Te lief is altijd fout Van onze correspondent s 'Eén smak en je haalt de finish niet' o in co in in cs U M O. in r*. PZC zaterdag 26 juli 2008 00 O O «V «O ïrt ac U N O. 00 CM fv Q£ O m <N u N o. co o r* aó in CC O 60 O O CS s 00 SC O m es u N O. 00 O O rs a 09 m De Mikke kenmerkt zich door een grote zorg en betrokkenheid bij het leed van allerlei soorten dieren. Of het nu kleine konijntjes en egels zijn, of roofvogels. Maar goed zijn is niet hetzelfde als lief zijn, waarschuwt Coby Louwerse. „Het zijn immers geen knuffeldieren." De jonge havik die drie weken bij De Mikke heeft kunnen aansterken, is een week gele den losgelaten. Hij kon weer zelf levend voedsel vangen. Nu gaat de aandacht uit naar twee jonge ransuiltjes die als heel kleine kuikens zijn binnen gebracht. Sinds een paar dagen zitten ze in de grote volière. Ook zij kunnen al levend voedsel vangen. Als het weer goed is, gaan ze los. Vorige week vertelde Coby Louwerse nog dat de egeltijd was aangebroken. „Maar ja, we zitten nu ook echt in de roofvogels", lacht ze. Want er is inmid dels ook een jonge steenuil aan haar zorg toevertrouwd. Het beestje is opge kweekt door mensen en moet weer 'te rug naar af. „Hij moet weer uil worden. Hij is ver keerd ingeprent omdat hij altijd zijne ten heeft gekregen van mensen. Terwijl de mens eigenlijk een vijand is van de uil. Deze steenuil ziet de mens als voed- selbrenger en is dus niet meer bang voor zijn vijand. Dat moet hij wel zijn en dat gaan wij hem Ieren." Hoe? Hij komt in een geblindeerde vo lière, krijgt alleen het hoognodige, er wordt niet tegen hem gepraat en het eten wordt door een kleine kier naar binnen gegooid. Dat moet hij dan zelf maar zien te pakken. En ook niet elke dag even veel, want in de natuur wis selt het ook per dag. Louwerse: „Zo maken we hem weer schuw voor mensen. Want hoe goed mensen het ook bedoelen, te lief is al tijd fout in het geval van zulke dieren. Het zijn immers geen knuffeldieren, ook al zien ze er nog zo schattig uit. Wij zijn dus niet lief voor ze, wij zijn goed voor ze. Dat is echt wat anders." En o ja, het nest jonge torenvalkjes dat een tijdje geleden uit Oostburg naar De Mikke is gebracht door een 12-jarige jon gen, doet het goed. Ook de valkjes die erbij zijn gekomen uit andere nestjes groeien goed. Ze zitten allemaal in één volière, worden niet meer dwangmatig gevoerd maar eten nu zelf Muizen en kuikens; met z'n negenen werken ze er honderd per week weg. De torenvalkjes zitten inmiddels keurig in de veren. Ze vliegen ook al een beetje en moeten nu leren levende prooien te vangen. Maatje Kesteloo (80) uit Vrouwenpolder woonde tot haar 45ste in Gapinge. Ze was de oudste van een gezin met acht kinderen. Haar moeder Leuntje Kesteloo-Dingemanse was bijna twintig jaar correspondent voor de PZC in Gapinge. ^Ventei am verwaai wm de mc wt Mijn vader, Lourus Kesteloo, was smid. En voor hon derd gulden per jaar wond hij elke dag de klok van de kerktoren in Gapinge op. Hij luidde ook de klok bij begrafenissen en bruilof ten en stak de vlag uit op de toren als daar aanleiding voor was. Mijn vader werkte buitenshuis en bemoeide zich niet met het huishouden. Daar ging mijn moeder over. Ook over het geld. Rond 1950 werd mijn moeder corres pondent voor de PZC in Gapinge. Mijn zus had, toen wij door de inundatie naar Kloetinge waren geëvacueerd, in Goes voor typiste geleerd en was in 1948 bij de PZC gaan werken. Het kan toor zat toen nog aan de Londensekaai in Middelburg; de drukkerij was in Vlis- singen. Ze hadden aan m'n zus ge vraagd of zij correspondent wilde wor den, maar die zag dat niet zitten. Mijn moeder wel. Ze heeft het gedaan tot 1968. Toen werd mijn opa ziek en had ze er geen tijd meer voor. Het was bij zonder dat een huisvrouw correspon dent was. Ik heb nooit gehoord over an dere vrouwen die dat deden. Mijn moeder schreef haar stukjes voor de PZC met de hand. Ze legde er altijd een blauwtje onder. Ze kreeg zestig cent per kranteregel. Mijn zus nam de stukjes mee naar Middelburg of mijn moeder stuurde ze op in gefrankeerde enveloppen die ze van de PZC kreeg. Er stonden toen nog geen namen bij de stukjes. Wel: 'van onze correspondent' en dan 'Gapinge'. Elke week leverde ze wel een paar stukjes. De berichten gin gen over van alles wat er in het dorp ge beurde. Een brand in een schuur; een vergadering van de vrouwenvereniging; een uitvoering van de zangvereniging; een paard dat op de loop was gegaan; een straat die verlegd werd; de elektrici teitskabels die ondergronds gingen en de komst van de telefoon. Er heeft ook weieens een stukje over onszelf in de krant gestaan. Toen was er een pot geld gevonden in het oude huisje naast de smederij waar de kleermaker had ge woond. Een emmer vol oude guldens en rijksdaalders. Nog met Willem II en Willem III erop. Mijn moeder schreef de stukjes 's avonds. Het waren goede stukjes. Ze had ook een goed handschrift. Toch had ze alleen lagere school gehad. Ze heeft altijd heel veel gelezen. Als m'n vader 's avonds om tien uur naar bed ging, ging m'n moeder lezen. Soms wel tot half twee. Als je dan zei: 'Moe, moet je niet naar bed?', zei zij: 'Nee, het is Leuntje Kesteloo-Dingemanse (foto uit 1958). veel te mooi'. Ze praatte met ons over wat ze las, bijvoorbeeld over Tolstoi en Sint Petersburg. Mijn moeder heeft een zeer werkzaam leven gehad, was altijd bezig. Toch was ze ook altijd opgewekt en had ze ple zier in het leven. Ze werkte graag in de tuin. Het kon ook gebeuren dat ze 's avonds om elf uur nog met m'n oudste broer meeging om op paling te vissen. Gewoon, omdat ze dat leuk vond. Maar ze was ook streng; oprecht maar streng. Heel soms zei ze: 'vraag dat maar aan je vader'. Dan waren wij er al uit, want die zei altijd ja. Heeft u een Zeeuws verhaal? Vertel het de PZC. Via uwverhaal@pzc.nl of Postbus 31, 4460 AA Goes of 0113-315663 (Jan van Damme). Zie ook: www.pzc.nl. O 00 O O (NI I 00 m fN. T eroen van Gastel (35) uit Goes herstelt I van lymfeklierkanker. Hij traint nu I voor de honderd kilometertocht van ae Ride for the Roses. De PZC volgt hem in de aanloop naar zondag 31 augustus. Nog dik een maand en dan moet Jeroen zijn 'grote mond waarmaken'. Dat betekent dat er de komende weken hard moet worden getraind. Ook om de buik weer strak te krijgen. Na ruim twee weken geluier onder de Proven- gaalse zon, met een gambaatje hier en een wijntje daar, heeft die namelijk zijn territorium aardig uitge breid. „En we zijn nog niet thuis of we worden alweer uitgenodigd voor de volgende barbecue." Mede dankzij de vakantie voelt Jeroen zich een stuk sterker dan een maand ge leden. „Ik heb tijdens de vakantie nau welijks aan mijn ziekte gedacht. Ik voel me super, alsof ik morgen de Hautacam kan beklimmen." Voorlopig traint hij drie keer week op ÖO vlakke Zeeuwse dreven. „Een rit van 70 kilometer, verder ben ik nog niet ge gaan. De komende maand moet ik een paar keer die too kilometer rijden, en wel op tempo. Tijdens de Ride, als je met 7500 anderen in een peloton fietst, moet je 25 tot 30 kilo meter per uur rijden. Daar ben ik niet zo bang voor, eerder voor valpartijen. Eén smak en je haalt de finish niet. Daar moet ik niet aan denken." Jeroen van Gastel Stichting'PZC Middelburg helpt' Rekeningnummer: 40.26.67.794

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 138