Johnny Hoes spectrum 20 Het leven zelf als grootste smartlap De artiestenuitgang In deze verhalenserie vertellen bekende namen van het podium over hun leven na het applaus. PZC I Zaterdag 5 juli 2008 IN ROTTERDAM S\ ROTTERDAMSE RIET gewonnen, (bijna) alles verloren. De muziekindustrie maakte Johnny Hoes rijk. Hij was producent en vertolker van liedjes als Ach, was ik maar hij moeder thuis gebleven. Als platenbaas van de Zangeres zonder Naam, Normaal, Doe Maar en Frank Boeijen verkocht hij zestig miljoen albums en singles. Maar het leven achter het levenslied eiste zijn tol. Hij verloor zijn vrouw en twee dochters. De jongste maakte zelf een einde aan haar leven, „leder liedje dat ik nu nog schrijf, is een ontsnapping." door Jan Vriend grote foto ANP kleine foto CPD Gastvrij houdt Johnny Hoes (91) de deur van zijn Amerikaanse slee open. Het tochtje gaat door zijn woonplaats Weert. Hij wijst op de kasteelachtige villa's die hij liet bouwen. „Deze was voor mij, deze voor mijn doch ter." Hij toont een winkelcentrum. Een blok appartementen, nóg meer winkels. Al lemaal laten bouwen van zijn platengeld. Zijn kleinkinderen innen nu de huurpen ningen. Zij zijn inmiddels eigenaren. „Ik heb alles weggegeven. Dat is gunstiger, met het oog op de successierechten." Niet alle kleinkinderen delen mee in opa's buit. Sommigen ziet hij nooit meer. Een juridische strijd over royalty's van liedjes liep als een niet te slechten Berlijnse muur door de familie. „Ze begonnen de ene na de andere rechtszaak tegen me. Allemaal verloren, natuurlijk. Wat denken ze wel?" De nazaten die het waagden tegen opa te procederen, staan op de zwarte lijst. Ze krij gen geen pandje, geen cent. „Als ze zo on barmhartig tegen je zijn, ga je ze toch niet verwennen?" Winst en verlies, liefde en rouw: het leven van de koning van het le venslied heeft alles in zich van en voor een smartlap. Een groot bedrijfspand aan de rand van Weert. Beneden opnamestudio's, boven zijn kantoor. Wanden vol gouden platen vertellen zijn leven: een Rotterdamse volksjongen, geboren in 1917, belandt tij dens de mobilisatie voor de Tweede We reldoorlog in Noord-Limburg. Hij krijgt verkering met een plaatselijke schone, trouwt, wordt vader van twee zonen en twee dochters en begint een muziekhan del. Voor een rijksdaalder koopt hij een gi taar waarmee hij na de bevrijding optreedt op feestavonden. Hij schrijft liedjes als Zee manshart en De Smokkelaar, die in het hele land worden meegezongen. Als producer van smartlappen werkt hij freelance voor Philips, waar hij het smartlappenrepertoire behartigt. „De cultuurfreaks daar wilden er niks van weten. Maar toen bleek dat er wat mee te verdienen viel, aten ze graag mee uit de ruif. Terwijl de Zangeres zon der Naam hooguit een kop koffie kon krij gen in de gang, gingen de heren liever bui ten de deur lunchen met Corry Brokken." Na gekibbel over centjes begint hij in 1963 zijn eigen bedrijf, Telstar. Daar tekent zijn ontdekking de Zangeres zonder Naam voor de grootste verkoopsuccessen. „Nie mand had zo'n snik en timing als zij." Nummers als Mexico, Mandolinen in Nico sia en Ach vaderlief leveren gouden en plati na platen op. Bij elkaar schrijft Hoes meer dan 300 liedjes voor de koningin van het levenslied. Liedjes die hij uitgebreid kan promoten in tv-programma's als De lach en de traanshow. „We hadden de tijd mee. In die jaren kon het gewone publiek voor het eerst een platenspelertje kopen en kreeg vrije tijd om daar ook naar te luiste ren. Ik verdiende in twee jaar als eigen baas meer dan in twaalf jaar bij Philips." Onder kermisartiesten en in kleedkamers gonst het al gauw rond dat de deur van Hoes ook openstaat voor relatief onbeken de zangtalenten. Zo krijgen Armand (Ben ik te min), Pierre Kartner en Dennie Christian bij hem de kans een plaatje op te nemen. Bij ieder contract trekt de platen baas een ruim deel van de auteursrechten naar zich toe, maar de artiesten zijn zó gre tig dat ze alles tekenen. Als ze maar op de plaat komen. De persen in Weert draaien dag en nacht als De Vogeltjesdans een hit wordt. Hoewel het hart van Hoes niet ligt bij de popmuziek, ziet hij wel dat er een markt voor is. Normaal, Frank Boeijen, Toontje Lager en Doe Maar bezorgen zijn bedrijf een miljoenenomzet. Een welkome omzet nadat de Zangeres zonder Naam vertrekt na gesteggel over geld. In de bedrijfshal waar ooit de platen- persen draaiden, klinkt nu de echo van de leegte. Van de tachtig mede werkers die ooit bij Telstar werkten, zijn er nog acht over. Zij hebben hun taak in de studio die nog wel in ge bruik is. Artiesten als Eddy Wally en Peter Beense nemen er hun liedjes op. Zoon Ari-)an Hoes heeft er de leiding, maar nog bijna dagelijks loopt grondlegger Hoes se nior binnen. „Laat Eddy vooral dat vakan tieliedje inzingen dat ik voor hem schreef', instrueert hij de technicus. „Dat wordt geheid een hit." Optreden doet hij niet meer. „Ze vragen me nog vaak, maar als je 91 bent, heb je dat wel gehad. Toch vind ik de muziek te leuk om los te laten." Dus schrijft hij nog steeds nieuw repertoi re en wentelt zich in herinneringen en overpeinzingen. „Als straatjochie, dat van niks probeerde wat op te bouwen, was ik misschien wel héél erg gericht op het na streven van succes. In die drukke tijd gin gen de menselijke sentimenten thuis langs me heen. Achteraf vind ik dat jammer." Hij was 47 jaar getrouwd toen zijn vrouw overleed. Zijn oudste dochter („Zakelijk een wonder") verloor de strijd tegen kan ker. Zijn jongste dochter („Ze was de lief ste en creatief een genie") maakte zelf een einde aan haar leven. „De drie belangrijk ste vrouwen in mijn leven ben ik kwijt. Dan zegt de buitenwereld toch nog: 'Die Hoes heeft alles wat zijn hartje begeert'. Ze kijken alleen naar mijn bedrijf en naar mijn appartementen in België en Neder land. Maar ze mogen de hele troep van me afpakken als ik mijn meisjes ervoor terug zou krijgen." Liedjes maken helpt hem te vergeten. „Met een vrolijke tekst kan ik ook anderen helpen hun moeilijkheden te verwerken. Dat moet, want een mens is niet gemaakt om in een stoel te zitten treuren. Daar help je de doden ook niet mee. Klaag niet, maar tel je zegeningen. In mijn hitparade van vandaag staat mijn gezondheid op nummer één. Gelukkig werkt mijn koppie nog goed. Ik volg de sport op tv, ik zit veel achter de computer en ik rij nog zelf" Heeft hij nog wensen? „Het zou héél leuk zijn als er straks een leuke meid zou bin nenwandelen, die als jong talent het arties tenvak in wil." Dan begint hij over de liefde. Dat je nooit moet zoeken in de romantiek. „Want de ware loop je op een dag zo maar tegen het lijf" En dat je je ook geen voorstelling moet maken van de ideale partner. „Want die is toch weer anders dan je denkt." En dan: „Daar zit een liedje in."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 124