Duidelijk 'n draadslachtoffer Tf Zuunig op Zeeland i 1 1 Bofkont moet wel factor 50 smeren cc 1/entei cwa ven&zat ootet 't ^eeuouoe c&Haqo- m 00* PZC zaterdag 12 juli 2008 De Mikke doet er alles aan om bijna dode dieren springlevend te krijgen. Dus als het toch misgaat, wil de opvang graag iets meer weten over de doodsoorzaak. Dan is de deskundigheid van Wim Phaff meer dan welkom om de diagnose te stellen. door Maurits Sep Dagelijks zit Phaff tussen de dode dieren. Hij ontleedt ze, onderzoekt ze, zet ze op. „De natuur is levend natuur het allermooist", grinnikt hij. De moeder-torenvalk die het onlangs niet redde bij De Mikke, heeft hij nader onderzocht. Ze was niet beschoten, zo als de boodschap was toen het dier werd binnengebracht, maar overleden aan de verwondingen van een botsing met, waarschijnlijk, schrikdraad. „Ze had een hele dunne snee in haar vleu gel en een schone breuk. Duidelijk een draadslachtoffer. Bij kogels versplintert het bot", luidt Phaffs diagnose. Zo maakte hij er al vele voor de vogel en zoogdierenopvang. „Ik ben er al van af het begin bij betrokken, 25 jaar dus. Maar ik onderzoek alleen dode dieren. Van levende dieren hebben dierenart sen veel meer verstand." De kennis die hij door de jaren heen heeft opgedaan, stelt hem in staat in één oogopslag te zien of een dier is overleden aan vergiftiging. „Ik kan niet zien aan welke stof precies, maar bij gif is sprake van een zware doodstrijd. Dan zie je bijvoorbeeld gras en grond tussen de klauwen en in de snavel zitten. Is er sprake van een infectie, dan zie je dat pas als je gaat snijden." Een paar uur per week besteedt Phaff aan De Mikke. „Even iets snijden, of iets wegbrengen naar de destructie. Ik heb ook de educatieve ruimte ingericht: foto's, teksten, vitrines, preparaten. Wat ik in mijn atelier maak, bijvoor beeld aan opgezette dieren, wil ik zo veel mogelijk mensen laten zien. Het is Stichting 'PZC Middelburg helpt' Rekeningnummer: 40.26.67.794 mooi als mensen er iets van leren." De moeder-torenvalk liet bij De Mikke vijf jongen na. Het gaat vast weer goed komen met ze. Beter dan wanneer ze niet in de opvang waren beland. Toch was het niet erg geweest om ze zoge zegd aan 'hun lot' over te laten, merkt Phaff op. „In een nest overleven ze nooit allemaal. Als er te weinig voedsel is, gaat de kleinste als eerste dood. Zijn broertjes en zusjes eten hem dan op. Dat is het verschil met de mens. Bij ons gaat het om het overleven van het indi vidu, bij dieren om het overleven van de soort. En met twee overlevende to- renvalkjes was dat al gelukt." 09 Verhalen voor eventueel q publicatie van lezers over i Zeeland en de Zeeuwen zijn sft welkom. Mail: uwverhaal@pzc.nl, schrijf naar PZC, postbus 31, CC 4460 AA Goes, of bel; 0113-315660 (Edith Ramakers). O LD IS u N O. fs 0 w IS u N CL 60 IS 06 Het Zeeuws imago is geweld aangedaan. Het onrecht be gon ergens in de jaren tach tig toen een redelijk lullig aandoend televisie-spotje een pakje bo ter liet aanbevelen door een Zeeuws Meisje, die heel jolig de rest van Neder land en de wereld toeriep toch vooral dat goedkope pakje boter te kopen 'geen cent tevêe, hoor....ons bin zuunig...!' Toen begon de ellende. Binnen de kort ste keren werd de Zeeuw door de rest van Nederland en de wereld geïdentifi ceerd als een notoire gierigaard, een krent, een bekrompen vrek, een provin- caaltje dat op z'n centjes zat. Ons trotse regionale Zeeuwse imago is volledig naar de Filistijnen. Daarvoor hebben onze voorouders dan eeuwen lang in de klei staan te ploeteren, oorlo gen gevochten, parkoenpaaltjes gesla gen, zware stormen weerstaan, zandzak ken gezeuld, overstromingen overwon nen en terroristische aanslagen op kok kels en mossels moeten ondergaan. Het dramatische van de situatie is het feit dat er een volledige misinterpreta tie heeft plaatsgevonden van één sim pel woordje. Voor hen is het woord 'zuunig' synoniem voor een verderfe lijk soort gierigheid en hier komen wij bij des Pudels Kern. Het woord 'zuunig' is kenmerkend voor de Zeeuw, het heeft; voor het Zeeuwse imago een bepalende beteke nis en heeft geen jota met gierig, krente rig of vrekkig te maken. Onze voorou ders hebben de Zeeuwse taal gevormd, de klanken gegeven en veel specifieke per dorp of eiland gebruikte termen er aan toegevoegd tot de huidige rijkdom van de Zeeuwse taele. Zoals bijvoorbeeld mijn Opoe, een ont zettende lieve vrouw. Wij en Opoe woonden eind jaren veertig, op Ans- west ('Hansweert' voor dummies). Op zaterdagmiddag moesten mijn broertje en ik altijd in de keuken in de teil schoongeschrobd worden van een weeklang ravotten in dat heerlijke dorp dat Hansweert toen was. Als jongste was ik altijd als eerste aan de beurt en na al het gespetter werd ik in m'n zondagse kleren gehesen en door m'n moeder naar Opoe gestuurd; die woonde een eindje verderop aan de Boomdiek, toen er nog bomen waren. 'Bel, bel, bel' riep Opoe dan bewonde rend als ik brandschoon en opgedoft de keuken in kwam rennen. Als beloning stond daar steevast een zelfgemaakte babbelaar tegenover en als ik dan heftig smekkend en zuigend de babbelaar had Eindelijk eens af van het imago zuinige Zeeuwen te zijn. weggewerkt, vond Opoe het weer hoog tijd dat ik weer 's naar huis ging. En mijn Opoe zei dan altijd, 'Allé, me joengsje, je mö wee m'r'es naeruusza je zuunig weeze op je hoeiehoed?' Wel ke dummie zal nu veronderstellen dat het woord 'zuunig' iets te maken heeft met gierigheid, krenterigheid en/of vrekkigheid, nou? Zuunig' is ook 'voor zichtig' of'terughoudend'. En als er één woord van toepassing is op ons Zeeuwen, dan is het het woord 'zuunig'. Want we zijn: 'zuunig' op Zee land, op ons Zeeuwse patrimonium, op ons boeregoe, in het aangaan van rela ties met dummies. 'Zuunig op alles wat nu nog goed is in Zeeland. Zuunig op de PZC, al 250 jaar de krant van de Zeeuwen. Hoog tijd om kolommen- breed de strijd aan te gaan om de Zeeuwen hun identiteit terug te geven, die hen toekomt, van terughoudende, voorzichtige en de kat uit de boom kij kende provincialen, die nu eenmaal het voorrecht hebben om dagelijks van Zee land te kunnen genieten." Q www.pzc.nl Lex Hoogstrate, Vlissingen Om O m IN U N CL (SI ft IN T eroen van Gastel (35) uit Goes herstelt I van lymfeklierkanker. Hij traint nu I voor de honderd kilometertocht van Ae Ride for the Roses. De PZC volgt hem in de aanloop naar zondag 31 augustus. Jeroen, vrouw en kinderen blazen uit op camping La Baumé in Fréjus aan de Cöte d'Azur. In hun gloednieuwe cara van. La vie est belle. Toch is de camping ook een plek met een nare herinnering. Vorig jaar om deze tijd ontdekte vrouw Moniek een bobbeltje in de nek van manlief. Na talloze onderzoeken luidde de diagnose: lymfeklierkan ker. Eind mei kreeg hij zijn laatste chemokuur. Het lijkt dan een beetje ma sochistisch precies die cam ping te boeken waar de el lende aan het licht kwam, maar Jeroen heeft er geen moeite mee. „Hier is het begonnen en hier eindigt het. We hadden vorig jaar al gereser veerd, toen ik slecht in het ziekenhuis in Rotterdam lag. We zeiden tegen el kaar: 'Laten we La Baumé weer boeken. fortó, 'o We weten wat er voor kin deren te doen is'. Tja, en vanmorgen stond ik in de douches voor de spiegel dacht: de laatste keer was ik ziek en nu ben ik schoon! Ik ben de dans ont sprongen." Bofkont ligt nu op het strand. Een zon nebad is lekker, maar mag nog niet te lang duren. Omdat een chemokuur de huid dunner maakt, is het devies: factor 50 smeren en onder de parasol blijven. A Jeroen van Gastel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 112