De jaloezie is
wel verdwenen
'Echtl Softbald'r
is geen moer aan.
Vreselijk is het'
2,oq2
lOO
De karakters verschillen
evenveel van elkaar als
de sporten. Michiel van
Kampen is honkballer,
zijn zus Judith speelt
softbal. In Peking komen
ze beiden aan de bak.
Voor het eerst samen en
meteen voor het laatst.
Want in Londen gelden
de twee sporten niet
meer als olympisch.
door Edward Swier
foto Robin van Lonkhuijsen/GPD
Ze weet dat ze iets oprakelt.
Michiel laat zijn gezicht liever niet
zien langs het softbalveld. De re
den is simpel. Hij houdt niet van
schone schijn, draait er niet om
heen. „Echt! Softbal, d'r is geen
moer aan." Dat haar broer er eigen
lijk niks aan vindt, daar heeft ze al
lang mee leren leven. Zo nu en
dan waagt Judith nog een poging,
maar ook dan blijven de verschil
len van inzicht bestaan. „Vreselijk
is het." Zegt hij.
Dat zijn zus het tot Oranje heeft
geschopt, vindt Michiel best knap.
Hij steunt haar. Maar softbal kij
ken, vindt hij een straf „Als ik de
afgelopen paar jaar drie keer ben
wezen kijken, is het veel. M'n
ouders moeten me er altijd even
aan helpen herinneren. Dan is het
van: 'Judith staat in de Holland Se
ries, zou je niet eens..."'
Er ontspint zich een discussie.
Michiel vindt dat er niets gebeurt
op het softbalveld, zuslief bestrijdt
dat. „Het is, dat geef ik wel toe,
veel vaker een pitchersduel. Maar
dat vind ik vanuit mijn oogpunt
spannend, leuk."
De verschillen tussen beide spor
ten zijn, ook als broer en zus bij
hun ouders gaan eten, een bron
van discussie. Bonje blijft uit,
maar fanatiek zijn ze wel als ze vol
verve hun standpunten verdedi
gen. Het is een familietrekje, den-
ken ze. Hoewel. Hun zus Susan,
de tweelingzus van Judith, was
lang niet zo fanatiek. Ook zij soft
balde, maar was veel minder gedre
ven dan de andere twee. Judith:
„We zijn een tweeling, maar heel
verschillend, Susan is kleiner, dun
ner. Veel meer een meisjesmeisje
dan ik ooit ben geweest. Softbal is
natuurlijk ook niet zo'n echte
meisjessport, het gaat er allemaal
een beetje stoerder aan toe."
Beiden zijn het erover eens dat
Susan het bindmiddel van de fami
lie is. „Zij komt bij ons allebei kij
ken", lacht Judith.
Het worden hun eerste én laatste
Spelen samen. In Londen zijn
honk- en softbal niet langer olym
pisch. Een terugkeer op het olym
pisch podium sluiten beiden voor
hun sport niet uit, maar dan zul
len ze er zeker niet meer bij zijn.
Michiel viel vier jaar geleden als
laatste af Nu was hij veel zekerder
van zijn zaak. „Toen was ik net er
voor geblesseerd geweest." Dit jaar
niets van dat al. In de competitie
gooit hij, als reliever en closergru
welijk goed. De twijfels waren dit
maal groter bij Judith. „Maar ze
redt het", weet Michiel, spélend
voor Kinheim zeker.
Judith was al eens eerder in China,
voor het WK. Toen bezocht de se
lectie onder meer toeristische
hoogtepunten. Broer Michiel zal
ze er niet voor weten te porren.
„Ik heb in tien jaar tijd als interna
tional nog nooit een foto gemaakt.
Nergens." Judith lacht om zijn
houding, ze erkent dat softbalsters
anders in elkaar steken. „Wij vin
den het bovenal geweldig om mee
te maken."
De twee zijn het erover eens dat
zij het meer van haar talent moet
hebben. „Ik bleek gewoon heel
hard te kunnen gooien, ben toen
gaan pitchen." Het is weieens na
delig als het je betrekkelijk eenvou
dig aan komt waaien, dan ont
breekt de focus soms wat. Michiel
merkte dat op bij zijn zus. Hij sti
muleerde haar voor de broodnodi
ge krachttraining met hem naar
een andere sportschool te verhui
zen. Michiel spiegelde zijn zus wel
duidelijk voor dat hij haar wilde
helpen, maar dat hij wel wat mede
werking verwachtte. „Judith be
gon hele gesprekken als er andere
meiden van het softbalteam kwa
men voor de krachttraining. Ik
praat met niemand. Dat heb ik
van haar ook gevraagd. Anders ga
ik naar huis. Wie wil praten, doet
dat maar lekker thuis op de bank."
\ésss^ PZC Donderdag 31 juli 2008 43
E
en spelletje? Toen
ze nog kinderen wa
ren, draaide dat al
tijd uit op bonje.
Hooguit een half
uur ging het goed,
daarna kregen Ju
dith en Michiel van Kampen mot.
Nu zitten ze ruim een uur naast el
kaar op de bank. Zonder moeite,
al zijn ze het lang niet altijd met el
kaar eens. Judith: „Maar ik ben
wel trots op m'n broer. En hij? Ik
denk dat hij soms stiekem ook wel
een beetje trots op mij is."
Michiel kijkt voor zich uit. Knikt.
Hij, met zijn 32 jaar de oudste van
de twee, heeft zo zijn eigen manie
ren om zich te uiten. Een grote ma
te van nonchalance hoort daarbij.
Stoerheid ook. „Een honkballer
gaat nooit lachend op de foto."
Judith, 29 jaar en net als haar
broer woonachtig in Haarlem,
heeft daar minder moeite mee.
Sinds de softbalsters zich aan het
eind van de vorige zomer voor de
Olympische Spelen plaatsten, is er
genoeg reden voor vrolijkheid.
Nog niet zo lang geleden was Ju
dith nog jaloers op broerlief, die
telkens weer nieuwe kleding van
de bond had. Aan caps, shirts, bril
len geen gebrek. Geregeld kreeg de
pitcher een nieuw kloffie. De
A-status van de honkballers deed
wonderen, in de ogen van de soft
ballende zus had Michiel het hele
maal gemaakt. Het was een stimu
lans er nog harder aan te trekken,
want dat wilde ze ook!
Sinds de softbalsters zich voor Pe
king plaatsten, loopt de eveneens
pitchende Judith er ook altijd net
jes bij. Is het gedaan met versleten
broeken en shirts en komt er zo
nu en dan een nieuw paar sokken
uit de kast. „En dat hebben we alle
maal zelf voor elkaar gekregen!"
Hun vader was masseur bij het
honkbal. „Zo ben ik begonnen. Ik
heb nog wel geprobeerd te voetbal
len, maar honkbal ging beter", her
innert Michiel zich. Judith, die op
haar 15e na eerst te hebben ge
turnd alsnog ging softballen, grin
nikt: „Ik ging altijd wél kijken."
Michiel en Judith van Kampen zijn klaar voor hun laatste Olympische Spelen.
fg»r '4v*' wZwfcÊSgSp