25 spectrum
Ze was de gedoodverfde kandidaat om SP-leider Jan Marijnissen op te volgen en deed dat ook.
Agnes Kant weet dat het zwaar wordt om de charismatische 'Tovenaar van Oss' te doen
vergeten. Ze is nog zoekende, maar het zware werk heeft ze nooit geschuwd. „De Nederlandse
bevolking moet vertrouwen in mij krijgen."
Ik hoorde nog nooit iemand
zeggen: die Kant heeft geen
affiniteit met gewone mensen'
PZC
Zaterdag 26 juli 2008
door Laurens Kok foto's Joel van Houdt/GPD
ze als moeder dingen heeft gemist. „Ik
zorgde dat ik er bij was als de kinderen
een uitvoering op school hadden of naar
de dokter moesten. Omdat ik enorm veel
aan mijn kop had, je zit nu eenmaal in de
politiek en dat laat je moeilijk los, zat ik
met mijn gedachten vaak ergens anders.
Dat had misschien anders gekund, maar
aan de andere kant: je bent nu zoals je
bent."
Kant wist dat Jan Marijnissen gezien zijn
gezondheid nadacht over zijn toekomst als
SP-leider. Ze besefte donders goed dat als
Marijnissen er de brui aan gaf, zij de ge
doodverfde opvolger zou zijn en dat ze
waarschijnlijk geen 'nee' zou zeggen. „Al
neemt dat niet weg dat ik die keuze heel
bewust heb gemaakt. Ik was er klaar voor,
wilde het ook doen. Thuis had ik het goed
besproken. Mijn man wist hoe het zou
gaan lopen als het zover was. Hij staat ach
ter mijn beslissing:"
Toch was Kant flink overdonderd toen Ma
rijnissen haar tijdens een etentje bij de
Griek het nieuws van zijn definitieve af
scheid vertelde. „Ik realiseerde me ineens:
hij gaat écht een stapje terugdoen. We heb
ben veertien jaar samengewerkt. Het was
emotioneel, we hebben lang gepraat. Nee,
ik heb na dat etentje niet meteen mijn
man gebeld. Ik heb de nacht in behoorlijke
eenzaamheid met mezelf doorgebracht."
Kant lijkt niet te benijden. De SP steelt
vooralsnog niet de show als belangrijkste
oppositiepartij en ook in de peilingen is de
partij weggezakt. Daar komt nog bij dat de
academicus Kant een heel ander profiel
heeft dan de arbeider Marijnissen, met wie
de socialistische kiezer zich gemakkelijk
kon identificeren.
Toch weigert Kant haar afkomst als handi
cap te zien. Fel: „Ik heb misschien nooit in
een fabriek gestaan, maar dat betekent niet
dat ik me niet kan vereenzelvigen met
mensen die daar wel werken en worden
bedreigd in hun ontslagrecht. Jan voerde
ook het woord over onafhankelijkheid van
het hoger onderwijs en toen zei toch ook
niemand: daar kan hij niet over meepra
ten? Ik heb nog nooit iemand horen zeg
gen: die Kant is dat wetenschappelijke
meisje dat geen affiniteit heeft met gewo
ne mensen."
Op haar eigen terrein, de gezondheids
zorg, spreekt ze de taal van de straat. Dan
heeft ze het over mensen op een wacht
lijst, die doodgaan of ouderen die in de
poep liggen. Ze is zich ervan bewust dat ze
soms een verbeten indruk maakt, al vindt
ze dat die verbetenheid door de pers is uit
vergroot „Dan vindt opeens iemand dat
en nemen anderen het over. Die beeldvor
ming kun je nauwelijks veranderen."
Zelf noemt ze zich liever strijdbaar. „Daar
lijkt me niets mis mee, al zal er in de nieu
we rol als fractievoorzitter een extra laag
bij moeten. Ik moet meer visionair wor
den. Niet dat ik nu geen visie heb, maar
die moet ik meer laten zien. Daar hoort
een bepaalde presentatie, uitstraling bij.
Daar zoek ik nog naar."
Kant voelt de druk. Van de pers,
van de kiezer, maar ook van de
actieve SP-leden. Telkens zal ze
worden vergeleken met haar il
lustere voorganger, die haar bij zijn af
scheid opzadelde met de enorme opdracht
dertig zetels te halen, vijf meer dan nu.
„Ja, Jan is een lekker dier", lacht ze. „Even
serieus: met die ambitie is niets mis. Daar
heeft de SP nooit een geheim van ge
maakt. Natuurlijk zouden 25 zetels ook al
heel mooi zijn, maar we moeten ervoor
zorgen dat na de volgende verkiezingen
niemand nog om de SP heen kan. Vorige
keer zijn we bewust buiten de deur gehou
den.
„Ik moet de komende tijd vertrouwen win
nen. De Nederlandse bevolking moet ver
trouwen in mij krijgen. Iedereen dacht na
tuurlijk: met Kant aan het roer gaat de SP
zakken, maar ik denk dat er genoeg ver
trouwen in de partij is. Of dat ook voor
mij als leider geldt: ik weet het niet."
Ze houdt even in. Dan, vastberaden: „Als
het gaat om leiden van de fractie en met
mensen samenwerken: dat dóe ik al tien
jaar. Jan was fractievoorzitter, ik secretaris.
Hij zette politieke lijnen uit, deed het frac-
tieoverleg, prikkelde en inspireerde men
sen, ik runde de tent. Nu ben ik fractielei
der en moet ik inspireren. Gelukkig zit Jan
nog in de fractie om mij te adviseren."
Kant is niet bang dat Marijnissen haar
voor de voeten zal lopen, dat hij a la Hans
Wiegel als een 'Orakel van Oss' zijn in
vloed op de SP blijft uitoefenen. „Jan zal
een belangrijke factor blijven, ik ken die
man al zo lang! Maar ik moet met een ei
gen verhaal komen, moet zelf nadenken.
Het zou onverstandig zijn als ik straks
voor de Algemene Beschouwingen op ]an
afstap om te vragen hoe hij erover denkt
en dat vervolgens opschrijf. Het moet uit
mezelfkomen."
De SP voert nog niet de oppositie die Kant
zou willen zien. „De fractie moet brutaler
Agnes Kant
P- Dr. Agnes Catharina Kant is geboren op 20
januari 1967 in het Duitse Hessich-Olden-
dorf.
Woont in het Gelderse stadje Doesburg en is
getrouwd. Ze heeft twee dochters.
Opleidingen: Vwo aan het Stedelijk Lyceum
Zutphen, Gezondheidswetenschappen aan de
Katholieke (nu: Radboud) Universiteit Nijme
gen. Gepromoveerd in 1997.
1989-1994: Wetenschappelijk medewerker
epidemiologie.
1994-1998; Gemeenteraadslid voor de SP in
Doesburg.
1994-1998: Beleidsmedewerker Tweede Ka
merfractie SP.
Sinds 1998: Tweede Kamerlid.
Fractievoorzitter Socialistische Partij in de
Tweede Kamer.
worden", stelt ze. Vooral de nieuwe SP-Ka-
merleden moeten meer een voorbeeld ne
men aan hun collega en SP-icoon Remi
Poppe, die net 70 is geworden. „Poppe bijt
zich vast in zaken die niet in de politiek,
maar wel in de samenleving spelen en
brengt die onderwerpen vervolgens de Ka
mer binnen. Zo moet het.
„Ik bedoel dat niet als kritiek op de frac
tie", haast Kant zich te zeggen. „Het heeft
ook te maken met onze nieuwe positie als
grootste oppositiepartij, daar moet de SP
aan wennen. We doen nu aan alle debat
ten mee. Toen we nog met z'n vijven wa
ren, kon dat niet en beperkte je je tot de
belangrijkste dossiers. Nu wil het wel eens
zo zijn, dat je te veel wordt meegezogen
door de lopende agenda van de Kamer in
plaats van dat je daar buiten treedt. Boven
dien hebben we te maken met een kabinet
waar weinig uit voortkomt. Het is doodtij.
Dus moeten we zelf met voorstellen ko
men. Dat doen we ook al, maar Poppe is
toch net een tikkeltje brutaler dan de rest."
Kant ontkent dat de SP het echte oppositie-
werk uit handen gaf aan andere partijen.
„Wij zijn de beste oppositiepartij", stelt ze
resoluut „Dat je leuk een debatje kan
doen, zoals meneer Pechtold, is niet wat
telt. Oppositie werkt op langere termijn.
Hoe vaak zijn er niet voorstellen van ons
verworpen, die een jaar later toch zijn aan
genomen? Zie de kleinschalige verpleeghui
zen: het kabinet moet nu met een voorstel
komen. De aandacht voor de publieke sec
tor is terug. Wat dacht je van de topsalaris
sen? De Balkenende-norm is een idee van
Marijnissen. Die successen worden niet al
tijd direct op ons conto geschreven, maar
dat doen we zelf natuurlijk wel."
In augustus hoopt Kant nog even op va
kantie te gaan. Haar dochters willen niet
meer mee, al zijn ze voor een weekeinde
Barcelona misschien nog wel te porren. Zo
dra ze terug is, draait alles even om de Al
gemene Beschouwingen. Daar wil ze zich
laten zien. „Ik ga behoorlijk uitpakken met
de publieke sector. Samen met de armoe
de is dat het belangrijkste thema. De men
selijke maat is zoek, de markt lost dat pro
bleem niet op. Nederland moet weten dat
wij het beter weten en ik leg er eer in dat
te mogen verwoorden. Het is heel mooi
dat je het mag opnemen voor de mensen
die je net die maandag in het verpleeghuis
hebt opgezocht en in de Kamer kunt zeg
gen: ik heb dat gezien, dat klopt niet. Het
zou raar zijn als je dat niet streelt. Anders
moet je niet aan deze baan beginnen."