De no-nonsense aanpak van
spectrum 24
'Als een Marokkaan werk zoekt, loopt hij tegen vooroordelen aan.
Dat is geen excuus om thuis op de bank te zitten. Het is een strijd die je moet voeren'
PZC
Zaterdag 12 juli 2008
an het einde van
het gesprek lichten
zijn ogen op. „Er wa
ren toch problemen
in de Ru Paré? Die
stond bekend als
een zeer zwakke ba
sisschool. Dat heb
ben we aangepakt. Er zijn nieuwe, gemoti
veerde leraren gekomen, één leerkracht
komt zelfs helemaal vanuit Den Helder.
Dit jaar gaat er voor het eerst een leerling
van de Ru Paré naar het vwo."
Typisch Ahmed Marcouch (39). De Marok
kaans-Nederlandse voorzitter van het
stadsdeel Amsterdam-Slotervaart zoekt
naar concrete oplossingen voor ingewikkel
de problemen. Slotervaart is een complex
werkterrein: 45.000 inwoners, van wie een
kwart moslim, een hoge werkloosheid,
veel schooluitval, problemen met integra
tie, reljongeren. Een echte probleemwijk.
„Met name die postzegel, Óvertoomse
Veld, daar moeten we bovenop blijven zit
ten", zegt Marcouch in zijn ruime werkka
mer. In de jaren negentig maakte hij car
rière bij de Amsterdamse politie. Nog al
tijd denkt en handelt Ahmed Marcouch als
een ordehandhaver. Zijn bijnaam is de
'Sheriff van Slotervaart'. Niet voor niks.
Criminele Marokkaanse jongeren noemt
hij 'tuig waarmee korte metten moet wor
den gemaakt'.
Hoewel hij zelf een vroom moslim is,
roept hij radicale imams tot de orde. Van
Marokkaanse ouders eist hij inzet bij de op
voeding. Van geklaag over discriminatie
moet hij niks hebben. „Dan doe je maar
harder je best", zegt Marcouch. „De gedach
te dat je de architect kunt zijn van je eigen
geluk, is niet alleen aan liberalen voorbe
houden. Die moet ook deel worden van
de sociaaldemocratische visie."
Met zijn pragmatische aanpak oogst Mar
couch lof Wouter Bos roemt zijn 'frontsol
daat' Marcouch als een 'held'. Marcouch'
no-nonsense aanpak roept ook weerstand
op. Zijn recente voorstel islamitisch gods
dienstonderwijs aan te bieden op openba
re scholen kwam hem op een storm van
kritiek te staan. Drie van zijn eigen
PvdA-fractiegenoten stapten kwaad op. Zij
verwijten Marcouch, die in zijn puberteit
flirtte met het moslimfundamentalisme,
een wolfin schaapskleren te zijn. Hij zou
Nederlandse instituties willen islamiseren.
Het tegendeel is waar, zegt Marcouch. „Ik
zie dat de openbare scholen en de Koran
scholen, waar Marokkaanse en Turkse kin
deren in het weekeinde naartoe gaan, bot
sende werelden zijn. 'Op maandagochten
den krijg ik de kinderen heel anders terug',
vertellen de leerkrachten mij."
In de moskeeschooltjes worden de leerlin
gen met lijfstraffen gedisciplineerd, ze wor
den bedreigd met hel en verdoemenis en
bestookt met antiwesterse retoriek. Die
jongeren dreigen te radicaliseren, rede
neert Marcouch. Dat moet niet. „De reali-
Ahmed Marcouch (PvdA) ligt onder vuur.
De voorzitter van het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart
zou het openbaar onderwijs willen 'islamiseren'. Een deel
van de moslims noemt hem daarentegen een 'verrader'.
„Politiek is niet voor angsthazen."
door Wierd Duk foto Cynthia Boll/GPD
teit is dat religie nu eenmaal een onlosma
kelijke component is van veel allochtone
jongeren in de grote steden. Bied dan
godsdienstonderwijs aan op openbare
scholen. Dan houd je zicht op de inhoud."
In het dorpje Beni-Boughafer in Noord-
Marokko, waar Ahmed Marcouch opgroei
de, ontwikkelde hij zijn dorst naar kennis.
„Ik wilde dolgraag naar school, maar die
was te ver weg. Het besef dat je naar
school moest gaan, hadden we niet. Wat
moest je met een diploma? We leefden in
een volstrekt onbeschaafd gebied."
Zijn vader werkte als gastarbeider in Ne
derland. Hij bezocht het gezin drie weken
per jaar. De kleine Ahmed hielp mee in
huis en droomde van een betere toekomst.
Beelden van de wereld buiten Beni-Boug
hafer zag hij op die ene tv die het dorp rijk
was. „In het koffiehuis stond die. Wij ke
ken in de deuropening, want het kostte
een dirham om naar binnen te mogen. Die
hadden we niet."
De tv had één zender, een Spaanse. Daar
op volgde Marcouch de Amerikaanse poli
tieserie Starsky Hutch. „Toen is mijn fas
cinatie voor het politiewerk ontstaan."
Toen hij 10 was, reisde Marcouch met zijn
stiefmoeder, een broertje en een zusje zijn
vader achterna naar Nederland. Zijn biolo
gische moeder overleed toen hij 3 was. Le
zen en schrijven kon hij niet. De taal leer
de hij mede door intensief te luisteren
naar nieuwslezer Fred Emmer en door als
krantenbezorger de Volkskrant goed te le
zen. Sociale vaardigheden haalde hij uit
een boekje dat hij kocht bij V&.D. Het ge
zin woonde drie hoog in Amsterdam-
Oost. Met zijn achten op 40 vierkante me
ter. In zijn kantoor staat een zwart- witfo
to van zijn vader: een man in een zondags
pak, tussen de duiven op de Dam. „Hij gaf
ons de opdracht mee ons te ontwikkelen."
Ahmed slaagde daarin. Hij begon op de lts,
ging naar de politieschool, deed daarnaast
hbo-maatschappijleer en is nu een levend
bewijs dat je je vanuit eenvoudige omstan
digheden kunt opwerken, ook als kind uit
een migrantengezin. Mede op grond van
zijn persoonlijke ervaring kan hij zich zo
ergeren aan Marokkaans-Nederlandse jon
geren die hun kansen vergooien. „Ze heb
ben alle mogelijkheden, maar kiezen er
voor er niks mee te doen."
Werk heeft voor Marchouch
een morele component.
„Als een Marokkaan werk
zoekt, loopt hij tegen voor
oordelen aan. Dat is geen excuus om thuis
op de bank te zitten. Het is een strijd die je
moet voeren. Dat zeg ik ook tegen die jon
gens. Als het je hier niet bevalt, ga dan
naar New York, naar Casablanca, maar doe
iets!"
Zelf stuitte hij op vooroordelen toen hij
solliciteerde naar de functie van voorlich
ter van de politie van de gemeente Amster
dam. Marcouch werd afgewezen omdat
het publiek nog niet toe was aan een Ma
rokkaans gezicht, werd hem te verstaan ge
geven. Teleurgesteld en boos verliet hij in
2003 de politie.
Zou hij inmiddels wél worden aangeno
men? Marcouch lacht, denkt na. „Ja, de sa
menleving is nu wel gewend aan het ge
zicht van Marcouch. Mede dankzij mensen
als Ahmed Aboutaleb en Nebahat Albay-
rak. Het is een kwestie van gewenning."
Hoezeer het mis kan gaan als allochtone
jongeren de aansluiting verliezen, ervaart
hij regelmatig. Slotervaart is de wijk waar
jongeren afgelopen jaarwisseling een poli
tiebureau aanvielen. In het armere deel,
Óvertoomse Veld, groeiden Mohammed
B. en Samir A. op: voorbeelden van jonge-
Ahmed Marcouch
Geboren: 2 mei 1969 in Beni-Boughafer, Noord-Marokko.
Sinds 1979 in Amsterdam.
Opleiding en loopbaan: Montessori basisschool. Lts bouwtechniek. Ziekenverzorger.
Werkzaam bij Van Leer papierfabriek.
1993 - 2003: opsporingsambtenaar (politieagent, hoofdagent, brigadier) Regiopolitie
Amsterdam-Amstelland.
1994 - 1999: deeltijd hbo-lerarenopleiding Maatschappijleer.
k- 2003 - 2005: coördinator Jeugd en Veiligheid Amsterdam-Oost
p- 2004 - 2006: bestuurslid en woordvoerder van de Unie Marokkaanse Moskeeën
Amsterdam en Omstreken (UMMAO).
Sinds april 2006 voorzitter van het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart.
Privé: gescheiden, drie kinderen.
ren die zich terugtrekken in het geloof,
niet zelden als reactie op een crimineel ver
leden.
Marcouch: „Ik sprak laatst met een groep
hoogopgeleide allochtone jongeren. Die
zijn hier opgegroeid en spreken vloeiend
Nederlands. Maar ze erkennen de grond
wet niet en verwerpen onze rechtsstaat.
Zozeer zijn zij geradicaliseerd. Dat is een
vorm van anarchie die onacceptabel is."
Wat onderneemt hij daar tegen? „Ik ga
met ze in debat. Zoals ik deed met de con
servatieve imam Fawaz bij Pauw en Witte-
man."
Die optredens roepen gemengde reacties
op. „Veel Marokkanen verwijten mij dat ik
op de Nederlandse tv als moslim in debat
ga met een andere moslim. Dat beschou
wen ze als verraad. Dat wij/zij gevoel is erg
hardnekkig, maar politiek is niet voor
angsthazen."
Wordt hij niet moedeloos van die kritiek
uit eigen kring? „Nee. In de twee jaar dat
ik hier werk, hebben we al verschil kun
nen maken. In de Ru Paré-school komen
de ouders nu wél naar ouderavonden. De
aula puilde de laatste keer uit. Er ontstaat
iets van sociale beweging in deze wijk.
„Het gaat niet alleen om het aanbieden
van faciliteiten, maar om een mentaliteits
verandering. Toen ik hier begon en sprak
over dat 'tuig', nam ik die term bewust in
de mond. Omdat geen enkele oplossing
meer voldeed. Die jongens gingen niet
naar school, ze hadden geen werk, ze
pleegden onrecht en boezemden angst in.
Dat begint allemaal met de opvoeding, in
het gezin. Je moet die gezinnen verbinden
met de scholen. Ik spreek de mensen er
persoonlijk op aan als hun kind niet op
school is."
Marcouch heeft zelf drie kinderen: een
dochter van 7 en twee zoons van 18 en 14.
Zijn huwelijk liep stuk, mede doordat zijn
echtgenote - een nichtje, met wie hij op
zijn 19e trouwde - de snelle ontwikkeling
van haar man niet kon bijbenen. Ze waren
na vijftien jaar geen partners meer, maar
leermeester en leerling. „Op den duur lukt
het je niet meer elkaar te verstaan."
Met die moeizame spagaat tussen het vast
houden aan de eigen cultuur en het func
tioneren in de westerse samenleving, ziet
hij allochtone gezinnen vaak worstelen.
„Meestal speelt het probleem tussen de ge
neraties. Jongeren met goede, drukke ba
nen die op hun werk gebeld worden door
een van hun ouders met de vraag of ze
naar huis kunnen komen om te vertalen
bij de huisarts. Zoiets is ons allemaal wel
eens overkomen."
Over de toekomst is hij optimistisch. „Ik
zie dat allochtone vrouwen zich emancipe
ren, dat ze universitaire studies doorlopen.
Er ontstaat een nieuwe, allochtone elite,
die de kansen aangrijpt die er in Neder
land zijn. De jonge generatie allochtonen
zal zich automatisch beschouwen als Ne
derlandse burgers."