23 spectrum
-
mmm
•v;,v
ineen
Veluwse
boerderij
Richard Eikelenboom (links) en partner
Selma Eikelenboom-Schieveld onderzoeken
met een speciale lamp een kledingstuk van
een slachtoffer van een zedenisdrijf.
Groeiende markt voor forensische opsporing
Independent Forensic Services was het eerste, maar inmiddels niet meer het enige
particuliere Nederlandse bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in forensisch onderzoek.
Verilabs Leiden ging een partnerschap aan met het gerenommeerde Britse LGC
Forensics. Hierdoor kan het laboratorium, dat voorheen alleen DNA-verwantschaps-
onderzoek uitvoerde, ook forensisch DNA-onderzoek doen. Sinds eind juni is het lab
volledig geaccrediteerd.
Volgens directeur Pim Volkers, die in DNA-onderzoek een gat in de markt ziet, kan
Verilabs snel een uitslag leveren. „Bij ons duurt het drie dagen, bij het NFI moeten
politie en justitie weken of maanden wachten." Daar hangt wel een prijskaartje aan:
350 euro voor een eenvoudig DNA-spoor.
y De Universiteit Maastricht en chemieconcern DSM zijn in mei van dit jaar
The Maastricht Forensic Institute begonnen. Ton Broeders, oud-medewerker van het
NFI, staat aan het hoofd van dat laboratorium. Het Maastrichtse instituut, dat zich richt
op forensisch-technisch onderzoek, is 'in de opbouwfase' en doet nog geen tests.
PZC
Zaterdag 9 augustus 2008
ze eensgezind. Dat doe je 24 uur per dag,
zeven dagen per week. „Je hebt mensen
die zaken doen en mensen die zaken oplos
sen", zegt Richard. „Het mag duidelijk zijn
dat ik mezelf tot de laatste reken."
De roeping van 'Crime Scene In
vestigator' is best zwaar. Met
iemand die die bevlogenheid
niet deelt, kun je niet samenle
ven, vindt Richard. Daarom is het een 'ze
gen' dat het liefde op het eerste gezicht
was toen ze elkaar tegenkwamen, op een
cursus bloedspatpatronen waar Richard les
gaf en Selma uit interesse naartoe ging.
Destijds was zij nog aan het werk in de me
dische wereld. Daar had ze zich van maat
schappelijk werkster opgewerkt tot ambu
lancemedewerker, eerstehulparts en stu
deerde ze chirurgie. Door het overlijden
van een patiënt met het hiv-virus kwam
ze in contact met de forensisch tak van de
geneeskunde.
„Het gepuzzel dat daarbij komt kijken - is
het een natuurlijke of niet-natuurlijke
dood? - sprak me direct aan." Ze speciali
seerde zich in het bepalen van het tijdstip
van overlijden. Ook is ze deskundige in
het vinden van de doodsoorzaak.
Ze werkte een jaar bij het Nederlands Fo
rensisch Instituut in Rijswijk, waar Ri
chard toen al als DNA-specialist in dienst
was. Hij zag na het afronden van de labora-
toriumschool in 1989 maar één carrière
voor zich: het gerechtelijk laboratorium.
Hij was betrokken bijna grote zaken als de
Schiedammer Parkmoord (2000), de
moord op Anne de Ruyter de Wildt
(1997), de Puttense moordzaak (1994) en
de Zaanse paskamermoord (1984). „Ik was
de enige die altijd mee ging. Ik wilde de
plaats delict met eigen ogen zien."
Selma betitelt het Rijkswijkse insituut als
'een bureaucratische organisatie'.
In 2003 begint ze daarom samen met
NFI-collega en DNA-specialist Hannie van
der Meij Independent Forensic Services.
Ze bouwen het met eigen handen op. In
2005 versterkt Richard het team.
In Nederland een eigen bedrijf in foren
sisch onderzoek hebben is één, een derge
lijke onderneming draaiende houden, is
een tweede. Dat is niet makkelijk als de
concurrent gratis werkt. Het NFI, het offi
cieuze overheidslaboratorium, krijgt het
volledige budget van het ministerie van
Justitie. Zo is het voor politie en justitie
een organisatie waar ze gratis kunnen win
kelen.
Toch heeft het NFI in Nederland geen mo
nopoliepositie meer. Ook IFS, waar ook
DNA-specialist Van der Meij nog steeds
deel van uitmaakt, heeft in de groeiende
markt bestaansrecht. Het bedrijf biedt
meerwaarde, is de stellige overtuiging van
Selma en Richard. IFS is namelijk gespecia
liseerd in complexe onderzoeken en wil
daar van het begin af aan bij betrokken
worden. Ze gaan mee met het opsporings
team en kunnen zo direct beoordelen hoe
relevant de vondst van een spoor is.
Richard: „In Nederland worden in eerste
instantie maar zeven sporen onderzocht
tijdens een moordzaak. Je moet je dan als
onderzoeker telkens afvragen: hoe zinnig
is dit onderzoek? Daar kun je alleen ant
woord op geven als je de juiste informatie
hebt."
Een andere stroming binnen de forensi
sche wetenschap vindt echter dat te veel
informatie de objectiviteit schaadt. Onzin,
oordeelt Selma. Fel: „Als een zieke bij de
dokter komt, zeggen we toch ook niet 'we
zeggen niet wat-ie mankeert, ga maar zoe
ken'." Bovendien, benadrukt Richard, zoe
ken zij naar sporen en een dader, niet naar
een verdachte. „Daarmee zijn we onbe
vooroordeeld."
Selma en Richard zien veel ellende. Ze
zien waar de mens toe in staat is en dat
gaat ze niet in de koude kleren zitten.
„Mijn vertrouwen in de mensheid is wel
wat geslonken. Dan gaat het spreekwoord
op: hoe beter men de mensen kent, hoe lie
ver men de dieren ziet", zegt Selma.
De onderzoeksboerderij wordt bewaakt
door herders Wolf en Joy. Lapjeskat Poesie-
Woesie bewaakt de comfortabelste stoel.
Selma: „Ik voel me bij wijze van spreken
meer thuis bij onze huisdieren dan bij een
hoop mensen." Selma vindt vooral kinder
zaken 'walgelijk'. „Je moet met je tengels
van kinderen afblijven."
Om hun hoofden leeg te maken van alle
ellende, gaan Selma en Richard hardlopen,
ook een gezamenlijke passie. Selma: „En
als het werk die dag extra zwaar is ge
weest, lopen we tien minuten langer."