. Niet zelden leidt dat tot ontvoerin
gen, martelingen, gruwelijke moorden.
Met name van ontvoeringen maakten de
drugsbendes een lucratieve zijtak. Dat gold
al helemaal nadat de Mexicaanse president
Felipe Calderón 3.000 militairen naar Tijua
na had gestuurd om orde op zaken te stel
len. Dat maakte binnenlandse drugstrans
porten lastiger en dus moest de maffia uit
zien naar alternatieve bronnen van inkom
sten.
Tal van vermogende mannen en vrouwen
werden ontvoerd en na betaling van soms
miljoenen dollars vrijgelaten, maar vaker
vermoord. Het is niet voor niets dat Tijua
na nu een maquila de raptos wordt ge
noemd, een kidnapfabriek. Niet voor niets
zijn zeker 1.000 welgestelde inwoners van
Tijuana inmiddels permanent naar de an
dere kant van de grens gevlucht.
Een van de slachtoffers van de maquila de
raptos was de 23-jarige Fernando Ocegueda
Flores. Anderhalf jaar geleden had hij de
pech bij een feestje te zijn waar ook maffia
leden waren. Een van de boeven viel zijn
vriendinnetje lastig. Er ontstond een woor
denwisseling, er werd wat geduwd. Toen
Fernando wegging, kreeg hij een sinistere
waarschuwing mee. Hij had met de ver
keerde ruzie gemaakt en zou daarvoor boe
ten.
Zijn 50-jarige vader, eveneens Fernando
geheten: „Vijf dagen later vielen twintig
mannen ons huis binnen. Ze namen mijn
zoon mee. Sindsdien heb ik nooit meer
iets van hem gehoord."
De vader leidt nu een beweging, de
Asociación Esperanza, die opheldering wil
over het lot van de minstens 400 ontvoer
de burgers in en rond Tijuana, van wie,
net als Fernando, nimmer iets werd verno
men. „Ik zal vechten en vechten en vech
ten. Net zo lang tot dit stopt"
Mexico grootste export- en doorvoerland voor drugs
Een soldaat bewaakt een grote marihuanavangst in Tijuana. foto EPA