Buitengebied
Plattelandsnatuur
keert weer terug
1 4 Dinsdag 8 juli 2008 PZC
foto's Dirk-Jan Gjeltema
Het paradepaardje van de Zeeuwse boerenland-
natuur. Met een gerestaureerde boerderij en
bakkeet, herbouwde schuren, kleine akkertjes,
hoogstambomen in de boomgaard, ouderwet
se gewassen op de velden en royale wandelmo
gelijkheden. Hoeve Van der Meulen aan de
Zuidweg bij 's Heer Abtskerke is bijna klaar
voor het ontvangen van bezoekers die willen
genieten van het 'ouderwetse' platteland.
door Rinus Antonisse
Een bruine kiekendief-vrouw
tje zorgt voor een aange
naam welkom. Zwevend en
zwenkend boven een akker
voert ze een fraaie vliegshow op.
Scherp afstekend tegen de blauwe
lucht. Lome slagen afwisselend
met een sprintje. Op zoek naar
eten. Dat is volop te vinden op en
om de akkers van Hoeve Van der
Meulen onder de rook van 's Heer
Abtskerke. Het verklaart de verras
sende aanwezigheid van de grote
roofvogel; meestal kiezen de brui
ne kiekendieven voor een leefge
bied van water en riet.
Op de grond vragen de akkers aan
dacht. Die laten een opvallend af
wijkend patroon zien. Er liggen zo
als gebruikelijk grote percelen,
maar ook een aantal kleine akkers.
Drie kavels zijn er nu twaalf Wat
daar groeit wijkt af van de gangba
re gewassen. Een bewuste terug
keer naar de lappendeken van
vóór de ruilverkavelingen.
Aloude plattelandsnatuur in volle
glorie. Hier mikt stichting Het
Zeeuwse Landschap op bij de in
richting van het reservaat Hoeve
Van der Meulen, vertelt hoofd eco
logie Chiel lacobusse. Daarbij ho
ren ook volop wandelmogelijkhe
den (met inbegrip van een route
van en naar 's Heer Abtskerke) in
een landschap zoals dat een halve
eeuw geleden overal in de provin
cie aanwezig was. En dat door de
agrarische modernisering groten
deels is weggevaagd.
„Akkers zijn een beetje het stief
kind van de natuurbescherming.
Er zijn ook nauwelijks akkers voor
de natuur veilig gesteld", zegt laco
busse. Organisaties kunnen voor
de aankoop ook geen subsidie aan
vragen. Met steun van sponsors
kocht Het Zeeuwse Landschap de
lang niet onderhouden boerderij
met omringende grond (momen
teel 34 hectare) aan. „Om de platte
landsnatuur met de rijke variatie
aan planten en dieren te redden",
stelt het hoofd ecologie, die er
geen geheim van maakt dat hij der
gelijke reservaten ook graag elders
in de provincie van de grond wil
tillen.
Het in gang gezette opknapplan
houdt zoveel mogelijk rekening
met de bijzondere natuurwaarden
die zich juist dankzij de verwaarlo
zing (je kunt ook zeggen: doordat
de natuur ongestoord haar gang
mocht gaan) konden ontwikkelen,
lacobusse geeft een voorbeeld: de
hoogstamboomgaard met oude pe
ren, appels, pruimen en notenbo
men, omringd door dikke knotbo-
men ('waarschijnlijk de oudste die
in Zeeland te vinden zijn').
Een grondige opknapbeurt zou be
tekenen dat de ransuilen hun
broedplek in het dichte braamstru
weel verliezen en dat de groene en
bonte spechten en boomkruipers
hun dode takken kwijtraken. Het
verwijderen van de vele berenklau
wen is nadelig voor duizenden in
secten als zweefvliegen, blad- en
graafwespen, lieveheersbeestjes,
penseelkevers en bijen. Er is geko
zen voor een tussenoplossing. De
helft blijft zoals het was, ongerept.
De andere helft wordt opgeknapt,
deels ingeplant met nieuwe oude
fruitrassen en beheerd volgens boe-
rentraditie. Met gras onder de bo
men, zodat er beweid kan worden.
Voordat de restauratie kon begin
nen, moest het terrein gesaneerd
worden.
Er was door het stallen van oude
machines vervuiling opgetreden.
Ook werd asbest verwijderd. In
middels pronkt de herbouwde kap-
schuur in volle glorie en de restau
ratie van het woonhuis (deels uit
de middeleeuwen, deels uit de zes
tiende eeuw) is een flink eind ge
vorderd.
lacobusse laat zien dat op het nip
pertje een aantal originele wandte-
gels kon worden gered. Ook een
zolderraam met een inscriptie
over een in 1852 in de Biezelingse
Ham gestrande walvis kan worden
teruggeplaatst. Een walviskaak is
als erfpaal teruggevonden, waar
schijnlijk van het verongelukte
dier.
Het is de bedoeling het huis in de
stijl van de achttiende eeuw in te