gaat flierefluitend door het leven spectrum 24 PZC Zaterdag 19 juli 2008 Erik de Zwart Typisch Erik de Zwart: makke lijk praten, moeilijk stilzitten. Letterlijk en figuurlijk. In zijn kantoor in een chique Hilver- sumse wijk moet hij telkens even opstaan om een telefoontje te beant woorden of iets op de computer op te zoe ken. Een druk baasje, dat naar eigen zeg gen de meest gekke dingen heeft meege maakt. „Ik verveel me nooit. Pas sinds ik een managementfunctie bekleed, heb ik meer regelmaat." Sindsdien begint de werkdag niet voor half tien, na het naar school brengen van de dochters Merel (9) en Jasmijn (7). Ver war regelmaat niet met sleur, iets waar voor hij allergisch is. „Net als iedereen denkt dat het allemaal aardig op de rit staat, gooi ik alles weer overhoop. Soms kunnen mensen me wel schieten, ja", zegt hij geamuseerd. De Zwart verdiende ruim twintig jaar gele den al een jaarsalaris van een half miljoen gulden toen hij Veronica verliet voor de Tros. „Met geld drukken we nu eenmaal uit hoe we elkaar waarderen in deze we reld en je moet ergens van leven", stelt hij simpel vast. Zes jaar geleden stopte de ge boren Amsterdammer zijn werkzaamhe den als dj. Het was mooi geweest. In 2005 liet hij Radio 538 achter zich, het radiosta tion dat hij in 1992 opzette. Hij blaakt van zelfvertrouwen. Dat is niet altijd zo geweest. Als jongetje van een jaar of 8 werd hij veel gepest op school. „Ik had wel vriendjes hoor, maar ik was altijd langer dan de rest van de klas, een beetje een slungelig type. Pesten is lang een pro bleem geweest. Ik heb in Amsterdam- West geleerd dat ik er op los moest slaan als ik vond dat ik verkeerd begrepen werd. Dat was gewoon nodig. Ik liet wel met me dollen, maar niet met me sollen. Dat is nog steeds zo: je kunt met mij heel ver gaan, maar als je over een bepaalde grens heengaat, dan knal ik keihard terug. Ik ver geet ook niets. Een soort olifant." Nog zo'n rode draad in De Zwarts leven: alleen maar leuke dingen doen. Als 13-jari- ge bezocht hij al popfestivals. „Van een keurig jongetje was ik op de middelbare school binnen een jaar tijd volledig ver pest. De vrijheid van het leven lonkte, ik bleef meteen zitten in de brugklas. Nog steeds doe ik alleen wat ik leuk vind. Ik ge niet er van, beleef het leven intens. Het gaat allemaal veel te snel en er is nog nooit iemand teruggekomen uit het hierna maals." Genieten is geen probleem. „Ik zie leeftijds genoten die eigenlijk al dood zijn, maar ze weten het zelf niet. Ze hebben nog een hartslag, maar ze doen niets meer. Zij ne men het leven zoals het wordt opge diend." Alles in het leven is maakbaar, is Erik de Zwarts overtuiging. Ook geluk. „De tsjakka- verhalen van Emile Ratelband zijn natuur lijk allemaal waar. Ie gaat wel eens op je ge zicht, maar je moet niet denken: 'zie je wel, het wordt toch niets'. Alles wat je wilt, kun je leren, als je je er maar voor in zet. Ik heb al vijfentwintig keer mijn jeugd dromen laten uitkomen. „Toen ik 18 was, vond ik het geweldig wat er uit de radio kwam. Die mannetjes als Ferry Maat en Lex Harding, dat wilde ik ook. In die tijd was het iets ingewikkelder dan nu omdat je maar één radiostation had. Hilversum 3, met zes, zeven omroe pen. Ik heb een band en een briefje naar Lex Harding gestuurd en naar de KRO. En verdomd, bij allebei aangenomen! Toen had ik een probleem, ik koos natuurlijk voor Veronica. Ik wilde de beste dj van Ne derland worden en waarom niet? Nou dat is allemaal gelukt." Een harde schaterlach vult zijn kantoor. Aan Nederlandse bescheidenheid doet hij niet. „Ik heb van 538 de beste radiozender gemaakt en dat gaan we nu weer met Ver onica doen", verwijst hij naar zijn nieuw ste overstap. Hij beseft dat hij in zijn leven veel geluk heeft gehad. „Aan de andere kant kun je ook een boel aanleren. Ik had een te Am sterdams accent, vond Wim van Putten bij de ziekenomroep van de VU. Dat was ook zo. Daardoor was ik technicus, maar ik wil de natuurlijk dj worden. Dat gaat me ver dorie niet gebeuren, dacht ik. Thuis voor de microfoon heb ik net zo lang hardop kranten voorgelezen totdat het Amster damse accent er echt uit was. Daar heb ik een jaar over gedaan, maar ik kreeg het mooi wel voor elkaar." Zie De Zwart als een soort ontdekkingsrei ziger in eigen land. Het maakt hem niet uit waar hij heen gaat, als hij op de ingeslagen weg alles er maar uit haalt wat er inzit. „Ik ben een perfectionist Of ik nu in de tuin bezig ben of met treinen, het moet ge woon goed. Dat is discipline, kun je ge woon leren." Bij de eerste kabelpiraat Radio Uni que maakte De Zwart dertig jaar geleden als nieuweling program ma's op zijn eigen manier. „Het gaat er niet om wat voor muziek ik leuk vind, maar mijn luisteraars. Dat was nieuw. Omroepen als Hilversum 3 vonden het geschreeuw wat wij maakten inhouds loos gebral. Dat was ook précies wat men sen leuk vonden." Opnieuw een triomfantelijke lach. „Dat is geen belediging. We draaien plaatjes, laten we het niet ingewikkelder maken dan het is." Die grote mond heeft hij van zijn moeder, ook 'de bijdehandste van de twee'. „Als ie dereen thuis zijn woordje weet te doen, moet je ook flink kunnen kwaken, anders kom je er niet overheen. Daar is de basis voor een diskjockey gelegd." Het lijkt wel of alles waar De Zwart zijn

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 108