Water van boeren stroomt naar Peking 'Grootste deel geld verdwijnt in zakken van de ambtenaren' 42 I Donderdag 31 juli 2008 PZC -- Peking heeft te weinig water. Om zeker te zijn dat tijdens de Spelen geen kraan droogvalt, moeten boeren in de re gio water afstaan aan de hoofdstad. „We leren zui nig te zijn, nemen soms weken geen bad." door Remko Tanis foto's Frans Schellekens wijgend staart Lee Liu naar de bodem. Sinds vo rig jaar staat de zes meter diepe waterput op haar akker droog. Op de bodem waait zand rond. 'Project Waterbesparing, bron r' staat er op een bord naast de put, zonder enige ironie. Op de akker steken nieuwe maïs- planten boven de grond uit. Ze zijn afgedekt met plastic, zodat het weinige vocht dat er over de plan ten is gegoten, niet snel verdampt. De hitte doet zelfs het asfalt op de weg smelten. Het betonnen irriga tiekanaal langs de akker staat net zo droog als de waterput. Er ligt vooral afval in, lege sigarettenpak jes. „Alleen als er de komende maanden genoeg regen valt, kan de maïs na de zomer worden geoogst", zegt Lee (43). „Vorig jaar is dat niet gelukt." Op alle akkers in deze streek van de provincie Hebei, vier uur rijden ten noorden van Peking, is de si tuatie hetzelfde. Water zou er geen probleem hoeven zijn: de ri vier Chao snijdt dwars door de streek. De heuvels zijn groen. Het snelstromende, schone water is op de stille akker van Lee goed te ho ren. Maar Lee en haar collega-boe rinnen mogen er niet aanzitten. Het water moet naar Peking, om de Spelen nat te houden. Sinds vorig jaar verbouwen de boe rinnen van het gehucht Suwu Miao geen rijst meer, maar maïs. Daar is minder water voor nodig, maar het levert ook veel minder op. Per mu (666,66 vierkante me ter) krijgen de boeren 450 yuan voor de maïs, bijna 45 euro. Dat is twee keer minder dan de prijs voor rijst. Daarom werken er ook vooral vrouwen op de akkers: hun mannen zijn verhuisd naar de stad om bij te verdienen als bouwvak ker. Van de oogst alleen kunnen de zevenhonderd families in Suwu Miao niet meer leven. „De over heid zegt dat ze ons verlies com penseren", zegt Lee. „Het grootste deel van dat geld zien we nooit. Dat verdwijnt in de zakken van de lokale of provinciale ambtenaren." Voor Lee is er niets anders te doen dan lijdzaam horen hoe de rivier achter haar akker wild stroomt, ter De rivier stroomt vlak bij de akker, maar bevloeien mag alleen met emmertjes. wijl haar putten droog staan en het gewas nauwelijks groeit. „Al leen als we met emmers schep pen, mogen we het water uit de ri vier gebruiken", zegt Lee. „Maar het kanaal en de putten moeten droog blijven. Met een emmer je hele akker vochtig houden, dat kan niet. Ook thuis hebben we ge- leerd zuinig met water te zijn. Sommige mensen nemen nog vaak een bad, eens per drie dagen. Maar er zijn er ook die dat al we ken niet meer deden." Enkele akkers verderop sjouwt Zhao Zhiyun (55) twee emmers water uit de rivier. Zij verving de rijst op het land voor bonen. „Olympische bonen!" lacht Zhao haar zilveren tand bloot. „Dit is eten voor de atleten in Peking!" Zhao is minder somber dan Lee. Ze is de vrouw van de partijbaas van het dorp. Zhao is trots dat ze door het planten van bonen bij draagt aan de Spelen. „We mogen van de gouverneur geen water door het irrigatiekanaal laten lo pen. Geeft niets. Bonen hebben amper water nodig. En we krijgen genoeg geld als compensatie." Het aantal protesten van boeren in heel Noord-China over het water tekort neemt toe. Lee is er gelaten onder dat het water waar ze jaren lang de akkers mee bevloeide nu voor Peking is. „De Spelen zijn ook belangrijk", zegt ze aan de rand van een tweede droge put. Aan de andere kant van de zand weg stroomt de rivier. Lee kijkt er naar. „Soms is de verleiding te groot, dan tappen we illegaal water uit de rivier voor onze gewassen. Maar nooit te veel, dat zou opval len. Wat ons vooral kwaad maakt, is dat lokale bestuurders onze ver goeding achterhouden." Boerinnen bij het gortdroge irrigatiekanaal.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 44