Buitengebied oase van rust PZC Zaterdag 26 juli 2008 I 9 !/ulp Langs de oevers van de Schotsman aan het Veerse Meer liggen schraal begroeide graslanden. toekeren. Bij het betreden van het door bos omzoomde weiland is het meteen raak. Twee reeën spe len krijgertje. De Keuning: „Zacht jesaan gaat de bronst beginnen. Ze zijn er wel vroeg bij. Ik schat dat er in het gebied zo'n 30 reeën lopen. De dichtheid is redelijk hoog. We doen niet aan populatiebeheer. De jacht is er al zeker zes jaar uit. Dit is een kerngebied voor vogels en wild, daar past geen jacht in." Ook voor het destijds ingeplante bos - een noordelijk en zuidelijk deel - geldt zo weinig mogelijk menselijke ingrepen. Staatsbos laat het gewoon groeien. Hooguit wordt hier en daar wat gedund om meer licht op de bodem te krij gen en zo de ondergroei te bevorderen. Dood hout blijft liggen; goed voor paddenstoelen, insecten en diverse vogelsoorten. Vijfjaar geleden zijn in de zoom van het noordelijke bos vijf 'happen' gekapt. Bomen zijn vervangen door struiken om een aantrekkelijk leefgebied voor vlinders en andere insecten te krijgen. Zoals het bruine zandoogje dat rondfladdert en een wegspringende krekel. Als het zonnetje schijnt concerteren ze uitbundig. De vogels laten zich niet veel zijn. Het is een rustige tijd, weet De Keuning, die wel de kleine karekiet en tjiftjaf hoort zingen. „Dit jaar heeft er voor het eerst een havik gebroed. Van het voorjaar zag ik een visarend wegvliegen met een vis in z'n poten. Dat was de eerste keer op de Schotsman, een toevalstreffer." Aan de kant van het Veerse Meer is er meer vogelleven. Een wulp scharrelt eten op in het slik, op palen zitten aalscholvers hun veren te drogen. Van de verzilting van het Veerse Meer is niet zoveel te merken, mede door de aanwezigheid van een grote zoetwaterbei onder de plaat. Wel zijn zeeaster - die in Zeeland lamsoor genoemd wordt - en het paarsbloemige melklcruid aanwezig. Het zijn vooral de planten die de show stelen. Het lijkt alsof De Keuning voorleest uit een flora. Kattenstaart (een plant van de overgang nat-droog), heggewikke, witte en rode klaver, harig wilgenroosje, wolfspoot en het gele Jacobskruiskruid. Dat wordt deels machinaal verwijderd, omdat het vanwege de ongunstige effecten bij paarden niet in het hooi terecht Wandelen bij de Schotsman mag komen/Tussen de klaver schuilt een jonge bruine kikker. Verschillende soorten ogentroost en inderdaad, de kleverige kleeft. Een uitgebloeide ratelaar maakt duidelijk waar de naam vandaan komt: de zaadjes rammelen in de doosjes. „Moet je kijken, die variatie. Naast gewone soorten staan er ook heel wat die op de Rode Lijst van bedreigde soorten staan", merkt de boswachter op. De foto Willem Mieras overgang van het vochtige naar het drogere deel is prima aan de hand van de plantengroei af te lezen. „We zijn eraan gehouden dit zo goed mogelijk in stand te houden. Hoe meer soorten, hoe interessanter. Die biodiversiteit hè." Her en der schiet de kale jonker op. Een distelsoort, met en vrij kale stengel. Overal orchideeën, zoals de moeraswespeorchis. „Als haren op een hond, waar vind je dat?", prijst De Keuning. Ook de fragiele parnassia is nadrukkelijk aanwezig. Hij plukt een handjevol reukgras. „Als je het kneust is het alsof je de geur van ouderwets hooiland ruikt. Dat staat niet meer in bemeste weilanden. Wanneer je veel reukgras hebt, weet je dat je goed zit met je schraallandbeheer." Het gebied mag er bij een eerste aanblik misschien wat eentonig uitzien, van nabij gezien staan de weilanden - die door maaien en afvoeren zo schraal mogelijk worden gehouden - vol afwisseling. Een palet vol kleuren. Veel geel, paars en roze, maar wit en blauw zorgen voor verfijning. De Keuning: „De Schotsman is heel gevarieerd. Je kunt het niet in één plaatje vangen." Zelden Rust Nieuwlands Rust Eén medaille met twee kan ten: één werkelijkheid maar met twee tegengestelde aspec ten apart belicht: dat is de naamgeving van de Zeeuwse hoeves die öf de rust, öf de onrust, het gebrek aan rust, re flecteren. Rust en Onrust zijn voor mij persoonlijk ook de typisch Zeeuwse synoniemen voor Emergo en Luctor. Je kunt pas ontzwemmem en tot rust komen als je je eerst ontworsteld hebt aan de zee of een andere hindernis. Je op een hoeve vestigen is een daad die rust en zekerheid geeft - Rusthoeve (Colijns- plaat) of Nieuwlands Rust (Nieuw en St. Joosland). Maar maak je geen illusies, ook op die hoeves zullen in le ven, werken en wonen bar onrustige periodes voorko men. De onzekerheid van het boerenbestaan, waarbij je zo zeer afhankelijk bent van het weer, de macht en de grillen van het klimaat, krijgen een uitlaatklep in namen als: Zel- denrust (o.a. Gapinge), en Re pos Ailleurs (diverse plaat sen). Rust na Onrust, een voormalige historische hoeve op Schore (inmiddels afgebro ken) kan natuurlijk altijd, aan gezien deze naam aandacht schenkt aan beide aspecten, zij het op nogal statische wij ze. Arendsrust, en Klein Arendsrust, dien je vooral te zien in combinatie met de La tijnse spreuk die deze namen begeleidt. Die houdt onge veer in dat een majestueuze vogel als een arend zich niet bezighoudt met klein gebeu zel, maar zich uitsluitend op het "grotere en hogere" richt. Rust na Vlijt lijkt vooral ge richt op rurale of pastorale pensionado's. En Rust Roest slaat op een boer die te lang achterover heeft geleund zon der veel uit te voeren. Gerard Smallegange Bruine kikker PZC Felix Binicewicz

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 117